Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

TD-groep

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Dit is een gebruikersessay geschreven door Ottobw (overleg) 11 aug 2018 12:29 (CEST)
Tweede Distributiestamkaart
Foto van bonkaart uit 1944, van een man uit Noordwijk aan Zee, Nederland

De TD-groep was een Nederlandse verzetsgroep ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.[1][2] De letters 'TD' verwijzen naar het saboteren van de Tweede Distributiestamkaart, een activiteit waar de groep bekendheid mee verwierf.

Geschiedenis

De TD-groep is ontstaan in 1942 vanuit individuele hulp aan Joodse onderduikers.[3][4] Toen bleek dat deze (en later ook andere) onderduikers goed geholpen konden worden door hen te voorzien van valse identiteitspapieren, stamkaarten en bonkaarten, ontstond de behoefte aan het landelijk organiseren van contacten met instanties die een rol konden spelen bij het voorzien in deze papieren. Door samenwerking van aantal mensen in met name het westen van het land (Leusden, Amersfoort en de grote steden zoals Utrecht, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam) en uiteindelijk ook landelijk groeide de TD-groep uit tot een netwerk van mensen die leiding konden geven aan het ontwikkelen van methoden om met behulp van Nederlandse ambtenaren te voorzien in de behoefte aan bruikbare identiteitspapieren en bonkaarten voor vervolgden en onderduikers.[5][2] Zeven van de vijftien leden van de kerngroep waren zelf geen ambtenaren.[6] Uiteindelijk organiseerde de kerngroep van vijftien man met niet meer dan tachtig directe medewerkers het landelijk verzet onder bijna alle arbeidsbureau's, vele distributiekantoren en meer dan 400 gemeentesecretarieën.[7]

Om samen te kunnen werken met ambtenaren in heel Nederland, ongeacht hun levensopvattingen, wilde de TD-groep nadrukkelijk vrij blijven van partijpolitiek en ook in de meeste onafhankelijke verzetsgroepen waarmee de TD-groep samenwerkte, waren mensen met verschillende levensopvattingen vertegenwoordigd.[8][9]

Van leiding en kader de TD-groep zijn meer dan 14 mensen vanwege hun verzetswerk gearresteerd, gemarteld en daarna vermoord of omgekomen in concentratiekampen of bij gevangenentransporten.[10]

Al vier maanden na de bevrijding publiceerden drie leden van de TD-groep het boek '1940-45 Een analyse van het verzet', waarin zij beschreven waarom en hoe de TD-groep zich heeft gericht op 'burgerlijk verzet'.[2]

Voorwaarden voor burgerlijk verzet

Als de bezetter belang heeft bij het handhaven van rust en orde en daarbij gebruik maakt van Nederlandse ambtenaren, zijn de omstandigheden gunstig voor het uitoefenen van burgerlijk verzet. In de tijd van de Tweede Wereldoorlog gold dit in Nederland voor de periode na de capitulatie in mei 1940 tot september 1944, toen de Duitsers geen belang meer hadden bij rust en orde in Nederland en kozen voor een tactiek van de verschroeide aarde.[11]

Principes van burgerlijk verzet[12]

Het aantasten van fundamentele rechten en vrijheden door de bezetter vormde de basis voor verzet.[13] De TD-groep maakte onderscheid tussen burgerlijk verzet (gericht tegen niet-militaire doelen) en gewapend verzet (gericht tegen militaire doelen).[14] De TD-groep was gericht op burgerlijk verzet, niet op grond van pacifistische principes (meerdere leden van de kerngroep hadden functies bij het leger), maar op grond van tactische overwegingen van effectiviteit.[15]

Als doelen van burgerlijk verzet noemde de TD-groep:[16]

  • het stimuleren van verzet tegen onrecht (met name door de illegale pers)
  • het saboteren van onrechtvaardige Duitse verordeningen (met name met behulp van ambtenaren)
  • het verlenen van hulp aan mensen die zich aan het onrecht wilden onttrekken (met name aan onderduikers)

