Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Trevor Horn

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Trevor Charles Horn (geboren op 15 juli 1949 in Durham, Engeland) is een vooraanstaande muziekproducent, songwriter en muzikant. Vooral als producent heeft Horn een grote staat van dienst. Zijn werk is bekroond met drie BRIT-awards en een Grammy-award. Ook als artiest boekte hij successen met de bands The Buggles, Yes en Art of Noise.

Jeugd

Sinds zijn vroegste herinneringen is Trevor Horn al uiterst gefascineerd zowel door muziek als muziekapparatuur, geluidsdragers. Als muzikant is hij van huis uit bassist en gitarist. Later heeft hij ook toetsen leren spelen. In zijn schooltijd maakte hij deel uit van het jeugdorkest van zijn school. Zijn vader was bassist in een lokale jazzband, later verving Trevor Horn hem daar soms. Zelf trad Trevor op in pubs waarbij hij mensen vroeg om een willekeurig nummer van Bob Dylan te noemen, en hij zou het zingen. Hij ging vroegtijdig van school omdat zijn schoolresulaten achteruit gingen, mogelijk als gevolg van de grote gedrevenheid waarmee hij met muziek bezig kan zijn (later zouden studio-dagen van 16 uur of meer volkomen normaal voor hem zijn!). Direct na zijn schooltijd heeft hij eerst gedurende korte tijd een baan bij een bedrijf gehad. Daarna is hij voor de volle honderd procent overgegaan op een muzikale broodwinning. Gezien de leeftijdscategorie die uit voorgaande is af te leiden, zal hij dus op zijn achttiende, dus uiterlijk in 1967, zijn brood zijn gaan verdienen met muziek, m.a.w. het begin van zijn professionele muzikale carrière ligt hier reeds (en niet bij The Buggles, zoals nog vaak wordt beweerd). Over deze periode van de late jaren zestig is (nog) nagenoeg niets bekend.

De jaren zeventig

Informatie over de eerste helft van de jaren zeventig is uiterst fragmentarisch. Zelfs als er iets bekend is over een bepaald gedeelte van die periode van zijn carrière, dan sluit dat zeer zeker niet uit dat er daarnaast meer activiteiten waren. Dit kenmerkt namelijk de perioden waarover wel inmiddels meer over bekend is. Duidelijk is in elk geval dat hij telkens zijn tijd verdeelt tussen het muzikantenbestaan en het werken met opname-apparatuur, kortom precies de fascinaties die hij van kindsbeen al had, ongeacht het succes. Natuurlijk kon hij zich het hoofd boven water houden met optredens in bands of sessies, maar het echte succes wilde maar niet komen.

Canterbury Tales, 1971

Misschien is het volgende een illustratief voorbeeld voor zijn bestaan in de vroege jaren zeventig. In 1971 zat hij zes maanden lang als bassist/zanger bij een band die Canterbury Tales heette, die gebaseerd was in of bij Leicester. In de weekends haastten ze zich naar de ballrooms of andere poppodia in de regio. Wie het snelste busje bezat, bemachtigde als eerste een poppodium. Het kwam zelfs tot een tour in Noorwegen, maar daar streek de tourpromotor zodanig veel van het geld op, dat de berooide bandleden zelf maar hun weg naar Engeland moesten zien terug te vinden, met geleend geld van rijke ouders van lieftallige Noorse meisjes die ze daar hadden ontmoet. Een van de bandleden wist zich Trevor Horn nog prima te herinneren als iemand die uitstekend overweg kan met zowel bas als toetsen, en een onderhoudend gesprekspartner met een groot gevoel voor humor. En dat hij in het bezit was van een meersporenrecorder. Daarmee nam hij thuis eigen muzieknummers op die hun tijd ver vooruit waren ("very advanced stuff for the time"). Nog voor het ooit van plaatopnames zou komen ging de groep uit elkaar. Twee van de leden van Canterbury Tales zouden later bekend worden met de groep Vanity Fare. Met een van hen heeft Trevor Horn nog een tijdje in Londen in de lounge-band van een duur hotel in London gespeeld. Wat er op kan wijzen dat Trevor Horn toen tijdelijk in Londen woonachtig is geweest.

