Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Vleesetende planten

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Vleesetende Cobralelie (Darlingtonia californica)

Vleesetende planten zijn planten die naast voedingsstoffen uit de grond ook kleine dieren (meestal insecten of spinnen) vangen en verteren. Men vindt ze meestal in gebieden met een stikstofarme bodem, zoals moerassen. De planten komen overal ter wereld voor, maar zijn tegenwoordig zeldzaam geworden door het verdwijnend habitat: het ven.

Men zegt dat echte vleesetende planten geëvolueerd zijn in ten minste 10 gescheiden afstammingen. Deze zijn nu vertegenwoordigd door meerdere geslachten in 5 families. Ze beschikken over 630 soorten die hun prooi lokken, vangen en verteren.

Soorten vallen

Kleefval

Een kleefval bestaat uit een kleverige afscheiding die uit de top van kleine steeltjes (cilia) komt. De afscheiding verspreidt een geur die insecten aanlokt. Als een insect ermee in aanraking komt blijft het kleven en doordat het diertje zichzelf probeert te bevrijden komt het alleen maar meer onder het kleefsel te zitten. De afscheiding zorgt ook voor de vertering. Eens een prooi gevangen is plooit het blad zich langzaam (enkele dagen) om het insect, om zo een maximale oppervlakte te beslaan. Planten die dit mechanisme gebruiken zijn de: Zonnedauw, het Vetblad, Drosophyllum en de Byblis

Dichtklappende val

Een klapval bestaat uit twee bladhelften die snel kunnen dichtklappen. Binnenin zitten per blad 3 tot 9 voelhaartjes. Als een haartje in korte tijd meerdere malen wordt aangeraakt, neemt het klapmechanisme aan dat er een dier tussen zit en klapt dicht. Regendruppels en windvlagen gaan te langzaam en "werken" dus niet. Tussen de dichtgeklapte bladeren komt een afscheiding vrij die het insect verteert. De enige planten die van dit principe gebruikmaken zijn de Venusvliegenvanger (Dionaea muscipula) en Aldrovanda vesiculosa. De planten kunnen dichtklappen in 0,5 tot 30 seconden, dat is verschillend per plant.

Bekerval

Een bekerval is een bekervormig blad dat een soort valkuil vormt. Als een insect erin valt, kan het er door de gladde wanden en de nauwe ruimte niet meer uit en wordt het verteerd. Soms zit er ook water in de val waardoor het insect verdrinkt. De Trompetbekerplant (Sarracenia) groeit in Noord-Amerika en heeft langwerpige vallen. De Tropische bekerplant (Nepenthes) groeit in Afrika en Azië en heeft bekers gevuld met water aan het uiteinde van zijn bladeren, waar de ongelukkige prooi in verdrinkt en verteerd wordt. De Zonnebekerplant (Heliamphora) Groeit in Zuid-Amerika en heeft soortgelijke vallen als de trompetbekerplant.

Zuigval

Zuigvallen functioneren alleen onder water. Planten die van dit principe gebruikmaken bouwen binnenin zichzelf een lagedrukgebied op dat plotseling weer wordt opgeheven. Hierdoor worden water en eventuele dieren naar binnen gezogen. Blaasjeskruid (Utricularia) is de enige soort die van dit principe gebruik maakt.

Kweken

Er bestaan verschillende manieren om vleesetende planten te kweken.

  • Zaaien: Door de bloemen van 2 vleesetende planten van dezelfde soort tegen elkaar de vegen, worden ze beiden bevrucht. Na een tijdje zal er dus zaad ontstaan. Dit kan men uitstrooien op een voedselarm grondmengsel. Hierna moet men de grond voldoende vochtig houden met gedestilleerd water of gedemineraliseerd water. Regenwater volstaat ook maar absoluut geen kraanwater omdat er te veel kalk in zit.
  • Bladstekken: Men snijdt hierbij een blad af, zo dicht mogelijk bij zijn basis. Hierna legt men het blad op de grond en strooi er wat van de grond over. Na een tijdje zullen er knoppen worden gevormd.
  • Wortelstekken: Doordat de plant de helft van zijn wortels kan missen, kunnen we de plant ook kweken door een stuk van de wortel af te snijden en ergens anders te planten. Met een stuk van ongeveer 5 cm moet dit lukken.

In het begin kan men best een plastic zak om de pot aanbrengen zodat de lucht vochtig genoeg is. Zet het niet in felle zon maar wel op een plaats met voldoende licht.

Vleesetende planten worden gekweekt om te kunnen verkopen als kamerplant of gewoon voor hobbyisten. De plant is zeer geschikt als kamerplant omdat ze vaak mooie vormen en kleuren heeft, ze groeit bovendien goed bij kamertemperatuur.

Soorten

Er bestaan ook semi-carnivore planten. Aan dit woord worden twee betekenissen toegekend:

  • Planten die wel dieren vangen, maar ze niet zelf verteren. Sommige soorten gebruiken hiervoor bacteriën die op de bladeren wonen. Andere vormen een biotoop voor insectjes die de gevangen insecten opeten en weer uitpoepen. De plant leeft van de poep. Bijvoorbeeld Brocchinia reducta.
  • Planten die dieren vangen en verteren, maar ook in leven blijven zonder dierlijk voedsel. Bijvoorbeeld het vetblad (Pinguicula vulgaris).

De International Carnivorous Plant Society (ICPS) is een internationale vereniging die zich richt op de promotie van alle aspecten betreffende vleesetende planten.

Externe link

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Carnivorous plants op Wikimedia Commons