Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Timotheegras

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Vooraf

Ten tijde van de Flora van Nederland 1909-1911 betrof dit 1 soort en heel lang is dit ook zo gebleven. In vele flora's beschouwt men beide soorten nog steeds als ondersoorten. In sommige opvattingen zijn het zelfs geen ondersoorten maar is het 1 en dezelfde soort.

Beschrijving

Deze soort heeft een korte wortelstok, is vaak dicht zodenvormend, zij heeft vaak 5 cm lange uitlopers, die in de meestal min of meer verdikte knopen wortelen. De plant is lichtgroen en heeft een rechtopstaande of geknikt opstijgende, gladde stengel. De bladen zijn tot meer dan 30 cm lang met meestal 3-8 mm brede, geleidelijk naar boven versmalde schijven, die duidelijk naar voren ruw zijn. Het tongetje is aan de onderste bladen meestal slechts 2 a 3 mm lang, vrij breed en tamelijk stomp, aan de bovenste langer (tot 5 mm), meer spits, vaak van franje voorzien. De aarpluim is meestal smal cylindrisch, tot 9 mm dik en tot 14 cm lang, zeldzamer kort, ei- tot bolrond, stomp. De zijtakken zijn ver met de spil verbonden. De kelkkafjes zijn langwerpig, 2-3 mm lang, dubbel zo lang als de kroonkafjes, afgeknot, witachtig vliezig met stevige, groene kiel, die in de groene, stijve naald uitloopt, zelden zwartachtig, aan de kiel met lange, witte haren gewimperd. De kelkkafjes zijn duidelijk langer dan de naald. Het onderste kroonkafje is witachtig vliezig, aan de afgesneden top getand. De vrucht is bol- tot eirond. 20-100 cm. Juni, juli, soms tot de herfst.

Sleutel

naar de twee soorten:

1 Klein timoteegras Phleum nodosum heeft 3-5 mm lange kelkkafjes met langere naald dan bij de soort. De stengel is aan de voet bijna steeds knolvormig verdikt, niet langer dan 40 cm, wat slap. De aarpluim is meestal smal, niet meer dan 6 mm dik. De kelkkafjes zijn vaak zwartachtig. De slappe, lage stengel en de smalle pluim zijn voor deze varieteit betere kenmerken dan de knolvormige stengelverdikking.

1 Gewoon timoteegras Phleum pratense is in alle delen groter, vooral de aarlengte, -breedte (tot 9 mm) en totale hoogte van de plant (meestal groter dan 40 m). Ook kan de stengel iets verdikt zijn.

Gelijkende taxa

Beide soorten onderscheiden zich van Grote vossenstaart Alopecurus pratensis door de stijve wimpers en de korte, stijve naalden. Grote vossenstaart is overigens een veel vroeger in bloei staande soort. Tegen juni zal ze grotendeels zijn uitgebloeid.

Bijzonderheden

De bloemen zijn volgens sommigen proterogynisch, volgens anderen homogaam.

Verspreiding

Vooral Gewoon timoteegras is wijd verspreid over de aardbol, maar alleen inheems in Europa en een aanzienlijk deel van Azie. In Australie, Noord- en zuidelijk Zuid-Amerika en een aanzienlijk deel van het oosten van Azie is het een geintroduceerde soort. Beide soorten komen in heel Europa in weiden, aan wegranden en in bossen voor. Vooral Gewoon timoteegras is een goed voedergras en om die reden waarschijnlijk naar andere werelddelen gebracht.

Naamgeving

De naam timoteegras wordt het meest gebruikt, verder in Friesland weetraai, in Groningen doddegras, hanepoten en motraai. Phleum = van het Grieksche phleos: bast. De naam is vroeger gegeven aan een ander gras, nu Ampelodesmos mauritanicus (een mediterraan hoog, stevig gras), waarvan de stengels voor vlechtwerk gebruikt werden. pratense = weide, nodosum = knopig. Timoteegras = naar Timothy Hansoe, een Engelsman, die het uit Amerika naar Engeland als geschikt voedergras overbracht, van waar het verder in Europa verspreid werd. Later bleek het een gewoon inheems gras te zijn. Gezien de verwijzing naar Timothy zou de Nederlandse naam logischerwijs met een h zijn: Timotheegras. Zo was het vroeger ook.

Referenties

Plantsoftheworldonline.org

Verspreidingsatlas.nl

Tekst

Blz. 465, deel 1 van de Flora van Nederland 1909-1911 (3 delen) door H. Heukels. Aangevuld: Rutger Barendse 2020 (alle items).