Daarbij was een principevraag: wordt bij het verzet gestreefd naar orde of naar chaos?[17][18]
De TD-groep ging uit van het principe dat de bevolking vooral gebaat is bij orde. Allereerst omdat chaos ook effect heeft op belangrijke voorzieningen zoals bijvoorbeeld de voedselvoorziening en alles wat daar mee samen hangt. In de tweede plaats omdat orde, waarin Nederlandse ambtenaren zelf een belangrijke rol spelen, de beste mogelijkheden biedt tot 'geruisloze sabotage'. In de derde plaats omdat gecreëerde chaos (bijvoorbeeld door overvallen op distributiekantoren, gemeentehuizen, arbeidsbureau's en winkels en met name liquidaties) leidt tot ernstige represailles, waarbij het geleden verlies de behaalde winst kan (en ook vaak zal) overtreffen.[19]

Richtlijnen voor burgerlijk verzet

De hierboven genoemde principes hebben voor de TD-groep geleid tot een aantal richtlijnen.[20][21]

  • ambtenaren op cruciale posities, die in staat zijn onrechtvaardige verordeningen te saboteren, zijn waardevoller voor het burgerlijk verzet dan ondergedoken ambtenaren[22]
  • bij de keus tussen knoeien of kraken heeft knoeien (het vervalsen van bijvoorbeeld persoonsbewijzen en distributiebonnen) de voorkeur boven kraken (overvallen op distributiekantoren, bevolkingsregisters e.a.)[23]
  • tegenwerken door meewerken heeft als vorm van verzet een maximum aan rendement met een minimum aan slachtoffers[24]
  • geruisloos verzet heeft de voorkeur boven actief verzet omdat het eerste vertrouwen geeft in eigen kracht terwijl het tweede angst en onzekerheid versterkt

Organisatie van burgerlijk verzet

Bij het kiezen voor de organisatorische vorm van burgerlijk verzet maakte de TD-groep een afweging tussen centralisatie of decentralisatie.[25][26]
De TD-groep overwoog de voor- en nadelen van centralisatie of decentralisatie ten aanzien van:

  • de bevelvoering
  • bekendheid met lokale details
  • uitwisseling van schriftelijke stukken
  • vergaderingen
  • persoonlijke bekendheid.

Men concludeerde met name uit veiligheidsoverwegingen dat een gedecentraliseerde organisatie de voorkeur verdiende, waarbij mensen van de landelijke kerngroep zich vooral bezig hielden met de verzetsstrategie en -tactiek en deze persoonlijk doorgaven aan rayon-leiders (Nederland was door de TD-groep opgedeeld in 12 rayons voor de bevolkingsregisters en distributiekantoren en in 9 rayons voor de arbeidsbureau's[27]), waarna de rayonleiders deze weer doorgaven aan de lokale verzetsgroepen, waarbij de lokale verzetsgroepen zoveel mogelijk onafhankelijk van elkaar opereerden met een minimum aan opeenhoping of gesleep met materiaal en een maximum aan veiligheidsmaatregelen.

In de praktijk zag de TD-groep het ontstaan van verschillende typen verzetsgroepen:[28][29]

De TD-groep rekende zich tot de verzetsgroepen met een technische doelstelling met als specialisme het ontwikkelen en propageren van methoden van burgerlijk verzet met behulp van met name ambtenaren.

Verzetsactiviteiten[30]

Het doel van de Duitse bezetters was het onder controle brengen van de bevolking

  • door het verplicht stellen van persoonlijke identificatie-papieren (zoals het Persoonsbewijs en gepersonaliseerde documenten voor de voedselvoorziening met bonkaarten)
  • door het verplichten tot bijdragen aan de Duitse oorlogsindustrie (materieel en door arbeidsinzet)
  • door het verplichten tot medewerking aan vervolging (van Joden, onderduikers en verzetsmensen)

Om dit te realiseren schreef de bezetter opeenvolgende administratieve verordeningen en papieren voor, waarvan de uitvoering en controle goeddeels berustte bij de Nederlandse ambtenaren. Dat bood ruim gelegenheid tot 'geruisloze sabotage' van deze verordeningen en papieren. Daartoe legde de TD-groep contacten met ambtenaren op cruciale posities bij het CBS, bevolkingsregisters, distributiekantoren en arbeidsbureau's.[31] Het gebruik van blanco formulieren en vervalsingen van identiteitspapieren, stamkaarten, bonkaarten en dergelijke werd per locatie zorgvuldig gelimiteerd tot 'aanvaardbare percentages' om geen argwaan bij de bezetter te wekken.[32][33] Dit heeft er voor gezorgd dat veel mensen met een valse identiteit of vervalste vrijstellingen van arbeidsinzet zonder onder te duiken gewoon verder konden leven en werken, terwijl duizenden onderduikers met achterovergedrukte of vervalste distributiepapieren voorzien konden worden van de nodige levensmiddelen.[34]

