Witten (schilderen)

Met witten wordt het aanbrengen van een muurverf, zoals latex (vroeger witkalk) bedoeld, met een blokwitkwast of een muurverfroller (schapenvachtroller). Dit wordt gedaan in naast elkaar gelegen kleine vlakken, die beurtelings dekkend worden gerold, tot het geheel er helemaal in zit.

Alvorens te beginnen dienen oppervlakten ontvet te worden met lauw water met ammonia, en dienen losse delen verwijderd te worden en oneffenheden geschuurd en uitgevlakt. Soms is het ook nodig om oude verflagen te fixeren, wanneer deze bijvoorbeeld niet watervast zijn (te testen met een natte vinger). Donkere naden kunnen gekit worden met acrylaatkit (nastrijken met natte vinger of kwastje). Plafonds worden eerst gesaust, vanwege het eventuele spatten en knoeien. Deze zijn meestal wit (muren hebben vaak een of meerdere kleurtjes, maar kunnen ook hetzelfde als de plafonds zijn). Wanneer er behang op de muren zit dat niet vervangen wordt, moeten de kanten rondom met een kwast afgezet worden (uiteraard strak en niet het behang overschilderend). Het rollen wil het gemakkelijkst op een rolstok (wat een bezemstok kan zijn, maar beter een professionele stok, die meestal ook uit te schuiven is). Door de roller rondom door de muurverf te rollen (hierbij is het gebruik van een rolnetje gemakkelijk, en wordt er minder geknoeid), wordt een regelmatige verdeling verkregen. Wanneer de roller gereed is voor gebruik moet deze in één beweging tegen het plafond aan gebracht en gelijk uitgerold worden (langzaam rollen i.v.m. spatten). Wanneer telkens vierkante vlakken naast elkaar opgezet worden kunnen deze telkens kruislings doorgerold worden. De laatste haal (uitrol) gaat altijd in de richting van het werk dat al klaar is, en in de richting van het venster (lichtinval). Sowieso zijn voor plafonds meer de mat opdrogende sauzen geschikt, en leidt het verdunnen met water meestal tot een mindere dekkingskracht, wat vaak neer komt op een keer vaker sauzen van het oppervlak.

Een stelregel is om liever dik te verdelen, dan dun niet kunnen verdelen.

Het witten van wanden gaat in principe ook het makkelijks met een stok, indien daar de ruimte voor is, echter dan in banen ter breedte van de roller en van boven tot beneden (eerst afzetten met de kwast). Hierbij moeten sierkapjes van stopcontacten en lichtschakelaars verwijderd worden. Structuur- of gemetselde wanden nemen meer saus op dan gladde oppervlakten.

Zie ook

• Schilderen
• Behangen
• Witten, andere vormen van "witten" (doorverwijzing)