Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Stichting Tuchtrecht Complementaire en alternatieve Zorg
De Stichting Tuchtrecht Complementaire en alternatieve Zorg (TCZ) is een Nederlandse stichting die het tuchtrecht regelt voor alternatieve genezers. In tegenstelling tot de beroepen die onder de wet BIG vallen is het tuchtrecht facultatief en alleen van toepassing voor alternatief genezers die daar middels een beroepsvereniging voor gekozen hebben.
De beroepsvereniging waarmee TCZ een overeenkomst aangaat dient aan nauwkeurig omschreven voorwaarden te voldoen. TCZ heeft gekozen voor toelatingsgesprekken. De toelatingscommissie bestaat uit minimaal drie personen. Een afgevaardigde voor de patiënten, een afgevaardigde voor de therapeuten en een bestuurslid van TCZ. Beroepsverenigingen worden toegelaten indien de stemming unaniem is.
De Stichting Tuchtrecht Complementaire en alternatieve Zorg heeft als doel om, als onafhankelijke stichting, klachten te behandelen conform de regels van het formele tuchtrecht. Daarnaast tracht de stichting er zorg voor te dragen dat alle serieus werkende therapeuten onderhevig zijn aan een onafhankelijk tuchtrecht zolang er geen sprake is van een wettelijke erkenning en een daaraan gekoppeld tuchtrecht.
TCZ tracht de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de natuurlijke gezondheidszorg te toetsen en er zorg voor te dragen dat misstanden binnen de natuurlijke gezondheidszorg herkend worden.
De tuchtrechtspraak richt zich op:
- het handelen of nalaten van handelen, in strijd met de zorg die de beroepsbeoefenaar binnen de natuurlijke gezondheidszorg, in die hoedanigheid, behoort te betrachten ten opzichte van patiënten/cliënten en naasten van deze personen
- enig ander handelen of nalaten in strijd met het belang van een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg
Raad en Hof van Toezicht
De Tuchtcolleges worden respectievelijk Raad en Hof van Toezicht genoemd. In eerste aanleg wordt een zaak voorgelegd aan de voorzitter van de Raad van Toezicht. De procedure die gevolgd wordt kunt u op de TCZ website vinden. Tegen een uitspraak van de Raad van Toezicht is hoger beroep mogelijk door beide partijen. Hoger beroep wil zeggen dat men het niet eens is met de uitspraak van de Raad van Toezicht en men een nieuwe uitspraak vraagt aan een hoger college, het Hof van Toezicht. De voorzitter van de Raad en het Hof moeten voldoen aan de vereisten tot benoembaarheid tot rechter in een arrondissementsrechtbank als gesteld in art. 48 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De andere leden zijn registertherapeuten die minimaal 5 jaar werkzaam zijn als beroepsbeoefenaar binnen de natuurlijke gezondheidszorg.
Sancties
Een therapeut die zich schuldig maakt aan een schending van de te hanteren gedragsregels voor natuurgeneeskundig therapeuten, aangesloten bij een van de door de TCZ erkende beroepsverenigingen, dan wel op andere wijze in zijn of haar hoedanigheid als therapeut(e) in strijd handelt met het belang van een goede uitoefening van de natuurlijke geneeskunde kan onderworpen worden aan een van de navolgende tuchtmaatregelen:
- schuldig verklaring zonder oplegging van tuchtmaatregel
- waarschuwing
- berisping
- geldboete van ten hoogste 4500 euro[1]
- schorsing als registertherapeut, met aantekening van die schorsing in het register voor een periode van maximaal twee jaar
- doorhaling in het register van de stichting Register Beoefenaren Complementaire en alternatieve Zorg (RBCZ.)
Van een op te leggen tuchtmaatregel kan worden bepaald dat deze geheel of gedeeltelijk niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij het beslissend college later anders mocht bepalen op grond dat beklaagde zich in een als proeftijd door het beslissend college aangemerkte periode wederom aan een schending van het tuchtrecht heeft schuldig gemaakt dan wel een bijzondere voorwaarde welke in de beslissing mocht zijn gesteld, niet heeft nageleefd.
Probleem van een facultatief tuchtrecht is dat de therapeut zelfs na doorhaling in het register zijn werkzaamheden als therapeut voort kan zetten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg grijpt in als er gevaar is voor de volksgezondheid.