Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Tendaguru Beds

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Eén van de meest opmerkelijke Afrikaanse paleontologische sites is Tendaguru (Tendaguru Beds), gelegen op ongeveer 75 km. ten noordwesten van Lindi in Tanzania, Oost-Afrika. De afzettingen dateren uit het Kimmeridgiaan (157.3 ± 4 – 152.1 ± 4 Mya) en uit het Tithoniaan (152.1 ± 4 – 145 ± 4 Mya), Boven Jura.

Ontdekking

Tijdens prospecties voor zijn regering naar granaat-afzettingen vond de Duitse ingenieur Bernhard Sattler er in 1906 gigantische beenderen, besefte de betekenis ervan en vermeldde de vondst in zijn veldrapporten. Eberhard Fraas, wetenschapper, paleontoloog en geoloog, werd ingeschakeld en bevestigde de aanwezigheid van een rijke concentratie Dinosauria-beenderen (1908).

Expedities

Werner Janensch en Edwin Hennig, beiden verbonden aan het Museum voor Natuurlijke Historie te Berlijn (Museum für Naturkunde), ondernamen in 1909 in opdracht van Wilhelm van Branca, de eerste expeditie naar de Tendaguru Beds (bed = gesteentelaag). Zij huurden 180 inboorlingen in om vegetatie te verwijderen, een kamp op te zetten en om tonnen steriele afzettingen te verwijderen. Het doel van de expeditie was skeletten van Dinosauria te verzamelen en de relatieve ouderdom en stratigrafische opeenvolging van de sedimenten te bepalen. In januari 1910 moesten de werken door moessonregens onderbroken worden en dwongen Janensch en Hennig noordwaarts langs de Usambara Spoorweg. Daar verzamelden zij fossielen van ongewervelden en beschreven de plaatselijke geologie.

Het tweede seizoen veldwerk begon in april 1910. Rond de basis van de heuvel die de Tendaguru Beds vormen was inmiddels een dorp ontstaan omdat de 420 Afrikaanse werklieden door hun familie vervoegd werden. Regelmatig werden in klei en in plaaster verpakte fossiele beenderen op de hoofden en ruggen van dragers naar de kust getransporteerd. In Lindi werden de beenderen in kratten verpakt, in Arabische zeilboten geladen en later overgeladen op stoomboten. Weken later bereikte de enorme hoeveelheid beenderen het Berlijnse Museum voor Natuurlijke Historie.

In 1911 startte het derde veldseizoen met in totaal 480 deelnemers. Een nieuwkomer was Hans von Staff, een Berlijns geomorfoloog. Er werden extra sites geopend en uiteindelijk werden er meer dan 100 onderzocht in een gebied van 30 km². De vondsten varieerden van geïsoleerde beenderen tot skeletten in anatomisch verband. Na 2,5 jaar keerden Janensch en Hennig terug naar Berlijn om toe te zien op de preparatie van de fossiele beenderen en om de resultaten van hun expedities te publiceren.

In 1912 werd nog een expeditie geleid door Hans Reck, een vulkanoloog, en zijn echtgenote. Hun team telde 150 arbeiders.

De laatste Duitse expeditie naar de Tendaguru Beds vond plaats vroeg in het jaar 1913. Ongeveer 250 ton aan fossielen werd met mankracht naar Lindi overgebracht in meer dan 5000 draaglasten. Meer dan 850 houten kratten werden naar Berlijn verscheept.

In 1924 organiseerde het Britse Museum voor Natuurlijke Historie (Natural History Museum) een expeditie (British Museum East Africa Expedition) die de eerste zou worden in een reeks van vier. William Cutler, een ervaren Canadees fossielenverzamelaar, had de leiding, en zijn assistent was Louis Leakey, die later een beroemd paleoantropoloog zou worden. 100 arbeiders heropenden de groeven. Leakey keerde terug naar zijn studies te Cambridge en Cutler ging verder met de opgravingen tot aan zijn dood door malaria in de zomer van 1925. F.W.H. Migeod werd benoemd tot zijn vervanger. Onder zijn leiding werkten 40 arbeiders van het natte seizoen van 1925 tot het einde van 1926. In het seizoen 1927-1928 werd Migeod opgevolgd door de geoloog John Parkinson die de sedimentaire lagen zorgvuldig onderzocht en het met verschillende beweringen van zijn Duitse voorgangers over de geologie van de Tendaguru Beds oneens was. 1930 was het laatste seizoen van de Britse expedities en uiteindelijk werden in januari 1931 de werkzaamheden stopgezet. Meerdere honderden kratten fossiele beenderen werden naar London getransporteerd, onder meer het gedeeltelijke skelet van een grote Sauropode, maar weinig van dit materiaal werd wetenschappelijk beschreven en/of tentoongesteld.

Resultaat van de expedities

De Tendaguru Beds werden geologisch benoemd, hun ouderdom bepaald en hun stratigrafie verduidelijkt. Zij bestaan uit drie horizonten terrestrische mergels die afwisselen met mariene zandsteen. Tendaguru werd tijdens het Boven Jura doorkruist door rivieren die regelmatig sedimenten en resten van Dinosauria en andere organismen naar een lagune of estuarium vervoerden, waar zij vervolgens onder mariene afzettingen begraven werden. Ook de paleontologie en de geomorfologie van de zuidelijke kust en van de noordelijke centrale strata werden bestudeerd en beschreven. Inheemse insecten en zoogdieren werden verzameld en beschreven. Er werden zelfs prehistorische stenen werktuigen ontdekt en beschreven.

