Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Nobelprijs voor de Literatuur: verschil tussen versies
(http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Nobelprijs_voor_de_Literatuur&oldid=30638813) |
(→Controverses: link naar wereldliteratuur) |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 722: | Regel 722: | ||
Veel critici en lezers menen dat de literaire kwaliteiten niet het enige criterium zijn. In een bepaalde periode was het Comité bijvoorbeeld enorm geïnteresseerd in [[Duitse literatuur]]. [[Heinrich Böll]] heeft de prijs gekregen, maar [[Bertolt Brecht]] daarentegen niet. | Veel critici en lezers menen dat de literaire kwaliteiten niet het enige criterium zijn. In een bepaalde periode was het Comité bijvoorbeeld enorm geïnteresseerd in [[Duitse literatuur]]. [[Heinrich Böll]] heeft de prijs gekregen, maar [[Bertolt Brecht]] daarentegen niet. | ||
Critici vragen zich af of het bij toekenning van een prijs met zulk een reputatie niet een basiscriterium zou moeten zijn: het onmiskenbaar ingenomen hebben van een plek binnen de wereldliteratuur. De lijst met winnaars overziend kunnen daar in veel gevallen vraagtekens bij worden geplaatst. Daarentegen bevinden vele andere grote schrijvers uit de 20e eeuw, mannen zowel als vrouwen, zich niét tussen de laureaten: [[James Joyce]], [[Franz Kafka]], [[Marcel Proust]], [[Robert Musil]], [[Vladimir Nabokov]], [[Virginia Woolf]], [[Anna Achmatova]], [[Harry Mulisch]] enzovoort. | Critici vragen zich af of het bij toekenning van een prijs met zulk een reputatie niet een basiscriterium zou moeten zijn: het onmiskenbaar ingenomen hebben van een plek binnen de [[wereldliteratuur]]. De lijst met winnaars overziend kunnen daar in veel gevallen vraagtekens bij worden geplaatst. Daarentegen bevinden vele andere grote schrijvers uit de 20e eeuw, mannen zowel als vrouwen, zich niét tussen de laureaten: [[James Joyce]], [[Franz Kafka]], [[Marcel Proust]], [[Robert Musil]], [[Vladimir Nabokov]], [[Virginia Woolf]], [[Anna Achmatova]], [[Harry Mulisch]] enzovoort. | ||
De balans is bovendien slecht voor regio's die minst bevoordeeld worden door het Comité. Slechts één zwarte Afrikaanse schrijver, [[Wole Soyinka]] mag zich Nobelprijswinnaar noemen. Andere auteurs daarentegen, zoals [[Ngugi wa Thiong'o]], [[Chinua Achebe]] of [[Nuruddin Farah]], werden niet bekroond. | De balans is bovendien slecht voor regio's die minst bevoordeeld worden door het Comité. Slechts één zwarte Afrikaanse schrijver, [[Wole Soyinka]] mag zich Nobelprijswinnaar noemen. Andere auteurs daarentegen, zoals [[Ngugi wa Thiong'o]], [[Chinua Achebe]] of [[Nuruddin Farah]], werden niet bekroond. | ||
Regel 741: | Regel 741: | ||
[[Categorie:Winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur| ]] | [[Categorie:Winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur| ]] | ||
[[Categorie: | [[Categorie:Lijst van Nobelprijswinnaars]] | ||
[[Categorie:Internationale literatuurprijs]] | [[Categorie:Internationale literatuurprijs]] |
Huidige versie van 10 mei 2020 om 13:40
De Nobelprijs voor de Literatuur wordt jaarlijks toegekend aan een auteur, die, in de woorden van Alfred Nobel, het meest opmerkelijke werk met een idealistische trend heeft geschreven. Het werk refereert hier aan het oeuvre van de auteur in het geheel en niet aan een werk specifiek, alhoewel er soms wel een afzonderlijk werk wordt aangehaald bij de uitreiking van de prijs. De Zweedse Academie beslist elk jaar wie de prijs toegekend krijgt en publiceert deze naam rond begin oktober.
