Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Sergeant Detmar
Sergeant Jacob Jean Philippe DETMAR (Bussum 12 augustus 1913 - Hilversum 27 maart 1886) behoorde bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog tot het 1e Regiment Genietroepen en was gelegerd te Coevorden.
MEIDAGEN 1940 In de Meidagen van 1940 was hij belast met het laten springen van bruggen over de Drentse Hoofdvaart. Via de Wonsstelling kwam Sergeant Detmar terecht in de stelling Kornwerderzand waar hij met andere onderdelen van de Genie actief is geweest in het saboteren van de sluisdeuren zodat in het geval van verlies van de stelling Kornwerderzand de Duitse aanvallers niet langer het waterpeil van de Hollandse Waterlinie zouden kunnen verlagen door afwatering via het IJsselmeer.
KRIJSGEVANGENSCHAP
Melden in Amersfoort
Op 29 april 1943 werden op bevel van de Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden, General der Flieger Christiansen alle militairen die al niet krijgsgevangen waren genomen, opgeroepen zich te melden om alsnog in krijgsgevangenachap te worden gevoerd. Op 10 Mei 1943 meldt Sergeantt Detmar zich in het Wehrmachtslager aan de Zonnebloemstraat in Amerfoort.
Stalag XI-A Alten Grabow
Hij werd vervolgens op transport gesteld naar Stalag XI-A te Alten Grabow bij Maagdenburg waar hij geregistreed werd onder KGF (Kriegsgefangenen) nummer 105380. Alle onderonderofficieren die krachtens die Coventie van Geneve van 1929 weigerden arbeid te verrichten voor de Duitse bezetter kwamen in kampen in Oost-Polen terecht. Zo ook Sergeant Detmar.
Stalag 327 Nehrybka
Samen met 194 medegevangenen werd hij op 30 Augustus 1943 op transport gesteld naar Stalag 327 Nehrybka bij de stad Przemysl in Oost-Polen waar zij op 5 September 1943 aankwamen. Na daar een korte maand verbleven te hebben moest er in dit kamp plaats worden gemaakt voor Italiaanse krijgsgevangenen en werd hij samen met 291 mede gevangenen op 30 September 1943 op transport gesteld naar Stalag 369 in Kobierzyn nabij de stad Krakow in Polen, waar zij op 2 Oktober 1943 aankwamen.
Stalag 369 Kobierzyn Dit kamp werd voornamelijk bewoond door Franse krijgsgevangen. Deze Fransen waren ook verantwoordelijk voor het badhuis en bij het aanzicht van de sterk ondervoede Nederlandse krijgsgevangen kwam en een voedselstroom op gang vanuit het Franse naar het Nederlande kampgedeelte. Sergeant Detmar ging in dit kamp bij de Toneel Club 369 en is tot het eind van de oorlog toneelspeler geweest. Toen de opmars van het Rode Leger langzaam maar zekerde voorderde diende Stalag 369 in Augustus 1944 ontruimd te worden. Door de Duitse kampleiding werd eerst aangekondigd dat men te voet richting het Westen zou moeten gaan, maar toen het Russiche front enigszins stagneerde, kwamen op het laatste moment alsnog goederenwagons beschikbaar en werd sergeant Detmar samen met 394 mede gevangenen op transport gesteld naar Stalag IV-B te Muhlberg a/d Elbe.
Stalag IV-B Muhlberg a/d Elbe Dit was een van de grootste krijgsgevangenkampen van de Tweede Wereldoorlog, waar vele nationaliteiten door elkaar waren ondergebracht. Alleen de krijgsgevangen Russen bevonden zich in een apart kamp binnen het hoofdkamp. Sergeant Detmar kwam hier op 17 Augustus aan en verbleef in dit kamp tot de bevrijding door het Rode Leger op 23 April 1943. Op 19 Augustus overlijdt Sergeant der Genie Gerrit Riezebos die tijdens de meidagen van 1940 als eveneens als beroepssergeant bij de Genietroepen van de Landmacht deel nam aan de strijd bij de Afsluitdijk. Na de capitulatie ging hij als kantoorbediende/archiefbediende werken bij de firma De Vries van Buuren & Co. aan de Jodenbreestraat in Amsterdam. Medio 1943 weigerde hij zich te melden voor terugvoering in Duitse krijgsgevangenschap en dook hij gedurende enige tijd onder. Niet lang daarna kreeg hij verzetscontact met Johan Limpers en met een RvV-groep (onder leiding van Marinus van der Spaa) in Amersfoort. Riezebos was betrokken bij diverse overvallen in Amsterdam: onder meer op de carbidfabriek (Electro Zuur- en Waterstoffabriek) aan de Distelweg in Noord, de distributiekantoren aan de Borgerstraat en Admiraal de Ruijterweg en, op 1 mei 1944, het HvB aan de Weteringschans. Daarnaast zorgde hij voor een onderduikadres voor een aantal joodse landgenoten en voorzag hij hen van bonkaarten. Toen hij op 7 juni 1944 bij een PB-controle in Amsterdam aangehouden dreigde te worden, trachtte hij vergeefs te ontkomen. Na als arrestant naar het militaire kamp Waterloo in Leusden te zijn vervoerd, deed hij nogmaals een poging te ontsnappen.
Korte tijd later werd ook hij overgebracht naar Stalag IV-B, waar hij overleed aan de gevolgen van difterie. Na de oorlog is Riezebos herbegraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal (vak 40)