Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ventrogluteale inspuiting

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wikisage is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of toepassing van de in dit lemma gegeven medische informatie.    lees meer

Ventrogluteaal inspuiten of injecteren is een van de mogelijke technieken voor intramusculaire injecties. Bij ventrogluteaal inspuiten wordt medicatie via een naald toegediend in het spierweefsel van de gluteus medius, de middelste bilspier. De techniek is al bekend sinds de jaren '50, maar ze wordt niet erg vaak gebruikt omdat een groot deel van de verpleegkundigen en artsen niet of niet voldoende vertrouwd zijn met de methode en de meer gebruikelijke methode eigenlijk nooit probleem veroorzaakt.

Weinig toegepast

De ventrogluteale techniek is in de jaren 1950 ontwikkeld om een zenuwkwetsuur die bij een niet goed uitgevoerde injectie in de bil kan ontstaan, te vermijden. Hoewel er weinig nadelen in de literatuur beschreven zijn, wordt de techniek maar weinig toegepast en in de meeste opleidingen niet aangeleerd. Er is ook verwarring geweest rond de benaming: men sprak vroeger over de anterior laterale benadering. [1][2][3]

De enige gerapporteerde complicaties zijn schade aan musculus tensor fasciae latae, een spiertje om de heup, en lokale reactie op medicatie.[4]

Plaatsbepaling

Bestand:Vg foto.jpg
plaatsbepaling ventrogluteale techniek: foto

Plaats de tegengestelde handpalm (linkerhand voor rechterheup) op de grote femurtrochanter. Spreid wijsvinger van ringvinger. De wijsvinger wijst naar de SIAS[5], het bovenste botpunt van het bekken (darmbeen, of os ilium) aan de voorzijde. De ruimte gevormd tussen wijs- en middenvinger omsluit de inspuitingsplaats.[6][7][8] [8] [6] Bij deze methode prikt men de musculus gluteus minimus en medius aan, ze overlappen elkaar.[1][8]

Eigenschappen

De techniek is geschikt voor toediening van grote hoeveelheden (tot 5ml) visceuze en potentieel irriterende geneesmiddelen.

Voordelen Nadelen
objectieve plaatsbepaling door beenderige oriëntatiepunten moeilijkere landmarking dan bij andere technieken
Makkelijke palpatie en lokalisatie Onbekend terrein en kennistekort bij verpleegkundigen
Door overlapping van diepe structuren heeft men een grotere gluteale spierdikte om in te spuiten Sommige bijsluiters melden dat een geneesmiddel specifiek in de dorsogluteale spier moet worden ingespoten
Subcutaan vet is dun en consistent Bekkenkam is moeilijker te vinden bij patiënten met flink overgewicht
Vrij van grote vaten en grote zenuwen Grote of kleine handen vragen aanpassing van de techniek
Voldoende spierweefsel bij atrofiërende spieren Prikaccident mogelijk bij het niet weghalen van de hand
Vanaf de leeftijd van 7 maanden is de spier ontwikkeld
Toegankelijk in 3 posities

[1][2][4][6][8]

Instructiefilm

Een instructiefilm verduidelijkt de vaak onbekende ventrogluteale techniek aan werkende en/of studerende verpleegkundigen. De film bestaat uit 3 delen: in de inleiding zijn er de intramusculaire inspuitingen, daarna wordt de plaatsbepaling van de 5 mogelijke technieken toegelicht met een uitdieping van de ventrogluteale techniek. Als laatste wordt er een algemene aanbeveling gegeven rond het toedienen van een intramusculaire inspuiting.

Bibliografie

  • Carter - Templeton, H., & Mc Coy, T. (2008). Are We on the Same Page?: A Comparison of Intramuscular Injection Explanations in Nursing Fundamental Texts. Medsurge Nursing, 17(4), 237-240.
  • Cocoman, A., & Murray, J. (2008). Intramuscular injections: a review of best practice for mental health nurses. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, 15, 424-434.
  • Donaldson, C., & Green, J. (2005). Using the ventrogluteal site for intramuscular injections. Nursing Times, 101(16), 36-38.
  • Floyd, S., & Mayer, A. (2007). Intramuscular. Kaitiaki Nursing New Zealand, 13(6), 20-22.
  • Geeraert, B., de Vaal, W., De meester, K., & De Vuysere, S. (2010). Intramusculaire inspuiting: een evidence-basedprocedure. Verpleegkunde, 4,13-17.
  • La Rochelle, J. S. (2011). Authenticity of instruction and student performance: a prospective randomized trial. Medical Education 45 (8), 807-817
  • Mishra, P., & Stringer, M. D. (2010). Sciatic nerve injury from intramuscular injection: a persistent and global problem. The International Journal of Clinical Practice, 64(11), 1573-1579.
  • Walsh, L., & Brophy, K. (2010). Staff nurses’ site of choice for administering intramuscular injections to adult patients in the acute care setting. Journal of Advanced Nursing, 67(5), 1034-1040.
  • World Health Organisation. (2010). Sign 2010 meeting: Report of the Annual meeting of the safe injection global network. Gevonden op het internet op 24-02-2012, op http://www.who.int/injection_safety/toolbox/sign2010_meeting.pdf

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow