Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Thomas Corneille
Thomas Corneille (Rouen, 20 augustus 1625 - Les Andelys, 8 december 1709) was een Frans jurist en auteur van toneelwerken.
Levensloop
Thomas Corneille was de jongste zoon van advocaat Pierre Corneille (°1572), die in 1637 in de adel werd opgenomen, en van Marthe Le Pesant. Hij was negentien jaar jonger dan zijn broer, de dramaturg Pierre Corneille. Hij werd sterk beïnvloed door zijn broer, van wie hij het voorbeeld wilde volgen. Net zoals Pierre studeerde hij bij de jezuïeten. Hij promoveerde tot jurist en trouwde in 1650 met Marguerite de Lamperière, de zus van Pierres vrouw, volgde hem naar Parijs en werd, zoals hij, auteur van toneelwerk en lid van de Académie française.
Tijdens zijn studies bij de jezuïeten begon hij al met het schrijven van schoolse tragedies in Latijnse verzen. Hij nam ook deel aan de wedstrijden georganiseerd door de Palinods in Rouen en viel er in 1641 in de prijzen voor een berijmde ode in het Frans. Als jonge volwassene begon hij met komedies, hoofdzakelijk gebaseerd op Spaanse auteurs, zoals Calderon. Ondertussen voltooide hij de rechtenstudies en werd advocaat.
In 1656 produceerde hij voor het eerst een drama, genaamd Timocrate, gebaseerd op de roman Cléopâtre van Gautier de Costes de La Calprenède. Het werd een succes, met tachtig opeenvolgende uitvoeringen. Het succes bestendigde zich niet, en het stuk is nadien compleet in de vergetelheid geraakt.
Hij schreef vervolgens een veertigtal toneelstukken, in uiteenlopende genres: drama's, opera en comedies. Voor de opera schreef hij drie libretto's: Psyché met muziek door Lully, Bellérophon en Médée met muziek door Charpentier.
Hij schreef vaak met een coauteur, Jean Donneau de Visé, de stichter van het tijdschrift Le Mercure Galant. Thomas publiceerde ook in het tijdschrift.
Zijn twee belangrijkste drama's waren Le Comte d’Essex en Ariane. Ze hadden succes. Pierre Corneille verklaarde dat hij ze wel graag zelf had geschreven en ze werden nog decennialang opgevoerd.
In 1685 werd Thomas Corneille verkozen tot lid van de Académie française, in de veertiende zetel. Hij nam in deze zetel de opvolging van Pierre Corneille. Na hem bezetten enkele belangrijke personaliteiten de veertiende zetel. Onder henː Victor Hugo, Charles Leconte de Lisle en maarschalk Hubert Lyautey. De meest recente bezetter van deze zetel is Hélène Carrère d'Encausse, vast secretaris van de Académie.
Werken
Théatre complet, 5 volumes, Parijs, Classiques Garnier, 2015-2018.
- Les Engagements du hasard, 1647
- Le Feint astrologue, 1648
- Don Bertran de Cigarral 1651
- L'Amour à la mode, 1651
- Le Berger extravagant, 1652
- Les Illustres ennemis, 1655
- Le Geôlier de soi-même ou Jodelet prince', 1655
- Timocrate, 1656
- Charmes de la voix, 1656
- Bérénice, 1657
- La Mort de l’empereur Commode, 1657
- Darius, 1659
- Le Galant doublé, 1660
- Stilicon, 1660
- Camma, reine de Galatie, 1661
- Persée et Démétrius, 1662
- Maximian, 1662
- Pyrrhus, 1663
- Antiochus, 1666
- Le Baron d’Albikrac, 1667
- Laodice, 1668
- La Mort d'Annibal, 1669
- La Comtesse d’Orgueil, 1670
- Théodat, 1672
- Ariane, 1672
- Le Comédien Poète, 1673
- La Mort d'Achille, 1673
- Don César d’Avalos, 1674
- L'Inconnu,1675
- Circé, 1675
- Le Triomphe des dames, 1676
- Le Festin de pierre, 1677
- Le Comte d'Essex, 1678
- Psyché, 1678
- Bellérophon (opéra), 1679
- La Devineresse, 1679
- La Pierre philosophale, 1681
- L'Usurier, 1685
- Le Baron des Fondrières, 1686
- Médée, 1693
- Les Dames vengées, 1695
- Bradamante, 1695
Afstammelingen in de Zuidelijke Nederlanden
Thomas Corneille en Marguerite de Lamperière hadden twee zoons, Mathieu en François.
