Volhoudbaarheid

Volhoudbaarheid is een ander woord voor duurzaamheid. In omliggende landen zijn er verschillende woorden voor 'duurzaamheid' zoals men die in Nederland en België kent. Sustainable (Engels) en Nachhaltigkeit (Duits) aan de ene kant en durable (Engels) en Dauerhaftigkeit (Duits). De term 'volhoudbaarheid' sluit aan op sustainable en de term 'duurzaamheid' sluit aan op durable. Het woord 'volhoudbaarheid' komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika.

De Delftse hoogleraar Andy van den Dobbelsteen heeft de term volhoudbaarheid in zijn intreerede van de leerstoel 'climax design & sustainability' al in 2010 gebruikt. Ook Marian Minnesma, meerdere keren op nummer 1 van de Duurzame top 100 van dagblad Trouw, sprak in haar 'Duurzame troonrede' op 4 september 2012 over een 'volhoudbare' samenleving en op 2 september 2014 had ze het opnieuw over een volhoudbare en rechtvaardige samenleving.

Sindsdien wordt de term regelmatig gebruikt. De Stichting Circulaire Economie omschrijft dat 'volhoudbaar organiseren van productie en gebruik van grondstoffen' de wijze is om businessmodellen te kantelen naar een circulaire economie. De uitgave 'Connecting Industries' van april 2015, onder andere tot stand gekomen in samenwerking met de provincie Zuid-Holland en gemeente Rotterdam, spreekt over 'De volhoudbare stad'.

Omdat duurzaamheid een containerbegrip is geworden wordt naarstig gezocht naar een ander woord dat de lading dekt. 'Volhoudbaarheid' zou hier een goed alternatief voor zijn. Het heeft bovendien een positieve associatie met 'volhouden' en 'houdbaar'. Dat terwijl duurzaamheid geassocieerd wordt met duur.[1]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties [1] Kennisnetwerk Duurzame ProductKetens (2010), Vierde Diner Pensant ‘mensgerichte business’, Gedragsverandering via positieve associaties p. 9, 25 mei 2010