Van 1909 tot 1931 onderzochten multidisciplinaire teams ook duizenden ongewervelde, paleobotanische en geologische specimina. Tientallen ongewervelde geslachten en soorten werden erkend : Cephalopoda, koralen, tweekleppigen, Brachiopoda, en Gastropoda (slakken). Er werd een gevarieerde gewervelde fauna beschreven : vijf families Dinosauria (Dinosauriërs), krokodillen, beenvissen, haaien, Pterosauria (Pterosauriërs, Tendaguripterus) en één zoogdier (Brancatherulum tendagurense). De landfauna van Tendaguru werd gedomineerd door Sauropoda. Stegosauria en Ornithopda kwamen in grote aantallen voor en ook Carnosauria waren vertegenwoordigd.


Van de volgende Dinosauria werden dankzij de expedities skeletten geprepareerd, bestudeerd en tentoongesteld :

Kentrosaurus aethiopicus Hennig, 1915 (Ornithischia, Stegosauria, Stegosauridae)

Elaphrosaurus bambergi Janensch, 1920 (Saurischia, Theropoda, Averostra, Ceratosauria)

Dicraeosaurus hansemanni Janensch, 1914 ( Saurischia, Sauropodomorpha, Sauropoda, Diplodocoidea, Dicraeosauridae)

• Giraffatitan brancai Janensch, 1914 (oorspronkelijk Brachiosaurus brancai) (Saurischia, Sauropodomorpha, Titanosauriformes, Brachiosauridae)

Dysalotosaurus lettowvorbecki Virchow, 1919 (oorspronkelijk Dryosaurus lettowvorbecki) (Ornithischia, Ornithopoda, Dryosauroidea, Dryosauridae)


Verder kwamen in Tendaguru nog de volgende soorten Dinosauria voor :

Barosaurus africanus (Saurischia, Sauropodomorpha, Diplodocidae, Diplodocinae)

Tornieria africana Fraas, 1908 (oorspronkelijk Gigantosaurus) (Saurischia, Sauropodomorpha, Diplodocidae, Diplodocinae)

• Janenschia robusta Janensch, 1914 (oorspronkelijk Gigantosaurus) (Saurischia, Sauropodomorpha, Sauropoda, ?Camarasauridae)

• ? Allosaurus (Saurischia, Theropoda, Carnosauria, Allosauridae, Allosaurinae)

Australodocus bohetii Remes, 2007 (Saurischia, Sauropodomorpha, Camarasauromorpha, Titanosauriformes)

Tendaguria tanzaniensis Bonaparte et al., 2000 (Saurischia, Sauropodomorpha, Titanosauriformes, Somphospondyli)

• Ostafrikasaurus crassiserratus Buffetaut, 2012 (Saurischia, Theropoda, Megalosauria, Spinosauridae)

• Veterupristisaurus milneri Rauhut, 2011 (oorspronkelijk Ceratosaurus? roechlingi) (Saurischia, Theropoda, Carnosauria, Carcharodontosauria, Carcharodontosauridae)


De Tendaguru Dinosauria zijn in het algemeen vergelijkbaar met de Dinosauria van de Morrison-formatie in de westelijke Verenigde Staten. Deze geologische formatie ligt voornamelijk in Wyoming and Colorado, maar heeft ook veel kleinere ontsluitingen in Montana, North Dakota, South Dakota, Nebraska, Kansas, Oklahoma, Texas, New Mexico, Arizona, Utah en Idaho.


Buiten Brancatherulum tendagurense zijn nog drie zoogdiersoorten bekend uit de Tendaguru Beds :

Allostaffia enigmatica Heinrich, 1999 (Haramiyida, Haramiyidae)

• Tendagurodon janenschi Heinrich, 1998 (Triconodonta, Amphilestidae)

• Tendagurutherium dietrichi Heinrich, 1998 (Eupanthotheria, Peramuridae)

De eerste expeditieleden bleven hun bevindingen publiceren tot in het begin van de zestiger jaren en tot op vandaag worden Tendaguru specimina opnieuw bestudeerd. Alhoewel de site in 1931 verlaten werd heeft de geoloog/paleontoloog Dale Russell Canadian Museum of Nature in 1977 en in 1978 geprobeerd de site te heropenen. En in 1994 heeft Christa Werner van de Technische Universiteit Berlijn de site aan een deskundig onderzoek onderworpen. Zowel Russell als Werner werden door Tanzaniaanse wetenschappers vergezeld.

Bibliografie

• Hennig, E. (1912). Am Tendaguru, Leben und Wirken einer deutschen Forschungs-Expedition zur Ausgrabung Vorweltlicher Riesensaurier in Deutsch- Ostafrika.

• Parkinson, J. (1930). The Dinosaur in East Africa; an account of the giant reptile beds of Tendaguru, Tanganyika territory. With plates, text-figures and sketch maps. London: H. F. & G. Witherby, 8vo. 192pp. 12 plates, 7 figures on plates, folding map, biblio., index.

• Currie, Philip J., Padian, K., Maier, G. (1997). Encyclopedia of Dinosaurs. San Diego, California, Academic Press. 869pp.

Zoek op Wikidata

rel=nofollow