Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Wieksystemen van windmolens
Wieksysteem Dekker
A.J. Dekker uit Hazerswoude bracht rond 1927 voor het eerst zijn gestroomlijnde wieken aan op de poldermolen van Waardenburg.
Dit was nog een zeer vereenvoudigd systeem van de latere Dekkerwiek.
Hij bekleedde de achterzijde van de windborden van het Oudhollandse systeem rond met metaal.
Dit gaf reeds een grote verbetering. Dit systeem is in Nederland enkel nog aanwezig op de Groenendijkse Molen in Hazerswoude-Rijndijk.
Enkele jaren later had Dekker zijn systeem verder ontwikkeld.
Ontwikkeling
Nu werd de roede tot de voorste middenzoom geheel omgeven met een metalen omkleding, dat min of meer een vleugelprofiel heeft, waarbij de achterkant bol is en de voorkant verloopt op de top van de wiek hol, in het midden vlak en bij de as bol. De omkleding loopt aan beide zijden naar achteren spits toe.
Rond 1929 is dit systeem voor het eerst toegepast en sindsdien werden er vele molens "verdekkerd".
Spleetwiek
Rond 1950 ontwikkelde Dekker een ander wieksysteem, de zgn. spleetwiek. Hierbij is ook de achterzijde van de windborden voorzien van een stroomlijnprofiel, maar is er ook een voor- en achterspleet, waar de wind doorheen gaat. Als de windborden worden uitgenomen ontstaat er een fokwiek (zie verder).
Fokwiek
Aangezien er op de fokwiek een octrooi was verleend, zijn er op weinig molens spleetwieken toegepast. Het is nu enkel nog aanwezig op de Broekzijder Molen in Abcoude.