Het originele citaat van deze Nobelprijs heeft geleid tot veel controverse. Het originele Zweedse woord idealisk kan vertaald worden in idealistisch of ideaal. In de eerste jaren handelde het Nobelcomité hierin tamelijk willekeurig en liet het enkele wereldvernieuwende schrijvers zoals Leo Tolstoj en Henrik Ibsen links liggen, waarschijnlijk omdat hun werken niet idealistisch genoeg waren. Later werd de verwoording veel vrijer geïnterpreteerd en werd de prijs toegekend aan auteurs voor blijvende literaire verdiensten. De keuze van de academie kan nog altijd zorgen voor controverse en dan vooral voor de keuze van minder bekende schrijvers (of schrijvers die werken in avant-gardevormen) zoals Dario Fo in 1997 en Elfriede Jelinek in 2004.
De Nobelprijs is niet de enige maatstaf voor literaire voortreffelijkheid en duurzaamheid. Critici van de Nobelprijs verwijzen naar de vele prominente schrijvers die nooit zijn bekroond, of zelfs maar genomineerd.
Nominatieprocedure
Elk jaar doet de Zweedse Academie een oproep om mensen te nomineren voor de Nobelprijs voor de Literatuur. Leden van de Academie, leden van literaire academiën en verenigingen, professoren in taal- of letterkunde, oud-Nobelprijswinnaars en voorzitters van schrijversorganisaties mogen een kandidaat nomineren. Het is iemand niet toegestaan om zichzelf te nomineren.
Duizenden oproepen worden ieder jaar gedaan, waarvan er ongeveer vijftig beantwoord worden. Deze moeten ten laatste voor 1 februari aangekomen zijn bij de Academie, waarna de voorstellen onderzocht worden door het Nobelprijscomité. Tegen april beperkt de Academie het aantal kanshebbers tot ongeveer twintig en in de zomer blijven er nog maar vijf namen over. In oktober van hetzelfde jaar stemmen leden van de Academie en diegene met meer dan de helft van de stemmen mag zichzelf winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur noemen. Dit proces is gelijkaardig aan dat van de andere Nobelprijzen.
Het prijzengeld is niet hetzelfde gebleven sinds de inauguratie, maar is vandaag de dag toch goed voor zo'n 10 miljoen Zweedse kronen (iets meer dan een miljoen euro). De winnaar krijgt ook een gouden medaille en een Nobel-diploma.
Lijst van bekroonde schrijvers
De Nobelprijs voor de Literatuur zoals ingesteld door Alfred Nobel is vanaf 1901 door de Zweedse Academie toegekend aan:
Jaar | Taal | Naam | Reden |
---|---|---|---|
1901 | Frans | Sully Prudhomme | Voor zijn poëtische composities, die blijk geven van optimistisch idealisme, artistieke perfectie en een zeldzame combinatie van de kwaliteiten van hart en intellect. |
1902 | Duits | Theodor Mommsen | Voor de grootste levende historische schrijver, in het speciaal voor zijn monumentale werk, Geschiedenis van Rome. |
1903 | Noors | Bjørnstjerne Bjørnson | Voor zijn edele, prachtige en veelzijdige poëzie, die zich onderscheidt in frisheid van inspiratie en zeldzame pure spiritualiteit. |
1904 | Frans | Frédéric Mistral | Als erkenning voor de frisse originaliteit en ware inspiratie van zijn poëtische oeuvre, die het natuurlijke decor en het oorspronkelijke karakter van zijn volk trouw weerspiegelt en bovendien ook voor zijn belangrijke werk als Provençaals filoloog. |
1904 | Spaans | José Echegaray y Eizaguirre | Als erkenning voor de vele en briljante composities die, op een eigen en originele manier, de grootse tradities van het Spaanse drama hebben doen herleven. |
1905 | Pools | Henryk Sienkiewicz | Voor zijn uitzonderlijke verdiensten als schrijver van epos. |
1906 | Italiaans | Giosuè Carducci | Niet enkel voor zijn uitdiepende en kritische onderzoeken, maar vooreerst als erkenning van de creatieve energie, de frisse stijl en de lyrische kracht die zijn poëtische meesterwerken zo typeren. |