De strategie en tactiek voor het tegenwerken door mee te werken werd bij elke nieuwe verordening of extra identificatie-verplichting uitgedacht door de verzetsleiding en doorgegeven aan de lokale verzetsgroepen om in samenwerking met lokale ambtenaren de sabotage toe te passen.[35]

Met name bij het door de bezetters invoeren van de met allerlei beveiligingen omgeven Tweede Distributiestamkaart werd de door de TD-verzetsleiding ontwikkelde sabotagemethode breed uitgerold. Daarbij werd samengewerkt met het CBS, met een coördinerend vertegenwoordiger van het Centraal Distributiekantoor, met onafhankelijke verzetsgroepen in de grote steden, met de zelfstandige en lokale TD-groepen in een groot aantal distributiekringen en landelijk met de LO, de Persoonsbewijzencentrale en de Groep-De Groot.[36][37]

Naar aanleiding van haar werk aan het saboteren van de Tweede Distributiestamkaart werd de groep aangeduid als TD-groep.

Toen de bezetters vanaf september 1944 geen belang meer hadden bij orde en rust en de bevolking op allerlei manieren onder druk gezet werd met roof, arbeidsdwang en vervolging, kon er nauwelijks meer sprake zijn van 'tegenwerken door meewerken'. In die tijd heeft de TD-groep nog wel een rol gespeeld bij de financiering van de stakende spoorwegmensen, met name in Groningen via de Groep-De Groot omdat leiders van het NSF en de LO gearresteerd waren.[38]

Discussie over de tactiek van de TD-groep[39]

In een radiorede in februari 1943 verklaarde Minister-President Gerbrandy dat de Nederlandse ambtenaren en bestuurders massaal werk zouden moeten weigeren. Het in januari 1943 opgerichte verzetsblad Trouw droeg deze boodschap voortdurend uit. Trouw noemde het een illusie dat door te blijven functioneren nog wat bereikt kon worden. Dit standpunt stond lijnrecht tegenover de door de TD-groep voorgestane strategie. De moeilijkheid bij het standpunt van de TD-groep was de vraag hoe ver de samenwerking mocht gaan: waar lag de grens tussen tactisch samenwerken en collaboratie en wanneer was de grens van van 'tegenwerken door meewerken' bereikt? De moeilijkheid bij het standpunt van Trouw was de vraag of een algehele werkweigering realistisch was: zouden de (meeste) ambtenaren hiertoe te brengen zijn? In de praktijk bleek dit niet het geval. Ook werd het argument van Trouw weersproken door wat de TD-groep samen met ambtenaren aan burgerlijk verzet wist te realiseren in 1943 en 1944.[40]

Vanaf oktober 1942 hielden knokploegen zich bezig met overvallen op distributiekantoren. In augustus 1943 werd hiervoor de LKP opgericht, die ging werken met een kraakschema dat opgesteld werd naar de behoefte van de LO. Door toename van het aantal onderduikers, met name mannen die weigerden voor de Duitse bezetter te gaan werken, groeide deze behoefte aan (vervalste) identiteitspapieren en bonkaarten sterk. De TD-groep had bezwaar tegen het kraken, onder meer omdat daardoor het knoeien in gevaar kwam: het is niet productief om distributiekantoren te overvallen die illegaal al zorgen voor meer dan voldoende bonkaarten voor onderduikers. In februari 1944 werd overlegd tussen de LO, het NSF, de LKP en de TD-groep. De TD-groep kreeg de kans om te bewijzen dat het kraken niet nodig was. Daartoe moest de TD-groep binnen een maand 90.000 stamkaarten leveren. De TD-groep slaagde bij lange na niet voor deze proef, waarna het kraken voor de andere verzetsorganisaties niet meer ter discussie stond. Overigens bleven de genoemde verzetsgroepen wel met elkaar samenwerken om daar, waar het lokaal mogelijk was, ook middels geruisloze sabotage door ambtenaren aan identiteitspapieren, stamkaarten (met name bij het invoeren van de Tweede Distributiestamkaart in juni 1944) en bonkaarten te komen.[41]

