Stichting Oud-Geervliet
De Stichting Oud-Geervliet is opgericht in 1971. De statuten van de stichting zijn voor het laatst vastgelegd op 13 augustus 1982 bij Mr. A. Verzijl in Hellevoetsluis. Voorzitter op dat moment was mevrouw D. F. Onderdelinden, onderwijzeres in Geervliet en de secretaris was de heer Felix van Hoorn. Deze laatste is pas in 2024 afgetreden als bestuurslid, maar nog altijd binnen de stichting actief.
Doelstelling
De doelstelling van de stichting staan omschreven in haar statuten en is als volgt omschreven: De stichting stelt zich ten doel de belangstelling te wekken voor de lokale en regionale historie. Zij houdt zich bezig met opsporing, verwerving, bewaring, instandhouding en tentoonstellingen van al hetgeen uit dit oogpunt van belang wordt geacht.[1]
Beknopte geschiedenis van Geervliet
De oude kern Geervliet is ontstaan bij de grafelijke tol, die in 1195 door de keizer werd bevestigd. Van iedere scheepsvracht die op de Bernisse passeerde, moest in die tijd een deel van de lading worden afgestaan, goedschiks of kwaadschiks. Later werd dit een betaling in klinkende munt, naar de waarde van de vracht. Een ander gedeelte van het dorp kwam tot ontwikkeling rond de aan Onze Lieve Vrouw toegewijde kerk. De nederzetting lag nabij de Bernisse, een zeearm aan de Maasmond. Zij was een belangrijke route voor de handel tussen Holland en Zeeland en groeide uit tot havenplaats met levendige handel.
Vanuit Geervliet werd vanaf het begin van de 14de eeuw het Land van Putten bestuurd. De Heren van Putten resideerden op het kort na 1832 afgebroken Hof of Kasteel, waar ook recht werd gesproken in de vierschaar. In 1308 verbonden Heer Nicolaas III van Putten en zijn gemalin Aleida van Strijen aan de kerk een kapittel. Dit was een groep geestelijken die het etmaal rond voor het zielenheil van de stichters moesten bidden. Hun dochter, Vrouwe Beatrijs, stichtte in 1346 een gasthuis met kapel, het latere stadhuis. Sweder, Heer van Abcoude en Gaesbeek, verleende op 4 april 1381 stadsrecht aan Geervliet, dat vervolgens werd omgeven door een stadsmuur met vier poorten en enkele torens. Op de enig behouden muurtoren verrees in 1383 een windkorenmolen, de vroegste voorganger van de huidige molen.
Vooral na de verlanding van de Bernisse in de 16de eeuw, zette het reeds begonnen verval van Geervliet verder door. Het stadje bezit nog enkele zeer bezienswaardige monumenten, ondanks de brand van 29 mei 1743, die een aanzienlijk deel van de bebouwing verwoestte. De uit kunsthistorisch en geschiedkundig oogpunt van belang zijnde oude kern geniet de status van beschermd stadsgezicht.
De eerste vermeldingen van Geervliet houden verband met de aldaar in 1179 gevestigde tol op de Bernisse, een brede vaarweg die de eilanden Voorne en Putten van elkaar scheidde. Mogelijk was deze tol gevestigd op een stelle of terp.
De inpoldering van ‘de vorsche daer Gheervliet in leyt’ is niet precies te dateren. In 1246 hadden de heren van Putten er een versterkte hoeve. Het Land van Putten omvatte toen behalve de eilandjes die aaneengroeiden tot het huidige eiland Putten een deel van de huidige Hoeksche Waard, een deel van het eiland IJsselmonde en een deel van het huidige Goeree-Overflakkee. Zetel van het bestuur was Puttenstein nabij Heinenoord. In de strijd met de Vlamingen (waarbij de voor deze buren zeer nadelige tol de inzet was) werd dit slot in 1304 verwoest en de heren vestigden zich op hun Geervlietse hof. Geervliet werd daarmee hoofdplaats van Putten.
Bij de inpoldering van het eilandje waarin Geervliet als woonplaats zou ontstaan heeft men een werkwijze gevolgd die gangbaar was voor aan vaarwater gelegen opwassen. Men legde er een dijk om, die men ter plekke van een grotere afwateringskreek in een boog rond die kreek liet lopen. Afwatering vond daarna plaats door een sluis en de buitendijks gehouden kreek werd een bijna natuurlijke haven.