François Corneille (Rouen, 1660 - Ieper, 1731) burgerde zich in de Zuidelijke Nederlanden in, door zijn benoeming tijdens de Franse overheersing van Zuid-West-Vlaanderen onder Lodewijk XIV, als algemeen ontvanger van de koninklijke domeinen in het kwartier van Ieper. Hij trouwde er in 1696 met Geneviève-Thérèse de Wavrans (1666-1731), dochter van Jacques de Wavrans, heer van Lichtervelde, pensionaris en griffier van Ieper.
Dit echtpaar had een enige dochter, Marguerite Corneille (Ieper, 1697-1720), die in 1714, zestien jaar oud, trouwde met graaf François-Joseph de la Tour du Pin (Ieper, 1691 - Parijs, 1762), burggraaf de la Charce et d'Aleyrac. Tijdens hun korte huwelijk kregen ze drie kinderen:
- René de la Tour du Pin (1715-1778), die trouwde met Jacqueline de Chambly. Om in de koninklijke hofhouding te worden opgenomen legde hij de bewijzen voor dat zijn familie al meer dan 250 jaar tot de adel behoorde.
- Hun enige zoon was René-Charles de la Tour du Pin Chambly de la Charce (1746 - geguillotineerd in 1794). Hij trouwde met Angelique de Berulle en ze hebben een talrijk nageslacht dat zich situeert in de Franse aristocratie, met grote namen zoals de Cossé Brissac, de Rochechouart de Mortemart, de Croÿ, d'Harcourt, de Clermont-Tonnerre en de la Gorce. Een afstammeling is de schrijver en mystiek dichter Patrice de la Tour du Pin (1911-1975).
- Philis de la Tour du Pin (Ieper, 1717 - Doornik, 1769) trouwde in 1739 met Louis van der Gracht (1698-1776), erfachtig grootbaljuw van Doornik en het Doornikse. Ze kregen dertien kinderen, van wie er vier voor afstammelingen zorgden.
- Jacques de la Tour du Pin la Charce (Ieper, 1720 - Parijs, 1765) werd priester, predikant aan het hof en lid van de Académie royale des sciences et belle-lettres in Nancy.
De vier genoemde kinderen van het echtpaar Van der Gracht - de la Tour du Pin, en hun afstammelingen, waren:
- Idesbalde van der Gracht (Doornik, 1741-1826) heer van Fretin, officier in het regiment van Arenberg, schepen en vervolgens burgemeester van Doornik. Hij trouwde met Marie-Albertine de la Motte (1751-1777), die kinderloos overleed. Hij hertrouwde met Marie-Claire Hannecart (1756-1826), met wie hij twee dochters had.
- Philippine van der Gracht (1779-1826) trouwde met Jean-Baptiste le Maistre d'Anstaing (1775-1848). Met hoofdzakelijk Belgische afstammelingen le Maistre d'Angstain, Timary de Binckum, de Potesta de Waleffe, de Biolley, le Clément de Saint-Marcq, de la Grange en Cleenewerck de Crayencour.
- Marie-Adelaïde van der Gracht (1780-1843) trouwde met baron Alexandre de Contes de Bucamps (1779-1845). Met Franse afstammelingen de Blondel de Beauregard en de Saint-Just d'Autingues.
- Louis van der Gracht (Doornik, 1745 - Mechelen, 1814) trouwde met Marie-Ferdinande Ghislaine Snoy (1747-1835). Ze kregen vijf kinderen, van wie alleen de oudste dochter een talrijk nageslacht had.