1907 | Engels | Rudyard Kipling | Als erkenning voor zijn observatievermogen, de originaliteit van zijn verbeelding, de kracht van zijn ideeën en zijn opmerkelijke talent voor het vertellen; eigenschappen die het werk van deze wereldberoemde auteur kenmerken. |
1908 | Duits | Rudolf Christoph Eucken | Als erkenning voor zijn welgemeende zoektocht naar de waarheid, zijn scherpzinnige denken, zijn brede wereldbeeld en de warmte en kracht waarmee hij in zijn verschillende werken een idealistische filosofie van het leven heeft ontwikkeld en rechtvaardigt. |
1909 | Zweeds | Selma Lagerlöf | Als waardering voor het imposante idealisme, de levendige fantasie en de spirituele perceptie die haar werken karakteriseert. |
1910 | Duits | Paul Heyse | Als waardering voor het geperfectioneerde artistieke talent, gevuld met idealisme, wat hij tentoonspreidde in zijn lange en productieve carrière als poëet, toneelschrijver, auteur en schrijver van wereldberoemde korte verhalen. |
1911 | Franstalige Belg | Maurice Maeterlinck | Als erkenning voor zijn veelzijdige literaire bezigheden en in het bijzonder voor zijn drama's, die zich onderscheiden door een overvloed aan verbeelding en poëtische verfijndheid die, soms onder het mom van een sprookje, een grote bron van inspiratie zijn, terwijl ze tevens op mysterieuze wijze een beroep doen op de gevoelens van de lezer en diens verbeelding stimuleren. |
1912 | Duits | Gerhart Hauptmann | Hoofdzakelijk als erkenning voor zijn productieve, gevarieerde en buitengewone creaties in het domein van de dramatiek. |
1913 | Bengaals, Engels | Rabindranath Tagore | Wegens zijn diepgevoelige, frisse en mooie vers, met welke hij zijn poëtische gedachten, uitgedrukt in zijn eigen Engelse woorden, een onderdeel van de Westerse literatuur gemaakt heeft. |
1914 | — | — | Geen Nobelprijs uitgereikt |
1915 | Frans | Romain Rolland | Als erkenning voor het indrukwekkende idealisme in zijn literaire werken en de sympathie en liefde voor de waarheid waarmee hij verschillende mensen heeft beschreven. |
1916 | Zweeds | Verner von Heidenstam | Als erkenning voor zijn toonaangevende vertegenwoordiging in een nieuw tijdperk binnen de literatuur. |
1917 | Deens | Karl Adolph Gjellerup | Voor zijn veelzijdige en rijke poëzie, die zich liet inspireren door nobele idealen. |
1917 | Deens | Henrik Pontoppidan | Voor zijn authentieke beschrijvingen van het tegenwoordige leven in Denemarken. |
1918 | — | — | Geen Nobelprijs uitgereikt |
1919 | Duits | Carl Spitteler | Ter appreciatie van zijn epos Olympischer Frühling (Olympische Lente). |
1920 | Noors | Knut Hamsun | Voor zijn monumentale werk Markens Grøde (Nederlandse titel: Hoe het groeide) |
1921 | Frans | Anatole France | Als erkenning voor zijn briljante literaire verwezenlijkingen, die gekenmerkt zijn door nobele stijl, een diepgewortelde menselijke sympathie en een echt Gallisch temperament. |
1922 | Spaans | Jacinto Benavente | Voor de optimistische manier waarop hij de welgekende traditie van het Spaanse drama voortzette. |
1923 | Engels | William Butler Yeats | Voor zijn immer geïnspireerde poëzie die op een artistieke wijze uiting geeft van de ziel van een geheel volk. |
1924 | Pools | Władysław Reymont | Voor zijn grootse nationale epos Chłopi (bekend onder de Engelse titel The Peasants). |
1925 | Engels | George Bernard Shaw | Voor zijn werk dat wordt gekarakteriseerd door zowel idealisme als humaniteit en het stimulerende satire dat vaak wordt ingegeven door een enkele poëtische schoonheid. |
1926 | Italiaans | Grazia Deledda | Voor haar idealistisch geïnspireerde werken die een glashelder beeld schetsen van het leven op het eiland waar ze opgroeide en die met diepgang en sympathie ingaan op de menselijke problemen over het algemeen. |
