Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Vitamine D
Vitamine D is een groep vetoplosbare prohormonen (D1 tot en met D5).
De belangrijkste verbindingen in deze groep zijn voor de mens vitamine D3 (ook bekend als cholecalciferol) en vitamine D2 (ergocalciferol).
Calcidiol, hetzelfde als calcifediol of 25 (OH) cholecalciferol (25-hydroxicholecalciferol of 25-hydroxide-vitamine D) is net één stap vóór de actieve vorm van vitamine D, en hoeft niet door de lever gemetaboliseerd te worden.
Beschrijving
Vitamines D zijn secosteroïden. Aangezien ’vitamine’ gedefinieerd wordt als essentiële voedingsstoffen die de mens in zijn voeding nodig heeft en die door het lichaam zelf niet in voldoende hoeveelheid kunnen worden aangemaakt, is de benaming ’vitamine D’ niet helemaal correct, want vitamine D is een (pro)hormoon dat ook in het lichaam aangemaakt. Wel hebben vele mensen een tekort aan vitamine D, vooral omdat zij te weinig zonlicht krijgen.
Vitamine D2 wordt op natuurlijke wijze aangemaakt door planten. Vitamine D3 wordt in het lichaam aangemaakt bij inwerking van zonlicht of uv-B. Beide types van vitamine D worden ook commercieel vervaardigd.
Voor een voldoende toevoer van vitamine D is een passende zon- of uv-B-straling of anderszins extra inname (suppletie) noodzakelijk. Veel mensen hebben een tekort aan vitamine D, vooral wanneer men in een streek woont waar minder zonlicht is, vooral in de winter, of ook vooral wanneer men donkerdere huid heeft, waardoor men minder vitamine D aanmaakt.
Aanmaak in het lichaam
Cholecalciferol (D3) wordt in het menselijke lichaam gevormd uit 7-dehydrocholesterol, wanneer de huid is blootgesteld aan zonlicht, met name ultraviolette straling (Dorno-straling), vooral uv-B. De stand van de zon speelt ook een rol voor de uv-straling: ’s morgens en ’s avonds moet het zonlicht een langere weg afleggen door de atmosfeer en de ozonlaag, waardoor er minder uv aankomt, namelijk niet genoeg om vitamine D te produceren.
De huidige consensus is dat vitamine D gevormd wordt in het dermis, het dieper liggende gedeelte van de huid. Idealiter wordt de meeste vitamine D die we nodig hebben, door het lichaam aangemaakt. Mensen met een donkerdere huid, zijn beter beschermd tegen ultraviolette straling, maar maken minder vitamine D aan.[1] De hoeveelheid die ons lichaam aanmaakt, is afhankelijk van factoren zoals het jaargetijde (is er veel of weinig zon deze tijd van het jaar), het moment van de dag (zonnestralen werken het sterkst tussen grofweg 10.00 en 15.00 uur), de hoeveelheid bewolking en de luchtvervuiling. Grof genomen biedt de zogenaamde ’schaduwregel’ van Kerley een aanwijzing: op de uren van de dag wanneer iemands schaduw korter is dan zijn lichaam, kan het lichaam vitamine D aanmaken, vooropgesteld dat men niet van kop tot teen met kleren of sunscreen bedekt is. Is de schaduw langer dan iemands lichaam, dan is de lichtinval door de atmosfeer te schuin en komt bijgevolg te weinig ultraviolet licht op de huid aan om vitamine D te produceren.[2][3]
Het prohormoon wordt getransporteerd naar de lever en de nieren en daar omgevormd tot het actieve hormoon.
Het lichaam kan vitamine D aanmaken bij bepaalde vormen van lichttherapie. Er zijn verschillende types lichttherapie, met verschillende doelen. Enkel lichttherapie die licht gebruikt in het nauwe spectrum van UVB=licht, van 293-303 nm, is werkzaam voor vitamine D. Bepaalde lampen maken UVB licht zonder het nadelige UVA. Rood en infrarood licht heeft een indirecte werking, omdat het de huid beschermt tegen schadelijke werking van UVA-licht.[4]
Functies
Praktisch elke cel in het lichaam heeft receptoren voor vitamine D. Vitamine D is verantwoordelijk voor een verhoogde absorptie van calcium, magnesium en fosfaat door de ingewanden, en voor verschillende andere biologische functies. Vitamine D speelt een belangrijke rol bij de regulering van het calciumgehalte in het bloed en bij de botvorming. Een vitamine D-tekort leidt op middellange termijn tot rachitis bij kinderen en osteomalacie bij volwassenen. Als hormoon heeft het invloed op wel 5% van het menselijk genoom en is dus van groot belang.
Het heeft een modulerende functie op het immuunsysteem, wat betekent dat het de werking van de immuunafweer kan verhogen of wanneer nodig verlagen door een te hoog niveau van ontsteking in het lichaam te normaliseren. Dit gebeurt door de groei van macrofagen en dendritische cellen te stimuleren. Deze zijn van het grootste belang bij de afweer tegen bacteriën en virussen.