Drumbeat Studios

Grote platenstudio's gingen in 1972 of 1973 over tot de aanschaf van de eerste 8-sporenrecorders. Trevor Horn had een van de eerste in Engeland, zoals hij in een interview zei. Ongeveer in 1973 zal Trevor Horn er dus ook een gehad hebben... thuis, in Leicester. Hij had daar een studio opgezet met de naam Drumbeat Studios, samen met een partner genaamd Gary Osborne (niet geverifieerd of het hier om de songwriter Gary Osborne gaat of iemand anders met dezelfde naam). Drumbeat Studios zou uiteindelijk maar een leven van een half jaar beschoren zijn. Met zekerheid is te zeggen dat er nooit een plaat in opgenomen is geweest. Het idee was om er demo's voor anderen op te nemen, die konden dan gebruikt worden voor presentatie zoals het zich kandidaat stellen voor een songfestival, het benaderen van een platenmaatschappij, of het deponeren van songs bij een muziekuitgeverij. Platenmaatschappijen zoeken namelijk regelmatig door bestanden van muziekuitgeverijen heen, op zoek naar nummers voor hun artiesten. Op deze manier is trouwens later ook een vroeg Buggles-nummer in het repertoire van Dusty Springfield beland (zonder dat zij zich overigens ervan bewust was wie daar achter zat, zo bleek later). Naar eigen zeggen "arrangeerde" Trevor Horn de demo's. In feite is de klassieke betekenis van een arrangeur iemand die muziek bewerkt nog vóór het opnameproces. Trevor Horn deed dit tijdens de opnamefase, en het is natuurlijk in zijn geval ook onvermijdelijk dat hij dan op de sound van de opname let.

Muzikantenbestaan

Op een nu niet meer bestaande website van het Mike Kemp Trio (een jazzcombo) staat een foto uit 1975 waarin hij, Mike Kemp en nog een derde persoon afgebeeld staan, met het onderschrift "Trevor Horn & the Hornets". Via zijn vader is Trevor Horn vertrouwd met de jazz, hij speelt zelf ook de grote staande bas. Waarschijnlijk gaat het hier om een jazzcombo. Trevor speelde ook wel eens sessies voor plaatopnames, maar zonder dat zelfs bij fans bekend is wanneer en voor wie. Naar eigen zeggen was dat voor allerlei "dimestore records" wat zoveel betekent als platen die in de uitverkoop worden gedaan omdat ze geen succes geworden zijn.

Tina Charles

In 1977 verhuisde Trevor Horn van Leicester naar Londen. Trevor Horn was in die tijd muzikaal directeur van de begeleidende band van Tina Charles, een wereldhits scorende discozangeres uit die tijd. De leden van die band waren Trevor Horn, Geoff Downes (de latere Buggles), Bruce Woolley (mede schrijver van Video Killed the Radio Star), Roger Odell en Keith Winter (later oprichters van Shakatak). Trevor Horn had enige tijd een relatie met Tina Charles, maar tot een huwelijk kwam het niet. Tina ging niet zo heel erg vaak op tournee, waardoor de leden van haar band aanzienlijk veel tijd overhielden voor andere activiteiten. In het geval van Trevor Horn werd die vrije tijd goed gevuld (of volgepropt?) met muzikale bezigheden. Zo speelde Trevor Horn bas in de huis-bands van diverse uitgaansgelegenheden (ballrooms, clubs), en in deze tijd produceerde hij al platen, een activiteit die in het late gedeelte van de jaren zeventig bij hem steeds meer op de voorgrond is gaan treden.