1927 | Frans | Henri Bergson | Als erkenning van zijn rijk en energieke ideeën en de briljante vaardigheid waarmee deze voorgesteld werden. |
1928 | Noors | Sigrid Undset | Hoofdzakelijk voor haar machtige beschrijvingen van het Scandinavische leven in de middeleeuwen. |
1929 | Duits | Thomas Mann | Voornamelijk voor zijn grootse roman Buddenbrooks, die voortdurend aan erkenning heeft gewonnen als een van de klassiekers van de hedendaagse literatuur. |
1930 | Engels | Sinclair Lewis | Voor zijn kunstige doortastende en beeldende beschrijven en zijn begaafdheid om, met humor en scherpzinnigheid, nieuwe karakters te creëren. |
1931 | Zweeds | Erik Axel Karlfeldt | "Voor zijn Poëtisch werk." |
1932 | Engels | John Galsworthy | Voor zijn onderscheidende vermogen tot vertellen dat hij naar de hoogste vorm brengt in The Forsyte Saga. |
1933 | Russisch | Ivan Boenin | Voor de strikte kunstzinnigheid waarmee hij de klassiek Russische traditie in proza voortzet. |
1934 | Italiaans | Luigi Pirandello | Voor zijn gedurfde en geniale reveil van dramatische en pittoreske kunst. |
1935 | — | — | Geen Nobelprijs uitgereikt |
1936 | Engels | Eugene O'Neill | Voor de kracht, eerlijkheid en diepe emoties van zijn dramatische werken, die een origineel tragedie-concept belichamen. |
1937 | Frans | Roger Martin du Gard | Voor de artistieke kracht en waarheid waarmee hij menselijke conflicten verbeelde evenals sommige fundamentele aspecten van het eigentijdse leven in zijn verhalenbundel Les Thibault |
1938 | Engels | Pearl S. Buck | Voor haar rijke en waarlijk epische beschrijvingen van het boerenleven in China en voor haar biografische meesterwerken. |
1939 | Fins | Frans Eemil Sillanpää | Voor zijn diepe begrip van de boerenbevolking in zijn land en de excellentie waarmee hij hun levensstijl en relatie met de natuur heeft geportretteerd. |
1940 | — | — | Geen Nobelprijs uitgereikt |
1941 | — | — | Geen Nobelprijs uitgereikt |
1942 | — | — | Geen Nobelprijs uitgereikt |
1943 | — | — | Geen Nobelprijs uitgereikt |
1944 | Deens | Johannes Vilhelm Jensen | Voor de zeldzame kracht en vruchtbaarheid van zijn poëtische fantasie gecombineerd met een intellectuele curiositeit van een moedige wijde blik, frisse creatieve stijl. |
1945 | Spaans | Gabriela Mistral | Voor haar lyrische poëzie, geïnspireerd door machtig gevoel, die haar tot symbool van het idealistische streven van de gehele Latijns-Amerikaanse wereld heeft gemaakt. |
1946 | Duits | Hermann Hesse | Voor zijn geïnspireerde schrijven welke, wijl groeiende in durf en penetratie, een voorbeeld vormen voor de klassiek menselijke idealen en hoge kwaliteit van stijl. |
1947 | Frans | André Gide | Voor zijn begrijpelijke en artistiek significante schrijven, in welke menselijke problemen en condities worden gepresenteerd met een onbevreesde liefde voor de waarheid en scherp psychologisch inzicht. |
1948 | Engels | T.S. Eliot | Voor zijn voortreffelijke werk als baanbreker in de hedendaagse poëzie. |
1949 | Engels | William Faulkner | Voor zijn krachtige en artistiek unieke bijdrage aan de moderne Amerikaanse roman. |
1950 | Engels | Bertrand Russell | Als erkenning voor zijn gevarieerde en significante schrijven waarin hij ijvert voor menselijk idealen en vrijheid van mening. |
1951 | Zweeds | Pär Lagerkvist | Voor de artistieke vitaliteit en ware onafhankelijkheid van de geest waarmee hij in zijn poëzie antwoorden tracht te vinden op de eeuwige vragen waarmee de mens wordt geconfronteerd. |
1952 | Frans | François Mauriac | Voor het diepe spirituele inzicht en de artistieke intensiteit waarmee hij in zijn romans het drama van het menselijk leven heeft aangeboord. |