Een metastudie toonde aan dat testpersonen met heel lage vitamine D-waarden 70% minder virale en bacteriële infecties aan de ademhalingswegen kregen wanneer zij vitamine D-supplementen innamen.[5][1]
Mensen met nierproblemen kunnen mogelijk niet voldoende van het actieve hormoon produceren uit het prohormoon vitamine D, wat klinische gevolgen kan hebben zoals demineralisatie van de botten.
Mogelijke verdere gevolgen van een vitamine D-tekort voor de gezondheid zijn het onderwerp van lopend wetenschappelijk onderzoek.
In de voeding
In voedsel komt het voornamelijk voor in vette vis, lever, eigeel, lever en boter.[1] Een bron van niet-dierlijke oorsprong (in de vorm van vitamine D2) zijn paddestoelen, vooral wanneer die in uv-licht hebben gestaan. Vitamine D kan als voedingssupplement aan voedsel toegevoegd worden, zoals men in sommige landen (zoals de Verenigde Staten) bijvoorbeeld doet bij melk. In Europa wordt dit momenteel niet gedaan, maar vroeger wel, om rachitis te voorkomen.
Het heeft de functie van een prohormoon in het lichaam en wordt via een tussenstadium omgezet in het actieve steroïde hormoon calcitriol.
Controle
Om iemands vitamine D-niveau vast te stellen, meet men gewoonlijk het 25-hydroxyvitamine D in het bloed.
Aanbevelingen
De aanbevolen hoeveelheid wordt soms uitgedrukt in IU (international units), wat hetzelfde is als IE (internationale eenheden) en soms in microgram (mcg of µg). Voor vitamine D is 1 IU het biologische equivalent van 0,025 mcg cholecalciferol of ergocalciferol; 1 mcg cholecalciferol of ergocalciferol is dus 40 IU. Met deze factoren kan men de hoeveelheid gemakkelijk omrekenen.[6][7] Vanaf 2021 moet in de Verenigde Staten de hoeveelheid van vitamine A, D of E worden aangegeven in een metrische eenheid (milligram of microgram), en hoeft IU niet meer op de verpakking te staan.[7]
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid varieert enigszins. Dit zijn de aanbevolen minimumhoeveeelheden.
- In Nederland
(Volgens voedingscentrum.nl)[8]
0-70 jaar 10 mcg per dag 70-plussers 20 mcg per dag
- In België
(Volgens health.belgium.be)[9]
0-10 jaar 10 mcg (400 IU) per dag 11-70 jaar 10-15 mcg (400-600 IU) 70-plussers,
zwangeren,
en borstvoeding20 mcg (800 IU)
- European Food Security Agency
De Europese instantie voor de veiligheid van voedingsmiddelen (EFSA) verhoogde de aanbevelingen in 2012. Zij stellen dat de volgende waarden maximum per dag tolereerbaar zijn:Citefout: Na het label <ref>
ontbreekt het afsluitende label </ref>
0-1 jaar 10 mcg (400 IU) 1–70 jaar 15 mcg (600 IU) 70-plussers 20 mcg (800 IU) zwangeren,
en borstvoeding15 mcg (600 IU)
Deze waarden zijn volgens verschillende deskundigen te laag.[10]
Aangezien vitamine D een in vet oplosbare vitamine is, werd lang gewaarschuwd wegens het theoretisch bestaande gevaar van een overdosis (’hypervitaminose D’), omdat het teveel niet zoals bij in water oplosbare vitaminen via de urine wordt uitgescheiden. Een daadwerkelijke overdosis is moeilijk te bereiken. Een niet optimale verzorging met vitamine D heeft meer nadelen dan een vrij hoge toevoer van vitamine D. Om een toxisch niveau te bereiken, dient men volgens de Mayo Clinic maandenlang meer dan 60.000 IU per dag in te nemen.[11] Dit is wel een veelvoud van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (in de Verenigde Staten).[11] Wanneer de bloedwaarde rond de 250 nmol/l bereikt, kunnen problemen opduiken. Dit wordt pas bereikt door geruimere tijd meer dan 10.000 IU per dag te nemen. De Mayo Clinic waarschuwt voor bijwerkingen bij vrouwen die meer dan 4000 IU per dag gebruiken.[12]
Verscheidene specialisten doen de aanbeveling om niet de aanbevolen minimumhoeveelheden als richtlijn te nemen, maar te streven naar een optimaal niveau aan vitamine D. De officieel aanbevolen hoeveelheid stamt uit de 19e eeuw, toen men vaststelde dat deze dosis helpt om rachitis te voorkomen. Destijds werkten nog meer mensen buiten op het veld werkten en niet op kantoor, waardoor zij meer gelegenheid hadden om vitamine D aan te maken.