Verschil van mening over centralisatie en decentralisatie bleef tot het einde van de oorlog een rol spelen. Een voordeel van centralisatie is dat de leiding een groter inzicht heeft in de situatie in het hele land. Een voordeel van decentralisatie is dat een dergelijke opzet veiliger is voor alle betrokkenen en er sneller ingespeeld kan worden op lokaal nogal verschillende situaties. Voor het propageren van methoden van burgerlijk verzet (de specialiteit van de TD-groep) was centralisatie niet nodig, zodat de TD-groep kon kiezen voor het veiliger decentralisiseren van de netwerken waarin zij een rol speelde.[42]

Leden

Leden TD-groep[43]
netwerk bevolkingsregisters en distributiekantoren standplaats / rayon schuilnaam info / links
S(imon) Bolmeijer Groningen Kees TD
R(inze) Douma (predikant) Groningen 1944 gearresteerd en 9.3.1945 in Duitse gevangenschap in Bergen-Belsen overleden
C. Dekker Leeuwarden/Den Haag Grijze Kees mede-auteur '1940-45 Een analyse van het verzet', 1945
J.P. van der Kam (arts) Leeuwarden mede-auteur '1940-45 Een analyse van het verzet', 1945
Theo' (student) Zwolle Theo
J. Buiter (student) Almelo Blok
G.J.D. Franken Deventer
A(dolf) Hendriks (bouwkundige) Amersfoort De Jong de organisatorische spin in het web,
mede-auteur '1940-45 Een analyse van het verzet', 1945
K(arel) F.E. Brouwer (gemeenteambtenaar) Leusden Karel
A.K. van der Heiden Leusden Bol
S. van Minnen Utrecht Prins
J. van der Pluym Utrecht van Dijk
J.L. Reyerse Rotterdam Henk van Leeuwen
W. de Bruyn Rotterdam Wim '70
C. Dekker Den Haag
A. van Wijk Eindhoven van Waveren
P. van Doeveren Breda Struick
L.P. Lenssen Oost-Brabant/Limburg
D.C. Jesse Oost-Brabant/Limburg Vos
J. Kalff Achterhoek Korenaar
D.C. Jesse Alkmaar Vos
G. Lenstra Alkmaar Gerben
R. de Maagd Zeeuws-Vlaanderen Richard
Wim Berkelmans (student) oosten vh land in 1944 gearresteerd en gefusilleerd
Wim Carmiggelt (student) oosten vh land in 1944 gearresteerd en 4 januari 1945 overleden in Duitse gevangenschap in Dieburg
netwerk arbeidsbureau's
J. van Hoek (ex GAB Leiden) Groningen van Groningen in juli 1944 gearresteerd en gefusilleerd
G.B.P. Kolenbrander Zwolle afgezette directeur GAB Zwolle
J. Groenewoud Nijmegen Jaap Vermaas
J. Prins (bouwbedrijf) Limburg Rovers
P. van Doeveren (bouwbedrijf) Breda Struick
J.L. Reyerse Rotterdam Henk van Leeuwen
W. Broekhuis Rotterdam
W. de Bruyn Rotterdam Wim '70
J.J. Hoogcarspel Rotterdam
A.P. Pols Rotterdam
H(enk) Rodenburg (ex GAB Leiden) Utrecht de Licht op 11.8.1944 gefusilleerd te Vught
Mulder (ex GAB Rotteredam) Amsterdam Molenaar
K. de Jong (chef GAB Amsterdam) Amsterdam
Steiginga (RAB Amsterdam) Amsterdam
S. Hertzinger (RAB Amsterdam) Amsterdam
Gildemeester Deventer contact van Franken
omgekomen directe medewerkers rayon uit woonplaats
R(inze) Douma Groningen Emmer-Compascum 1944 gearresteerd en 9.3.1945 in Duitse gevangenschap in Bergen-Belsen overleden
J. van Hoek (ex GAB Leiden) Groningen Leiden
W(im) Berkelmans Almelo Tilburg
W(im) Carmiggelt Almelo Amsterdam in 1944 gearresteerd en 4.1.1945 overleden in Duitse gevangenschap in Dieburg
B.J. van den Dool Deventer Deventer
J(an) W(illem) Gerritsen (ambtenaar gemeentesecretarie) Deventer Deventer 28.4.1945 omgekomen in Sandbostel
G.J. Brusse (ambtenaar distributiekantoor) Achterhoek Varsseveld 18.8.1945 overleden als gevolg van ontberingen tijdens gevangenschap
J. Groenewoud Nijmegen Rotterdam
Henk Rodenburg (ex GAB Leiden) Utrecht Rotterdam op 11.8.1944 gefusilleerd te Vught
G.A. Lenstra (student) Alkmaar Amsterdam 6.3.1945 omgekomen in Neuengamme
A.P Pols (ambtenaar GAB) Rotterdam Rotterdam 3.4.1945 geëxecuteerd te Rotterdam
J. Vernis Rotterdam Rotterdam
Gerrit Cornelis de Waard (ambtenaar sociale zaken) Rotterdam Rotterdam 30.8.1944 geëxecuteerd te Vught
J.J.H. Heurkens (ambtenaar gemeentesecretarie) Eindhoven Geldrop 9.8.1944 geëxecuteerd te Vught

