Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Steenwol
Steenwol oftewel rotswol is een isolatiemateriaal dat wordt vervaardigd uit diabaas of basalt. Bij 1400°C wordt de steenmassa gesmolten en wordt vervolgens met een zogenaamde spinner weggeslingerd. Hierdoor stolt de vloeistof weer tot draden. Samen met een bindmiddel wordt dit in een verhardingsoven tot een mat gemaakt.
De steenwol wordt gebruikt voor warmte-isolatie van woningen en als bodem voor het opkweken en telen van planten.
Geschiedenis
Het idee om vloeibaar gesteente te verblazen komt van waarnemingen bij vulkanen. Op Hawaï ontdekte men een soort natuurlijke steenwol. Dit trachtte men te imiteren en omstreeks 1850 gelukte het om hoogovenslak te verblazen, waarmee men een nuttige toepassing voor dit volumineuze restproduct had gevonden. Om het gewenste resultaat te bereiken moesten enkele hulpstoffen, waaronder kalk, worden toegevoegd. De Banner Rock Products Comp. te Alexandria exporteerde deze slakkenwol naar Europa. Vooral vanaf 1897 nam de Amerikaanse productie sterk toe. In 1936 waren er 60 fabrieken en de productie bereikte weldra meer dan 300 kton per jaar.
Kort vóór de Tweede Wereldoorlog begon men ook in Europa dit materiaal te produceren. In Denemarken was dit Hendriksen en Kähler (1937), gevolgd door Zweden (1937) en Noorwegen (1938). In Duitsland was het de firma Grünzweig und Hartmann en in Frankrijk Roclaine die de productie ter hand namen. In Duitsland stonden in 1938 al vier fabrieken, waaronder één in Gelsenkirchen.
Steenwol in Nederland
In Nederland kwam voorlopig geen eigen industrie tot stand, hoewel Hoogovens sinds 1924 al veel slakken produceerde. Geïmporteerd werd de slakkenwol onder meer door de Nederlandse Slakkenwol Handel te Amsterdam. In 1938 ging het om 1027 ton. Vrijwel alle import kwam uit Amerika. Ondertussen stapelden de hoogovenslakken zich op. Omstreeks 1934 lag er bij Hoogovens al een berg van 500 kton aan slakken.
De Rotterdamse firma Pelt & Hooykaas N.V. (P&H), een in 1891 opgerichte handel in bouwstoffen, ging vanaf 1928 deze hoogovenslak granuleren en verkopen voor de wegenbouw. Tevens ging P&H de mogelijkheden voor een Nederlandse slakkenwolfabriek onderzoeken. Ook Billiton, dat een tinsmelter in Arnhem bezat, toonde belangstelling. Vanaf 1942 draaide er een proefinstallatie in Arnhem.
Na de Tweede Wereldoorlog ging Billiton zelfstandig verder en verkocht tinslakkenwol onder de merknaam Estanisol. Deze activiteit werd ondergebracht bij de N.V. Stannum. In 1956 kwam deze fabriek in handen van een buitenlandse firma.
P&H ondertussen bouwde in 1949 een fabriek op het terrein van Hoogovens te IJmuiden en verkocht als Nederlandse Steenwolfabriek haar product onder de merknaam Lapinus. Het product vond vooral toepassing in de industrie. Midden jaren 50 van de 20e eeuw ging men ook steenwoldekens vervaardigen, waarbij steenwol op metaalgaas werd gestikt.
In 1957 kwam de zogeheten Fabriek II op het Hoogoventerrein gereed. Hoogovens nam voor 40% belang in het bedrijf, dat nu ook veel exporteerde. Geleidelijk aan kwam er minder hoogovenslak beschikbaar, omdat er veel slakken in het hoogovencement werden verwerkt. Aldus koos men voor een nieuwe vestiging, nabij Roermond. Deze zogeheten Fabriek III kwam in 1968 gereed en was gebaseerd op natuursteen dat uit het Sauerland werd aangevoerd. Het betrof diabaas en basalt. In 1971 ging men samenwerken met het Deense bedrijf A/S Rockwool, dat een voortzetting was van Hendriksen & Kähler. Aldus ging het bedrijf Rockwool Lapinus B.V. heten.
Warmte-isolatie
Steenwol als isolatie is er in verschillende uitvoeringen. Er zijn rollen van 60 cm. breed en 10 meter in lengte, waarbij de steenwol wordt omhuld door papier, al-of-niet eenzijdig met een aluminium deklaag bedekt voor een extra weerkaatsing van warmte. Deze rollen zijn er in verschillende dikten en daarmee verschillende isolatiewaarden, en mét of zonder fixeerstroken aan weerskanten, om de isolatie vast te zetten aan de houten staanders (cls) waar de isolatie tussen is bevestigd. Bij een deklaag van aluminium gebruikt men ook brede aluminium plakband die de naden afdekt.
De andere meest voorkomende variant van steenwol-isolatie is in de vorm van stijve, vlakke isolatieplaten van 60 x 120 cm., in verschillende dikten en isolatiewaarden. De platen worden op maat gezaagd, veelal met een schrobzaag (opgemerkt is het snelle slijten van de zaag door het in wezen doorzagen van steen), en van beneden naar boven bevestigd tussen de staanders.
Vanwege dat losgelaten steenwolvezels tijdens het verwerken de huid kunnen irriteren heeft men meestal kleding met lange mouwen en handschoenen aan. Ook zijn er papieren overalls met kapusjon die bij handen, voeten en het gezicht aan te snoeren zijn.
Zie ook
Externe links
Vrije mediabestanden over Rockwool op Wikimedia Commons