Het doel is een bloedwaarde van 75 nmol/l (wat overeenkomt met 30 ng/mL). Wanneer iedereen 1000 IU per dag zou innemen, zou dit bij 50% van de mensen bereikt zijn. Indien iedereen 2000 IU zou innemen, zou rond de 85% van de bevolking de aanbevolen bloedwaarde krijgen van 75 nmol/l zonder toxische gevolgen. Bij mensen op leeftijd of met overgewicht kan meer nodig zijn om het optimale niveau te bereiken. Ook bij sporters worden in Nederland vaak hoge doseringen geadviseerd van 2000-3000 IU per gelcapsule. Er zijn ook studies geweest die aantonen dat bij een tekort aan vitamine D, tijdelijke doseringen tot 6000 IU per dag, veilig gebruikt kunnen worden.[13]
Overdosering
Er zijn gevallen bekend van overdosering met vitamine D. Een man van middelbare leeftijd nam enkele maanden elke dag 150.000 IU vitamine D en diverse andere supplementen, leed ook aan verschillende aandoeningen, en kreeg na ongeveer een maand last van braken, misselijkheid, buikpijn, beenkrampen, tinnitus, droge mond, dorstgevoel, diarree en gewichtsverlies. Hoewel hij stopte met het innemen van de supplementen, bleven de symptomen aanhouden.[14]
Een oudere persoon in België nam twee maanden lang elke dag de hoeveelheid vitamine D die bedoeld was als dosis voor een hele maand.[15] De patiënt werd apathisch en overleed.
Vooral bij kinderen kan een overdosering met vitamine D tot ernstige gevolgen leiden. De vitamine D kan ervoor zorgen dat een verhoogde hoeveelheid calcium in het bloed aanwezig blijft (hypercalcemie), wat zich op verchillende organen kan uitwerken.
Geschiedenis
In 1822 publiceerde de Poolse medicus Jedrzej Sniadecki voor het eerst dat voldoende zonlicht effectief zou kunnen zijn bij het behandelen van rachitis. Het duurde wel een eeuw voor dit idee doordrong tot de mainstream geneeskunde.[16]
In de jaren 1920 werd een onbekende stof in kabeljauwlever ontdekt, die in staat was om de toen wijdverspreide ziekte rachitis te genezen door de opname van calcium uit de voeding te bevorderen.[17] Bij rachitis ontstaan door een storing in de calciumopname weke botten en daardoor misvormingen in de opbouw van het skelet. Omdat er al enkele vitaminen bekend waren, noemde men de nieuw ontdekte stof vitamine D.
In 1928 kreeg de Duitse scheikundige Adolf Otto Reinhold Windaus de Nobelprijs omdat hij aantoonde dat cholesterol in het lichaam omgebouwd wordt tot cholecalciferol.
Cholecalciferol (vitamine D) is nu geïdentificeerd als een levensnoodzakelijk steroïdehormoon, dat medeverantwoordelijk is voor de functie van 229 genen in onze cellen.
Weblinks
- Académie Nationale de Médecine, Vitamin D and Covid-19 Press release from the French National Academy of Medicine, 22 May 2020, http://www.academie-medecine.fr/wp-content/uploads/2020/05/20.5.22-Vitamine-D-et-coronavirus-ENG.pdf
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 1,2 Dr. John Campbell, Are you getting enough Vitamin D?
- º How important is vitamine D?
- º Downham TF 2nd. The shadow rule: a simple method for sun protection. South Med J. 1998 Jul;91(7):619-23. PMID 9671831. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/9671831/
- º https://rouge.care/blogs/rouge-red-light-therapy-blog/red-light-therapy-vitamin-d-covid-19
- º A. R. Martineau et al., Vitamin D supplementation to prevent acute respiratory tract infections: meta-analysis, BMJ, 15 Feb 2017. doi: 10.1136/bmj.i6583
- º https://www.thecalculatorsite.com/articles/units/convert-ui-to-mcg.php
- ↑ 7,0 7,1 https://walrus.com/questions/converting-units-iu-of-vitamin-d-to-micrograms-mcg
- º https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-d.aspx
- º https://www.health.belgium.be/sites/default/files/uploads/fields/fpshealth_theme_file/hgr_9164_9174_advies_voedingsaanbevelingen.pdf
- º vb. dr. Raymund von Helden; dr. Michael F. Holick
- ↑ 11,0 11,1 https://www.mayoclinic.org/healthy-lifestyle/nutrition-and-healthy-eating/expert-answers/vitamin-d-toxicity/faq-20058108
- º https://www.mayoclinic.org/drugs-supplements-vitamin-d/art-20363792
- º Orthokennis.nl/Vitamine D Website bezocht op 11 januari 2021, 19.15 (CET)
- º Alkundi A, Momoh R, Musa A, et al, Vitamin D intoxication and severe hypercalcaemia complicating nutritional supplements misuse, BMJ Case Reports CP 2022;15: e250553. doi: 10.1136/bcr-2022-250553
- º Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, 17 maart 2023, https://www.fagg.be/nl/news/flash_vig_news_medicatiefout_opgepast_voor_specialiteiten_met_hoge_concentraties_aan_vitamine
- º Michael F. Holic, Shining light on the vitamin D, Dermatoendocrinol. 2009 Jan-Feb; 1(1): 4–6. doi: 10.4161/derm.1.1.7806, PMID 20046581, https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2715200/
- º Steenbock H, Black A. Fat-soluble vitamins. Journal of Biological Chemistry. 1924;61(2):405–22.