Producer

De bij zijn fans vroegst bekende Trevor Horn-producties dateren uit 1977. Volgens Trevor Horn zelf echter was hij reeds vier jaar als producer actief voor Video Killed the Radio Star, of zei hij in het voorjaar van 1982 dat hij zes jaar in dat vak zat. Dit wijst op 1975 of 1976 als het begin van zijn carrière als producer. Het is dus niet uitgesloten dat er producties uit die tijd blijken te bestaan. De genres waarmee hij zich in die tijd bezighield zijn disco, rock, en popmuziek van een wat minder uitgesproken genre (soms met wat soul invloeden). Er zijn twee soorten platen waar hij mee te maken heeft: 1) platen die in de platenstudio door hem geproduceerd zijn, en 2) platen waar hij demo's voor heeft opgenomen of songs mede heeft geschreven, en waar hij op een deel ervan ook muzikant is, maar die uiteindelijk door een ander zijn geproduceerd. Deze laatste zijn ontstaan doordat hij, Bruce Woolley, Rod Thompson, Geoff Downes in diverse combinaties nummers schreven die bij muziekuitgeverijen werden gedeponeerd. Op platen waar Bruce Woolley en Rod Thompson tot de uitvoerende artiesten behoren (Boogatti, RB Zipper, Fallen Angel & the Tina Charles Band, Silver Spectre) speelt hij zelf ook mee.

In de jaren zeventig geproduceerd door Trevor Horn:

  • Lips - Say Hello To My Girl (1977)
  • Allan Stewart - Heaven Above (1977)
  • John Howard - I Can Breathe Again (1977), in 2005 samen met 3 andere nummers uitgebracht op de CD Can You Hear Me OK
  • Fallen Angel & the Tina Charles Band - Don't Come Back (1977)
  • The Killers - Killer on the Dance Floor (1978) (onderdeel van gelijknamige musical, onbekend of daar meer van op plaat is verschenen, bij muziekuitgeverij Carlin Music staan een aantal nummers waar Trevor Horn mede songwriter van is die waarschijnlijk bij deze musical horen).
  • Chromium - LP Star to Star met 3 daarvan getrokken singles (1978-79)
  • Big A - Caribbean Air Control (later opnieuw uitgebracht onder de naam Chromium) (1978).
  • Christopher Trevor & the Gnasher Bashers - Oscar and the Great Wooferoo (1979)
  • Dan-I - Monkey Chop (alleen gemixt, niet geproduceerd) (1979)
  • Jags - Back of My Hand (1979)
  • Tina Charles - Love Me Now (b-kant van Makin' All the Right Moves) (1978)
  • Gardner & Boult - Hollywood (1979)
  • Gardner & Boult - Magic Eyes (1979)

2) Demo's opgenomen dan wel songs geschreven dan wel sessies

  • Dusty Springfield - Baby Blue (1979) (mede geschreven
  • Bruce Woolley & the Camera Club - Johnny (1979) (mede geschreven)
  • Cherry Laine - Speed Freak Sam (1979) (demo gemaakt)
  • Silver Spectre - Disco Invader (1979) (demo geproduceerd, Trevor Horn op basgitaar)
  • Boogatti - Come Back Marianne (1977) (b-kant geschreven, demo gemaakt)
  • RB Zipper - Come Back Marianne (1977) (demo gemaakt)
  • RB Zipper - Cruisin' with the Fonz (1976) (mogelijk demo gemaakt)
  • Mia Patterson - Dr. Bop (1979) (mogelijk demo gemaakt)
  • The Raes - Don't Turn Around (1979) (mogelijk demo gemaakt)

Een groep die hij in een interview zegt geproduceerd te hebben, maar waar in credits niets van terug te vinden is, is de punkgroep The Unwanted (niet te verwarren met een hedendaagse band met die naam). Het is wel duidelijk dat er 2 personen bij betrokken die in die tijd met hem werkten.

De muziekuitgeverij waar zijn meeste oude producties zijn ondergebracht heet "Everblue Music". Dit is een muziekuitgeverij die eigendom was of is van Alex Everitt, degene die de platen van Big A en Chromium met hem maakte.

Tina Charles' plaatopnamen kennen met uitzondering van een enkel b-kantje geen inbreng van Trevor Horn. Maar er zijn twee video's van live nummers op Youtube te zien die een karakteristiek Trevor Horn geluid van die tijd laten horen.

De mentaliteit van het herinvesteren van opbrengsten in nóg iets beters is duidelijk een van Trevor Horn's eigenschappen. Zo is hij heden ten dage (onder andere) eigenaar van 2 platenlabels (ZTT en Stiff Records), een aantal muziekuitgeverijen (waaronder Perfect Songs) en vier top-studio's (Sarm Studios). Het is dus zeer aannemelijk dat hij toendestijds ook al alles wat hij had investeerde in zijn producties. Maar telkens flopten ze. Dat frustreerde hem steeds meer, zodat hij het uiteindelijk zelf ging proberen als artiest, met the Buggles. Toen Video Killed the Radio Star kon worden opgenomen dankzij een ruim budget dat door Island Records beschikbaar werd gesteld, zat Trevor Horn financieel op het punt van bankroet. Het succes is dan ook geen moment te laat gekomen. En door wat hij in die voorgaande periode allemaal had geleerd, zou hij het met het volste vertrouwen tegemoet kunnen zien.

Het succes sinds The Buggles

Een waterscheiding in de carrière van Trevor Horn is het succes van The Buggles. De groep werd in 1979 bekend met de hit Video Killed the Radio Star, die in 1981 als allereerste videoclip werd vertoond op muziekzender MTV. Horn voegde zich in 1980 korte tijd bij de rockgroep Yes en richtte later Art of Noise op. Zijn meest recente band, The Producers, stamt uit 2006. In deze band werkt Horn samen met andere muzikanten/producenten zoals Lol Crème, Steve Lipson en Chris Braide.

Sinds 1981 is Horn als producent actief. Hij produceerde het succesvolle album The Lexicon of Love van de band ABC, dat in 1982 verscheen. Grotere commerciële successen dienden zich aan in 1984. Voor de band Frankie Goes to Hollywood produceerde Horn grote hits als Relax en Two Tribes. Ook de single Do They Know It's Christmas van Band Aid is door Horn geproduceerd. Frankie Goes to Hollywood is de best verkopende band van 1984, de single van Band Aid één van de best verkochte singles allertijden.

Een keur aan artiesten heeft sindsdien gebruikgemaakt van Horn als producent: Cher, Grace Jones, Seal, Propaganda, Tina Turner, Lisa Stansfield, Tom Jones, Paul McCartney, Pet Shop Boys, Simple Minds, Eros Ramazzotti, Mike Oldfield, Marc Almond, Charlotte Church, t.A.T.u, LeAnn Rimes en Belle & Sebastian.

In november 2004 heeft in de Wembley Arena een concert plaats ten behoeve van een goed doel, waarbij het werk van Trevor Horn als muziekproducent centraal staat. Verschillende artiesten met wie Horn samenwerkte, treden op met nummers die Horn produceerde. Rond dezelfde tijd verschijnt er compilatie-album getiteld Produced by Trevor Horn. Zijn meest recente werk als producent zijn de albums Fundamental van de Pet Shop Boys en het debuutalbum This is Hazelville van de band Captain, die beiden in 2006 verschenen.

Horn is sinds 1979 ook als songwriter actief. Hij droeg onder meer bij aan het nummer Baby Blue van Dusty Springfield uit 1979, Owner of a Lonely Heart van Yes uit 1983, Buffalo Gals van Malcolm McLaren en Slave to the Rhythm van Grace Jones uit 1985. Horn bezit een groot aandeel in het platenlabel ZTT Records en startte in 1982 een eigen maatschappij, Perfect Songs, gericht op het publiceren van muziek. Hij is sinds 1980 getrouwd met Jill Sinclair. Samen hebben ze een zoon en drie dochters.

referenties

  • The Most Wanted Man in Pop (tijdschrift The Face, 1982)
  • A Studio Wunderkind (tijdschrift Musician, maart 1984)
  • Trevor Horn, 25 years of hits (tijdschrift Sound on sound, maart 2005)

Externe links