Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Trypofobie
De term trypophobia [1], of trypofobie in het Nederlands, werd voor het eerst gebruikt in 2005. Het is een combinatie van het Griekse trypo (perforeren of boren van gaten) en fobie.[2] Ondanks het feit dat het niet officieel erkent is door de American Psychiatric Association's Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders,[2][3] beweren duizenden mensen door de fobie beïnvloed te worden, wat angst inhoud voor objecten met kleine gaten, zoals bijenkorven, mierenhopen en kopjes van lotus zaad.[3]
Onderzoek
Onderzoek naar deze voorgestelde fobie is beperkt en onderzoekers Arnold Wilkins en Geoff Cole beweren de eerste te zijn om trypofobie wetenschappelijk te onderzoeken. Volgens hun onderzoek is de reactie gebaseerd op een biologische afkeer en niet op een aangeleerde culturele angst. In een onderzoeksartikel dat ze schreven voor het wetenschappelijk tijdschrift Psychological Science wordt uitgelegd dat het fenomeen gebaseerd is op een hersenreactie die de vormen associeert met gevaar. Volgens het artikel omvat de soort vormen die deze reactie uitlokken onder andere "gebundelde gaten in huid, vlees, hout, planten, koraal, spons, schimmel, gedroogde zaaddozen en honingraten". Verder beschrijft het artikel de proefpersonen de reactie voelen als "dat hun huid kruipt, huiveringen, jeuk, en fysieke ziekte". Redenen die de proefpersonen noemen voor deze fobie zijn "dat de gaten er walgelijk uitzien", "dat ze in de gaten zouden kunnen vallen" of "dat er iets zou kunnen leven in deze gaten".[4][5]
Met gegevens en informatie van Trypophobia.com analyseerden Wilkins and Cole voorbeeld beelden voor hun "luminescentie, contrast, golflengte van het licht" en andere componenten. [6] Na bespreking met iemand die lijdt aan trypofobie en de gelijkenis tussen de negatieve reactie op beelden van giftige dieren, concludeerden de onderzoekers dat de reactie een onbewuste reflex is in een primitief deel van het brein. [4][7]
Zie ook
Linken
Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)
- º "The improbable horror of clusters", Statesman Journal, 11 December 2010. Geraadpleegd op 04 October 2012.
- ↑ 2,0 2,1 Abbasi, Jennifer. "Is Trypophobia a Real Phobia?", July 25, 2011. Geraadpleegd op October 2, 2012.
- ↑ 3,0 3,1 Thomas, Gregory. "Phobia about holes is not officially recognized, but U.K. scientists look into it", October 1, 2012. Geraadpleegd op October 2, 2012.
- ↑ 4,0 4,1 Danielle Elliot. "Understanding trypophobia: Why some people fear holes", September 5, 2013. Geraadpleegd op September 15, 2013.
- º Rose Eveleth. "Trypophobia Is a Fear of Holes", September 5, 2013. Geraadpleegd op September 15, 2013.
- º Joe Palca. "The Inside Story On The Fear Of Holes", September 4, 2013. Geraadpleegd op September 15, 2013.
- º (2013). Fear of Holes. Psychological Science 24 (10): 1–6. DOI:10.1177/0956797613484937. Geraadpleegd op September 15, 2013.