1953 | Engels | Winston Churchill | Voor zijn meesterschap van historische en biografische beschrijvingen alsmede voor zijn briljante retoriek in het verdedigen van verheerlijkte menselijke waarden. |
1954 | Engels | Ernest Hemingway | Voor zijn meesterschap in de kunst van het vertellen, meest recentelijk gedemonstreerd in The Old Man and the Sea en voor de invloed die hij heeft uitgeoefend op de contemporaine stijl. |
1955 | IJslands | Halldór Laxness | Voor zijn levendige epische kracht die de grote narratieve kunst van IJsland heeft vernieuwd. |
1956 | Spaans | Juan Ramón Jiménez | Voor zijn lyrische poëzie, die in de Spaanse taal een voorbeeld van grote spirituele en artistieke puurheid vormt. |
1957 | Frans | Albert Camus | Voor zijn belangrijke literaire productie, die met heldere eerlijkheid de problemen van het menselijk bewustzijn van onze tijd belicht. |
1958 | Russisch | Boris Pasternak (weigerde de prijs) | Voor zijn belangrijke prestaties zowel in hedendaagse lyrische poëzie als in het domein van de grote Russische traditie van epos. |
1959 | Italiaans | Salvatore Quasimodo | Voor zijn lyrische poëzie, die met klassiek vuur de tragische ervaring van het leven in onze tijd uitdrukt. |
1960 | Frans | Saint-John Perse | Voor de sterk gestegen vlucht en de beeldende fantasie van zijn poëzie die op een visionaire manier de eigentijdse condities reflecteert. |
1961 | Servo-Kroatisch | Ivo Andrić | Voor de epische kracht waarmee hij de thema's volgde en het lot van de mensheid weergaf, onttrokken aan de geschiedenis van zijn land. |
1962 | Engels | John Steinbeck | Voor zijn realistische en creatieve schrijven, dat sympathieke humor en scherpe sociale waarneming combineert. |
1963 | Grieks | George Seferis | Voor zijn eminente lyrische schrijven, geïnspireerd door een sterke affiniteit met de Hellenistische cultuurwereld. |
1964 | Frans | Jean-Paul Sartre (weigerde de prijs) | "Voor zijn werk dat, rijk aan ideeën en gevuld met de bezieling voor vrijheid en de zoektocht naar de waarheid, een verreikende invloed heeft uitgeoefend op onze tijd." |
1965 | Russisch | Michail Sjolochow | Voor de artistieke kracht en de integriteit met welke, in zijn epos van de Don, hij uitdrukking heeft gegeven aan een historische fase in het leven van het Russische volk. |
1966 | Hebreeuws | Shmuel Yosef Agnon | Voor zijn diepgravende karakteristieke verhalende kunst met motieven uit het leven van Joden. |
1966 | Duits | Nelly Sachs | Voor haar excellente lyrische en dramatische schrijven, die het lot van Israël met aangrijpende kracht interpreteert. |
1967 | Spaans | Miguel Ángel Asturias | Voor zijn levendige literaire verwezenlijking, diepgeworteld in de nationale karakteristieken en tradities van de Indiaanse bevolking van Latijns-Amerika. |
1968 | Japans | Yasunari Kawabata | Voor zijn verhalend meesterschap, dat met grote gevoeligheid de essentie van de Japanse geest uitdrukt. |
1969 | Frans, Engels | Samuel Beckett | Voor zijn schrijven, dat - in nieuwe vormen voor roman en theater - in de armoede van de moderne mens zijn ware hoogte bereikt. |
1970 | Russisch | Aleksandr Solzjenitsyn | Voor de ethische kracht waarmee hij de onmisbare tradities van de Russische literatuur nastreefde. |
1971 | Spaans | Pablo Neruda | Voor een poëzie die met de energie van een elementaire kracht het lot en de dromen van een continent tot leven brengt. |
1972 | Duits | Heinrich Böll | Voor zijn schrijven dat door zijn combinatie van een breed perspectief op zijn tijd en een fijnzinnige vaardigheid in karakterisering heeft bijgedragen aan de vernieuwing van de Duitse literatuur. |
1973 | Engels | Patrick White | Voor een episch en psychologisch verhalende kunst die een nieuw continent geïntroduceerd heeft in de literatuur. |
1974 | Zweeds | Eyvind Johnson | Voor een verhalende kunst, scherpzichtig in landen en tijden, in dienst van de vrijheid. |
1974 | Zweeds | Harry Martinson | Voor vertellingen die de dauwdruppel vatten en de kosmos weerspiegelen. |
1975 | Italiaans | Eugenio Montale | Voor zijn onderscheidende poëzie welke, met grote artistieke gevoeligheid, menselijke waarden heeft geïnterpreteerd bij een toekomstbeeld op het leven zonder illusies. |
1976 | Engels | Saul Bellow | Voor het menselijk begrip en de subtiele analyse van contemporaine cultuur die in zijn werk worden gecombineerd. |
1977 | Spaans | Vicente Aleixandre | Voor een creatief poëtisch schrijven dat de menselijke conditie in de kosmos en de hedendaagse maatschappij belicht, tegelijkertijd de grote vernieuwing van de tradities in de Spaanse poëzie tussen de oorlogen vertegenwoordigend. |
1978 | Jiddisch | Isaac Bashevis Singer | Voor zijn gepassioneerde verhalende kunst welke, met wortels in de Pools-Joodse culturele traditie, universele menselijke condities tot leven brengt. |
1979 | Grieks | Odýsseas Elýtis | Voor zijn poëzie, welke, tegen de achtergrond van de Griekse traditie, met wellustige kracht en intellectuele helderheid de strijd van de moderne man voor vrijheid en creativiteit uiteenzet. |
1980 | Pools | Czesław Miłosz | Die met compromisloos inzicht de menselijke conditie in een wereld van sterke conflicten vertolkt. |
1981 | Duits | Elias Canetti | "Voor werken die gekenmerkt zijn door ruimdenkendheid, vindingrijkheid en artistieke kracht." |
1982 | Spaans | Gabriel García Márquez | "Voor zijn romans en korte verhalen, waarin het fantastische en het realistische zijn gecombineerd in een uitgebreid gecomponeerde verbeeldingswereld, welke het leven en de conflicten van een continent weerspiegelt." |
1983 | Engels | William Golding | Voor zijn romans welke, met de luciditeit van realistisch verhalende kunst en de diversiteit en universaliteit van mythen, de menselijke conditie in de hedendaagse wereld verlichten. |
1984 | Tsjechisch | Jaroslav Seifert | Voor zijn poëzie die begiftigd met frisheid en vindingrijkheid een verlossend beeld van de ontembare geest en veelzijdigheid van de mens verschaft. |
1985 | Frans | Claude Simon | "Wie in zijn roman de creativiteit van poëet en schilder combineert met een dieper besef van tijd in het afbeelden van de menselijke conditie." |
1986 | Engels | Wole Soyinka | In een breed cultureel perspectief en met poëtische boventoon het drama van het bestaan gestalte geeft. |
1987 | Russisch, Engels | Joseph Brodsky | Voor een alles omarmend auteurschap, geïmpregneerd met een helderheid van denken en poëtische intensiteit. |
1988 | Arabisch | Naguib Mahfouz | Die door geschakeerde werken - soms scherpzinnig realistisch, soms suggestief ambigue - een Arabische romankunst van algemeen menselijke waarde heeft gevormd. |
1989 | Spaans | Camilo José Cela | Voor rijk en intensief proza, dat met ingehouden compassie een uitdagende visie op de kwetsbaarheid van de mens vormt. |
1990 | Spaans | Octavio Paz | Voor gepassioneerd schrijven met een brede horizon, gekenmerkt door een weelderige intelligentie en humanistische integriteit. |
1991 | Engels | Nadine Gordimer | Die door haar magnifieke epos schrijven - in de woorden van Alfred Nobel - van zeer grote waarde is geweest voor de mensheid. |
1992 | Engels | Derek Walcott | Voor een poëtisch oeuvre met grote helderheid, gedragen door een historische visie die uit een multicultureel engagement is voortgekomen. |
1993 | Engels | Toni Morrison | Die in romans gekarakteriseerd door visionaire kracht en poëtische inbreng een wezenlijke kant van de Amerikaanse werkelijkheid tot leven brengt. |