- Dorothée van der Gracht (1777-1865) trouwde met Charles de Marnix de Sainte-Aldegonde (1780-1832). Ze hebben afstammelingen tot heden in de families de Marnix de Sainte-Aldegonde, du Chastel de la Howarderie, d'Ursel, de Brouchoven de Bergeyck, d'Oultremont, de Castellane, de Renesse, van der Burch, de Romrée de Vichenet, de Beauffort, du Chasteler, de Faestraets, de Beughem de Houthem, Zualart, De Lamberts de Cortenbach, van der Stegen de Schrieck, Simonis, Orban de Xivry, Del Marmol, Van der Bruggen, De Sauvage, Meeus d'Argenteuil, Stas de Richelle, Poswick, de Bellefroid, De Viron, De Meester de Betzenbroeck, de Peneranda de Franchimont, de Hemptinne, de Borrekens, de Kerchove d'Ousselghem, De la Serna]], Anne de Molina, Le Grelle, van de Werve de Schilde, van de Werve de Vorsselaer, de Trazegnies d'Ittre, Lunden, T'Serstevens, Dons de Lovendeghem, de Wavrin-Villers, van der Burch, d'Erp de Holt, de Jonghe d'Ardoye, de Behault, de Formanoir de la Cazerie, de Crombrugghe de Picquendaele, Goethals, van der Meerschen, van Pottelsberghe de la Potterie, de Kerchove d'Exaerde Borluut, de Lichtervelde, Geelhand, Pycke de Peteghem, de Dorlodot, Ysebrant de Lendonck, de Lannoy, van der Linden d'Hooghvorst, de Croÿ, d'Yve de Bavay, de Jacquier de Rosée, della Faille d'Huysse, t'Kint de Roodenbeke, Joos de ter Beerst, Everaerts de Velp, Kervyn de Lettenhove, Nève de Mévergnies, Verhaegen, de Montpellier de Vedrin, de Waepenaert d'Erpe en de Herissem. Dit betekende huwelijken in een groot deel van de Belgische adel, vaak meer dan één huwelijk tussen dezelfde families.
- Philippe Snoy et d'Oppuers (Mechelen, 1744-1825), schepen en burgemeester van Mechelen, trouwde met Marie van der Gracht (1752-1832). Ze hadden drie kinderen.
- Idesbalde Snoy d'Oppuers (1777-1840), Belgisch senator, trouwde met Joséphine Cornet de Grez (1785-1839). Met afstammelingen, vaak tot heden, van de families Cornet de Grez d'Elzius, de Vinck de deux Orp, de Broqueville, de Villegas de Saint-Pierre Jette, de Liedekerke, d'Anethan, Kervyn de Lettenhove, Nemery de Bellevaux, de Baré de Comogne, de Lichtervelde, Roberti de Winghe, van Zuylen, de Ghellinck d'Elseghem Vaernewyck, van Male de Ghorain, Iweins de Wavrans, della Faille de Leverghem, de Meeus d'Argenteuil, Greindl, de Renesse, d'Oultremont, de la Chapelle d'Uxelles, d'Alcantara, Montens d'Oosterwyck, Everaerts de Velp, Lagasse de Locht, de Limburg Stirum, van den Steen de Jehay, Jourda de Vaux, de Briey, de Woelmont, de Jacquier de Rosée, della Faille d'Huysse, de la Court, van Ongevalle, de Fierlant Dormer, du Chastel de la Howarderie, du Parc Locmaria en d'Huart.
- Alexandre Snoy (1787-1863) trouwde met Henriette van den Leemputte de Vleesbeek. Huwelijken waren er in de volgende generaties met leden van de families Mouriau de Meulenacker, Rittweger de Moor, Fallon, de Hennin de Boussu Walcourt, de Terwangne, de Vinck de Winnezeele, de Rosen de Borgharen, Maus de Rolley, de Jonghe d'Ardoye, Verhaegen, de Mevius, de Pitteurs-Huegaerts, Peers de Nieuwburgh, Moretus Plantin de Bouchout, de T'Serclaes de Wommersom, de Radzitzky d'Ostrowick, de Sebille, Otto de Mentock en de Vrière (afstammelingen). Ook hier weer talrijke verwantschappen en afstammingen tot heden binnen de Belgische adel.
