Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Samuel de Clercq
Samuel de Clercq (1876 - 1962) was een Nederlandse architect.
Samuel de Clerq was de zoon van Pieter de Clerq en Maria Catharina Müller. Pieter was bankdirecteur en later wethouder in Dantumadeel. Samuel ging naar de HBS en studeerde in Delft, waar hij Dolf Broese van Groenou ontmoette, wiens ouders in Nederlands-Indië woonden. Dolf was naar Nederland gestuurd toen hij 7 jaar was en woonde bij familie in Den Haag. Samuel werd civiel ingenieur in 1900, Dolf in 1904. Samuel trad na zijn studie in dienst van de De Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij (ZHESM). Ten behoeve van de eerste elektrische spoorlijn van Nederland, die van station Hofplein in Rotterdam naar het Kurhaus in Scheveningen zou komen, ontwierp hij de haltes, station Scheveningen en de elektriciteitscentrale in Leidschendam.
In 1902 werd de ZHESM overgenomen door de Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij (HSM) waardoor hij zijn baan verloor. Hij ging enkele maanden stage lopen bij J K Klinkhamer en B J Ouëndag, en in 1904 ging hij samenwerken met Jan Gratama. Ze bouwden de Tuinbouwschool Huis te Lande in Rijswijk, het gemeentehuis met veldwachterswoning te Vlaardingerambacht, twee huizen aan de Brink in Laren en een huis in Nieuwkoop. Ook maakten zij een ontwerp voor het te bouwen Vredespaleis.
In 1905 werd De Clerq weer aangenomen door de ZHESM. Zijn eerste opdracht was het aankleden van een spoorwegviaduct in Rotterdam. Hij betrok zijn vriend J C Altorf hierbij om beeldhouwwerken van dieren te maken. De opdracht om station Hofplein te bouwen, ging aan zijn neus voorbij. Hij had er een aquarel van gemaakt, maar de gemeente keurde het af. In 1908 werd station Hofplein door de Rotterdamse architect J.P. Stok gebouwd. In 1940 werd het getroffen door het grote bombardement van Rotterdam.
De Clerq woonde in de Nassau Dillenburgstraat 16, een huis dat door Dolf Broese was ontworpen en door diens ouders was gefinancierd. Hij had kantoor aan huis samen met Broese. Van 1908-1915 gaf hij ook les aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag.
Veel huizen die zij tijdens het interbellum bouwden, zijn inmiddels tot monument verheven. Na de Eerste Wereldoorlog namen zij stijlelementen van de Amsterdamse School over. Hun werk kan tot de Nieuwe Haagse School gerekend worden. De Clerq besteede ook veel aandacht aan interieur- en meubelontwerpen.
Zijn belangrijkste ontwerpen zijn:
- Tuinbouwschool Huis te Lande in Rijswijk, 1898-1906
- Landhuis 'Op den Esch', Hengelosestraat in Enschede, 1911
- Nutsspaarbank aan de Riviervisstraat in Den Haag, 1918 (Rijksmonument)
- Wijnhuis in Zutphen, 1920
- kantoorgebouw van De Centrale Arbeiders Levensverzekerings- en Depositobank aan de Rijnstraat in Den Haag, 1935, gesloopt in 1994.
Nevenactiviteiten
- De Clerq en Broese waren beiden lid van de Haagse Kunstkring.
- docent bouwkunde aan de Academie van Beeldende Kunsten (1908-1915)
- esthetisch adviseur bij de Dienst der Zuiderzeewerken
Meerdere bestuursfunctie werden door beiden uitgeoefend:
- voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering van de Bouwkunst. De Clerq 1912-1914, daarna Broese
- Haagse Schoonheidscommissie, tegelijk in functie
Litteratuur
- S. de Clerq en A. Broese van Groenou, door Michiel Roding, uitgegeven door de Stichting Bonas van het Nederlands Architectuurinstituut. [1]
Bronnen, noten en/of referenties |