1994 | Japans | Kenzaburo Oë | "Die met poëtische kracht een fantasiewereld schept waarin leven en mythe verdicht worden tot een schokkend beeld van de huidige menselijke situatie." |
1995 | Engels | Seamus Heaney | Voor werken van lyrische schoonheid en ethische diepte, die alledaagse wonderen en het levende verleden tot uitdrukking brengen. |
1996 | Pools | Wisława Szymborska | Voor poëzie die met ironische precisie de historische en biologische context aan het licht laat komen in fragmenten van de menselijke werkelijkheid. |
1997 | Italiaans | Dario Fo | Die in navolging van middeleeuwse hofnarren de macht geselt en de waardigheid van de onderdrukten hoog houdt. |
1998 | Portugees | José Saramago | Die met parabelen gedragen door verbeelding, compassie en ironie steeds weer de vluchtige werkelijkheid tastbaar maakt. |
1999 | Duits | Günter Grass | Wiens dartele zwarte fabels het vergeten gezicht van de geschiedenis portretteren. |
2000 | Chinees | Gao Xingjian | Voor een oeuvre van universele validiteit, bittere inzichten en taalkundige vindingrijkheid, dat nieuwe paden voor de Chinese roman en het Chinese toneel heeft geopend. |
2001 | Engels | V.S. Naipaul | Voor het verenigen van scherpzinnige vertelling en onkreukbare waarneming in werken die ons de aanwezigheid van de verdrongen geschiedenis dwingen in te zien. |
2002 | Hongaars | Imre Kertész | Voor zijn werk dat de broze ervaring van het individu hooghoudt tegen de barbaarse willekeur van de geschiedenis. |
2003 | Engels | J.M. Coetzee | Die in ontelbare vermommingen gestalte geeft aan de overrompelende betrokkenheid van het outsiderschap. |
2004 | Duits | Elfriede Jelinek | Voor haar muzikale stroom van stemmen en tegenstemmen in haar romans en toneelstukken die met een buitengewoon taalkundige geestdrift de absurditeit en onderwerpende kracht van de maatschappelijke clichés blootleggen. |
2005 | Engels | Harold Pinter | Die in zijn toneelstukken de afgrond onder het alledaagse gezwets blootlegt en die de gesloten deur waarachter onderdrukking heerst loswrikt. |
2006 | Turks | Orhan Pamuk | Die in zijn zoektocht naar de melancholieke ziel van zijn geboortestad nieuwe symbolen voor de botsing en verstrengeling van culturen heeft ontdekt. |
2007 | Engels | Doris Lessing | Die heldendichteres van de vrouwelijke ervaring, die met scepsis, vuur en visionaire kracht een verdeelde beschaving heeft bestudeerd. |
2008 | Frans | J.M.G. Le Clézio | Auteur van nieuwe vertrekpunten, poëtische avonturen en sensuele extase, ontdekker van een humaniteit buiten en onder de heersende beschaving. |
2009 | Duits | Herta Müller | Die met poëtische verdichting en prozaïsche zakelijkheid het landschap van de ontheemden optekent |
2010 | Spaans | Mario Vargas Llosa | Voor het in kaart brengen van machtstructuren en voor zijn scherpzinnige beelden van het verzet, de revolte en de nederlaag van het individu |
2011 | Zweeds | Tomas Tranströmer | "Omdat hij met zijn verdichtende, doorschijnende beelden ons een nieuwe toegang geeft tot de werkelijkheid" |
Controverses
De Literatuurprijs heeft een lange geschiedenis van controverses. Van 1901 tot 1912 werd het Comité gekenmerkt door een enge interpretatie van het woord idealisk, waardoor Leo Tolstoj, Henrik Ibsen en Émile Zola geen kans maakten. Gedurende Wereldoorlog I en de daaropvolgende jaren koos het Comité voor neutraliteit; ze bevoordeelde schrijvers afkomstig uit andere neutrale landen.
Er wordt gesuggereerd dat W.H. Audens lauw onthaalde (maar goed verkopende) vertaling van de Nobelprijswinnaar voor de Vrede van 1961, Dag Hammarskjöld's Vägmärken (Markings in het Engels), gepaard met uitspraken over Hammarskjöld tijdens een tour door Scandinavië, die insinueerden dat Hammarskjöld (evenals Auden) homoseksueel was, Auden een kans kostte op de Nobelprijs.