- Timothée van der Gracht (Doornik, 1756 - Gent, 1831) trouwde in 1784 met Thérèse del Rio y Ayala (1763-1829). Ze kregen zes kinderen, met opnieuw een talrijk nageslacht en dit tot heden, binnen de Belgische adel, met huwelijken binnen de families de Croeser, van der Bruggen, della Faille d'Huysse, de Ghellinck d'Elseghem Vaernewyck, t'Kint de Roodenbeke, van der Elst, Pycke de Peteghem, de Traux de Wardin, de Beauffort, Soenens, de Wykerslooth de Rooyestein, Grisard de la Rochette, Lecluse-Trevoedal, Rooman d'Ertbuer, Pouppez de Kettenis de Hollaeken, de Jonghe d'Ardoye, de Villers Grandchamps, Ruzette, de Roest d'Alkemade, de Crombrugghe de Looringhe, du Sart de Bouland, T'Serclaes de Norderwyck, van Outryve d'Ydewalle, de Theux de Meylandt et Montjardin, Rotsart de Hertaing, Kervyn de Merendree, van Zuylen van Nyevelt, Macquart de Terline, van Caloen, Coppieters de ter Zaele, van Delft, Carron de la Carrière, Heynderick de Ghelcke, de Borrekens, de Pierpont, Joos de ter Beerst, de Thibault de Boesinghe, van Outryve d'Ydewalle de Diest, de Crombrugghe de Picquendaele, de Walque, Coppieters 't Wallant, de Crombrugghe de Looringhe, Delebecque, Ortegat, Morel de Westgaver, Houtart, Arents de Beerteghem, de Peellaert, Janssens de Bisthoven, Goethals, Nemery de Bellevaux, de Preud'homme d'Hailly de Nieuport, Snoy, Goupy de Beauvolers, Kervyn de Merendree, Le Fevere de ten Hove, de Viron en Rapaert de Grass. Opnieuw talrijke verwantschappen van nazaten Thomas Corneille, binnen Belgische families, met afstammelingen tot heden.
Literatuur
- Gustave REYNIER, Thomas Corneille. Sa vie et son théâtre, Genève, Slatkine Reprints, 1892, heruitgave 1970 & in 2019 bij Wentworth Press.
- Gilbert SAUTEBIN, Thomas Corneille grammairien, doctoraatsverhandeling, Imprimerie Stæmpfli & Cie, Berne, 1897, Genève, Slatkine Reprints, 1968].
- R. MARIOLLE, La descendance de Corneille, Parijs, H. Champion, 1911.
- Georg MICHAELIS, Die sogenannten « comédies espagnoles » des Thomas Corneille, doctoraatsverhandeling, Erlangen, 1913.
- Louis VAN RENYNGHE DE VOXVRIE, Descendance de Thomas Corneille, accompagnée de divers articles sur le théâtre de Thomas Corneille, Tablettes des Flandres, Document 2, Brugge, 1959. Dit boek geeft de volledige genealogie van de Zuid-Nederlandse afstammelingen van Thomas Corneille, tot in 1959.
- André MARIE, L'oeuvre de Thomas Corneille, inː Tablettes des Flandres, Document 2, Brugge, 1959.
- David A. COLLINS, Thomas Corneille, protean dramatist, Mouton & Co, « Studies in French Literature », Den Haag, 1966.
- Éliane FISCHLER, La Dramaturgie de Thomas Corneille, doctoraatsverhandeling (onuitgegeven), Parijs, 1976.
- Oscar MANDEL, Thomas Corneille’s Ariane, Recreated in English, Gainville, University Press of Florida, 1982.
- Louis LAPERT, Pierre Corneille, ses frères Antoine et Thomas, leur famille maternelle et leurs amis en Pays-de-Caux, Association pour l’animation et la coordination culturelle à Yvetot et dans le Pays de Caux, Yvetot, 1984.
- Jacques MONESTIER (éd.), Le Festival Corneille. Vingt ans de théâtre à Barentin (1956-1975), Rouen, éditions Médianes, 1994.
- Maria FALSKA, Le Baroque et le Classique dans le théâtre espagnol et français du XVIIe siècle. Calderon imité par Thomas Corneille, Lublin, 1999.
- Gaël LE CHEVALIER, La Conquête des publics. Le Théâtre de Thomas Corneille, Classique Garnier, coll. Bibliothèque du XVIIe siècle, 2012.
- Myriam DUFOUR-MAÎTRE, (dir.), Thomas Corneille (1625-1709). Une dramaturgie virtuose, PURH, 2014.
Linken
- Wikisource 1911 Encyclopædia Britannica Corneille, Thomas door George Saintsbury
- Wikisource Circé (Corneille)
- Thomas Corneille Internet Archive author
- Biography, Bibliography, Analysis, Plot overview (Frans)
- Thomas Corneille (1625-1709): Beyond the Triumvirate
- http://www.academie-francaise.fr/les-immortels/thomas-corneille
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Thomas Corneille op Wikimedia Commons.