Langs deze dijk ontstond bebouwing, eerst aan de buitenzijde. Aan de binnenzijde was kaderuimte voor activiteiten die betrekking hadden op de tol en bij uitbreiding op de zeehandel in het algemeen alsook de visserij. De enkele bewaard gebleven oude tolrekeningen geven een idee van de veelheid en variatie van hetgeen werd aan-, af- en doorgevoerd. Vanaf de hoefijzervormige dijk ontsloot een polderpad het achterliggend land. Daaraan werd, op enige afstand van de haven, de aan de H. Maagd Maria gewijde kerk gebouwd, mogelijk in eerste instantie als kapel behorend bij de naastgelegen Hof van Putten. Al in 1277 wordt de Geervlietse parochie genoemd als bijdragende in de kosten van een van de kruistochten. Grond behorende tot die heerlijke hoeve werd tegen jaarlijkse vergoeding in de vorm van kapoenen ter bebouwing uitgegeven. Deze gesneden, gemeste hanen werden later door een geldswaarde vervangen. Er ontstond een stratenplan dat al vermeld wordt in een kapoengeldenlijst van 1451 en dat nog altijd ongewijzigd aanwezig is: Kerckstraet, Tollestraet, Sinte Anthonisplaetse, Molenstraet en Visschersziede. Het gaaf bewaard gebleven stratenplan was een van de argumenten op grond waarvan Geervliet in 1975 tot beschermd stadsgezicht werd verklaard.
Museum Stadhuis Geervliet
De stichting beheert het Museum Stadhuis Geervliet op de benedenverdieping van het voormalig stadhuis aan de Kaaistraat 2 in Geervliet. Jaarlijks is er een tentoonstelling. Het museum is geopend in de zomermaanden van 13:00 tot 17:00 uur en sluit na Open Monumentendag. Kijk op de website van Stichting Oud-Geervliet van wanneer tot wanneer er een tentoonstelling is. Soms is er namelijk ook in de wintermaanden een tentoonstelling.
Buiten het seizoen kunnen groepen van tenminste vijf personen in het museum terecht, maar dan wel op afspraak via het secretariaat De toegang is gratis. Het bezoek combineren met een bezoek aan de Onze Lieve Vrouwe Kerk is ook mogelijk. Voor rondleiding in de kerk wordt een kleine bijdrage per persoon berekend ten bate van het restauratiefonds.
OudNieuws
De stichting geeft al sinds 1979 het blad OudNieuws uit. Eerst waren dat getypte A-4tjes, maar anno nu een prachtig magazine, welke tot op heden (2025) vier keer per jaar wordt uitgegeven. In OudNieuws staan artikelen over de rijke geschiedenis van Geervliet en omstreken. Denk daarbij aan verhalen over Nicolaas III van Putten, Philippus Baldeus, Cornelis de Witt, Napoleon, maar ook recentere gebeurtenissen en herinneringen van de lokale inwoners.
Projecten
Naast het realiseren van tentoonstellingen, probeert de stichting ook projecten te realiseren. Zo zijn o.a. de volgende projecten al met succes afgerond en heeft de stad Geervliet er weer een paar mooie bezienswaardigheden bij:
- Stadsklok na 75 jaar weer in werking op 4 april 2021;
- 3 schitterende wapenborden voor het stadhuis van Geervliet, onthuld door respectievelijk een bestuurslid van de stichting, de oud-burgemeester van Bernisse en de burgemeester van Nissewaard op 25 september 2021;
- Gevelsteen Willem Tichelaar op de hoek Kerkstraat en Kaaistraat, onthuld de wethouder van zorg, welzijn en cultuur van Nissewaard op 8 juli 2022;
- Plaquette Philippus Baldaeus, onthuld door de ambassadrice van Sri Lanka op 17 september 2022;
- Borstbeeld Cornelis de Witt, onthuld op 15 oktober 2022 door de voorzitter van de Eerste kamer van de Staten-Generaal;
- Stadspomp op het Dorpsplein, onthuld door de wethouder van zorg, welzijn en cultuur van Nissewaard op 4 april 2024;
- 3D hoofden van het graf van Nicolaas III voor de tentoonstelling 2024;
- Animatiefilm en 3D reconstructies "Bernisse Toen en Nu" in virtual reality en achtergrond informatie - opgeleverd in 2024;
- Korte documentaire over "Nicolaas III en het Land van Putten" (alleen in het museum te zien) in 2024;
Bronnen, noten en/of referenties
|