Monument

Bij het Gemeentehuis van Leusden staat een bronzen beeldengroep die in 1994 op initiatief van de stichting Kunstkwartier is gemaakt ter nagedachtenis aan het stille ambtenarenverzet van de TD-groep.[44]

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en verwijzingen

Bronnen

  • Dekker, C.; A. Hendriks, J.P. vd Kam, 1940-45 Een analyse van het verzet, CV Allert de Lange, Amsterdam , 1945.
  • Rüter, A.J.C., Rijden en staken. De Nederlandse spoorwegen in oorlogstijd, Martinus Nijhoff, 's-Gavenhage , 1960.
  • Buiter, Hans; Ignace de Haes, Het geruisloze verzet; De geschiedenis van de TD-verzetsgroep tijdens de Duitse bezetting, Kerk en Vrede, Amersfoort , 1988.

Noten en verwijzingen

  1. º Hans Buiter en Ignace de Haes, 'Het geruisloze verzet; De geschiedenis van de TD-verzetsgroep tijdens de Duitse bezetting', 1988
  2. 2,0 2,1 2,2 C. Dekker e.a., '1940-45 Een analyse van het verzet', 1945
  3. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), p. 13
  4. º Karel Brouwer als spil in een 'stille verzetsgroep'
  5. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 14 e.v.
  6. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 26 e.v.
  7. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), p. 33
  8. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 28, 29
  9. º Dekker (1945), p. 147
  10. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), p. 22 e.v., p. 129
  11. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), hfst. 5 'Chaos in bezet gebied', pp. 105-115
  12. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), hfst. 4, pp. 85-101
  13. º Dekker (1945), pp. 9, 10
  14. º Dekker (1945), p. 7
  15. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 29, 30, pp. 100-103
  16. º Dekker (1945), p. 11
  17. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 89-79, p. 124
  18. º Dekker (1945), pp. 12-15
  19. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), p. 64
  20. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), hfst. 4, pp. 85-101
  21. º Dekker (1945), pp. 16-24
  22. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), p. 86
  23. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 89-97
  24. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), p. 90
  25. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 97-100
  26. º Dekker (1945), pp. 25-31
  27. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 22-25
  28. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 109,110
  29. º Dekker (1945), pp. 32-40
  30. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), hfst. 3, 'Verzet', pp. 44-83
  31. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 43,44
  32. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 64,91
  33. º Dekker (1945), pp. 96,97
  34. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), p. 55
  35. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 43-83
  36. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 61 e.v.
  37. º Dekker (1945), p. 90
  38. º Rüter, 1960, pp. 309-317
  39. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), hfst. 4, pp. 85-103
  40. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 85-87
  41. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 89-96
  42. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 97-100
  43. º Hans Buiter en Ignace de Haes (1988), pp. 22-25, 129. De lijsten zijn onvolledig vanwege de veiligheidsregels bij de TD-groep: zo weinig mogelijk directe contacten, alleen onder schuilnamen, geen namen op papier.
  44. º Monument WO II ter nagedachtenis van ambtenaren
rel=nofollow
rel=nofollow