De winnaar van 1970, de Rus Aleksandr Solzjenitsyn, woonde de uitreikingsceremonie niet bij uit angst dat hij niet zou mogen terugkeren naar Rusland, waar zijn werken clandestien circuleerden. Omdat de Zweedse regering weigerde de ceremonie te laten plaatsvinden in de Zweedse ambassade te Moskou, weigerde Solzjenitsyn de prijs helemaal. Hij vond dat de voorwaarden van de Zweden een blaam waren op de Nobelprijs zelf. Toen Solzjenitsyn de prijs in 1974 toch aanvaardde, werd hij gearresteerd en verbannen uit Rusland.
In 1974 waren Graham Greene, Vladimir Nabokov en Saul Bellow genomineerd, maar ze moesten het onderspit delven voor een gedeelde prijs aan twee Zweedse auteurs, Eyvind Johnson en Harry Martinson, die zelf juryleden waren. Bellow zou de prijs winnen in 1976, maar noch Greene, noch Nabokov zouden de eer krijgen de prijs te winnen.
De winnaar Dario Fo in 1997 werd oorspronkelijk nogal als een lichtgewicht beschouwd omdat hij een acteur was en gecensureerd werd door de Rooms Katholieke Kerk. Volgens Fo's Londense uitgever waren Salman Rushdie en Arthur Miller de favorieten, maar de organisatoren dachten dat het te voorspelbaar zou zijn, dat ze te populair waren.
De keuze van de winnaar in 2004, Elfriede Jelinek veroorzaakte kritiek in de Academie zelf. Knut Ahnlud, die sinds 1996 geen actieve rol meer speelde in de Academie, beschouwde het als een onherstelbare blaam op de reputatie van de Nobelprijs voor de Literatuur.
Veel critici en lezers menen dat de literaire kwaliteiten niet het enige criterium zijn. In een bepaalde periode was het Comité bijvoorbeeld enorm geïnteresseerd in Duitse literatuur. Heinrich Böll heeft de prijs gekregen, maar Bertolt Brecht daarentegen niet.
Critici vragen zich af of het bij toekenning van een prijs met zulk een reputatie niet een basiscriterium zou moeten zijn: het onmiskenbaar ingenomen hebben van een plek binnen de wereldliteratuur. De lijst met winnaars overziend kunnen daar in veel gevallen vraagtekens bij worden geplaatst. Daarentegen bevinden vele andere grote schrijvers uit de 20e eeuw, mannen zowel als vrouwen, zich niét tussen de laureaten: James Joyce, Franz Kafka, Marcel Proust, Robert Musil, Vladimir Nabokov, Virginia Woolf, Anna Achmatova, Harry Mulisch enzovoort.
De balans is bovendien slecht voor regio's die minst bevoordeeld worden door het Comité. Slechts één zwarte Afrikaanse schrijver, Wole Soyinka mag zich Nobelprijswinnaar noemen. Andere auteurs daarentegen, zoals Ngugi wa Thiong'o, Chinua Achebe of Nuruddin Farah, werden niet bekroond.
Trivia
- De oudste persoon die tot nu toe de Nobelprijs voor de Literatuur ontving is Doris Lessing, die 88 was toen zij de Nobelprijs in december 2007 in ontvangst nam. De jongste was Rudyard Kipling die 42 was toen hij in 1907 de Nobelprijs ontving.
- Mommsen is de laureaat die het vroegst geboren is (30 november 1817). Begin 21e eeuw is hij 135 jaar eerder geboren dan de meest recent geboren laureaat, Herta Müller (17 augustus 1953).
- De langst levende laureaat is Bertrand Russell die 97 jaar oud werd. De oudste nog levende ontvanger is begin 21e eeuw de 90-jarige Doris Lessing. De kortst levende laureaat is Albert Camus die stierf bij een verkeersongeluk op de leeftijd van 46. Hij ontving de Nobelprijs drie jaar eerder.
- Tv- en radiopersoonlijkheid Gert Fylking startte de traditie om Äntligen (Zweeds voor eindelijk) te roepen bij de bekendmaking van de Nobelprijswinnaar, als protest op de nominatie van de bij het grote publiek min of meer onbekende schrijvers. Fylking is ondertussen al gestopt met zijn 'grap', maar de traditie wordt door anderen voortgezet.
Externe link
- (en) Nobelprize.org
Nobelprijs |
---|