Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Rijksdienst voor Kinderbijslag

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) is een openbare instelling van sociale zekerheid (OISZ) van de Belgische Federale Overheidsdienst. Hij beheert de kinderbijslagregeling voor werknemers en staat onder toezicht van de federale minister Sociale Zaken en Volksgezondheid en de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen.

Geschiedenis

Eerste ontwikkelingen

Vanaf 1915 beginnen werkgevers uit de steenkoolindustrie een vergoeding te betalen voor de “gezinslast” van hun arbeiders. In 1919 starten ook de staat en verschillende provinciale en gemeentelijke besturen met de uitbetaling van kinderbijslag aan hun personeel. Die allereerste kinderbijslag is een antwoord op de in waarde dalende lonen tegenover de stijging van de levensduurte.

In 1921-1922 ontstaan de eerste kinderbijslagfondsen in de textiel- en bouwsector. In 1922 wordt ook besloten een centraal orgaan op te richten: het Comité d’Etude des Allocations Familiales, de latere Vereniging der Kassen voor Gezinsvergoedingen. In 1925 zijn er al 12 fondsen waar 773 bedrijven aangesloten zijn. Samen tellen ze meer dan 130.000 werknemers.

Op 4 augustus 1930 komt er een wet voor de veralgemening van de kinderbijslag voor werknemers. Die wet kent kinderbijslag toe aan alle werknemers uit de industrie, de handel, de landbouw, de vrije beroepen, de openbare besturen en aan alle personen die met een arbeidsovereenkomst, bediendecontract of gelijkaardige overeenkomst minstens twaalf dagen per maand of vier uur per dag werken. De wet verplicht bovendien alle werkgevers om zich aan te sluiten bij een kinderbijslagfonds en daar bijdragen voor kinderbijslag te storten.

Daarnaast wordt in 1930 de Hulpkas voor Kinderbijslagen van de Staat opgericht, waarbij de werkgevers die zelf geen kinderbijslagfonds kozen, aangesloten worden. Dan is er ook nog de Nationale Compensatiekas voor Kinderbijslag: de centrale instelling die een nationale compensatie organiseert tussen de kassen die meer kinderbijslag moeten betalen dan de bijdragen die ze inden en omgekeerd.

Alle kinderen van werknemers en gepensioneerden krijgen, tot de leeftijd van 14 jaar, een maandelijks bedrag van 15 tot 100 Belgische frank afhankelijk van de rang in het gezin. Voor studenten wordt de kinderbijslag doorbetaald tot 18 jaar. In 1969 is het onvoorwaardelijk recht uitgebreid tot 16 jaar en in 1996 tot 18 jaar.

Verruiming van de regeling

Geleidelijk aan wordt de regeling voor de kinderbijslag verruimd zowel wat betreft toeslagen als wat betreft de gerechtigden:

  • 1936 – Wezenbijslag voor wezen van werknemers, gestorven aan de gevolgen van een arbeidsongeval of beroepsziekte
  • 1942 – Kraamgeld
  • 1946 – Veralgemeende wezenbijslag
  • 1947 – Kinderbijslag voor invalide ouders
  • 1951 – Studenten tot 21 jaar
  • 1964 – Studenten tot 25 jaar
  • 1968 – Werklozen en gedetineerden

Om te beantwoorden aan de maatschappelijke evoluties en een extra ondersteuning te geven aan de meer kwetsbare gezinnen, werden vanaf 1957 verschillende toeslagen in het leven geroepen

  • 1957 – Leeftijdsbijslagen
  • 1967 – Toeslag voor kinderen met een handicap
  • 1984 – Toeslag voor kinderen van langdurige werklozen en gepensioneerden
  • 1993 – Adoptiepremie
  • 2006 – Schoolpremie
  • 2007 – Toeslag voor eenoudergezinnen

In 1971 wordt een nieuw kinderbijslagstelsel ingevoerd, namelijk dat van de gewaarborgde gezinsbijslag. Via dat stelsel kunnen kinderen die in geen andere regeling recht hebben, onder bepaalde voorwaarden toch kinderbijslag krijgen. Dit stelsel verschilt van de andere professionele stelsels, doordat het behoort tot de sociale bijstand.

Belangrijke verwezenlijkingen

  • 1951 - Betaling van de kinderbijslag aan de moeder
  • 1957 - Automatische indexering van de kinderbijslagbedragen
  • 1985 - Invoering van de provisionele betaling
  • 1989 - Vaste betaaldatum
  • 1990 - Trimestrialisering van het recht
  • 1997 – Invoering van het begrip co-ouderschap
  • 2000 – Invoering van het begrip feitelijk gezin
  • 2004 – Invoering van het begrip wettelijke samenwonen
  • 2004 - Uitbreiding van de elektronische gegevensfluxen als hefboom/instrument voor de administratieve vereenvoudiging en de exacte toekenning van kinderbijslag.

Rol van de RKW

De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) is de centrale openbare instelling van sociale zekerheid die het kinderbijslagstelsel voor werknemers beheert.

De RKW en de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Zelfstandigen (sinds 1 januari 1971 het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen - RSVZ) zijn opgericht bij de wet van 26 juli 1960. Die wet beoogt de rationalisering en reorganisatie van de openbare instellingen in de sector kinderbijslag. De vijf bestaande instellingen, namelijk de Rijksdienst voor Samenordening van de Gezinsvergoedingen, de Nationale Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen, de Nationale Onderlinge Kas voor Kindertoeslagen, de Hulpcompensatiekas voor Gezinsvergoedingen en de Onderlinge Hulpkas voor Kindertoeslagen, werden opgeheven.

Op 1 maart 2014 telt de RKW 977 medewerkers. Zij vervullen de volgende opdrachten:

Als regulator

Als regulator verdeelt de RKW de financiële middelen over de private kinderbijslagfondsen en controleert hij de werking van de fondsen. RKW betaalt samen met die fondsen jaarlijks zo'n 4,4 miljard EUR kinderbijslag aan meer dan 1,1 miljoen gezinnen in het werknemersstelsel. Via huisbezoeken controleert de Rijksdienst of de toekenningsvoorwaarden voor de kinderbijslag nog steeds vervuld zijn en of de gezinnen het maximale bedrag krijgen waar ze recht op hebben.

Als operator

Als operator fungeert de RKW zelf ook als kinderbijslagfonds. Hij betaalt jaarlijks ruim 1 miljard EUR aan zo'n 270.000 gezinnen in het werknemersstelsel, in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag en voor rekening van andere overheidsinstellingen. De RKW is trouwens de enige instelling bevoegd voor de gewaarborgde gezinsbijslag, het ultieme vangnet voor kansarme gezinnen die in geen ander stelsel recht hebben op gezinsbijslag.

Betalingen

RKW ziet ook steeds toe op de kwaliteit van de aan de gezinnen verstrekte dienstverlening en de rechtmatigheid van de uitgevoerde betalingen. Zo draagt hij bij tot de vaststelling van het recht op kinderbijslag enerzijds en de strijd tegen de sociale fraude anderzijds. Bijvoorbeeld: via een online intern platform, Itinera, worden bij de RKW-operator dubbele betalingen door een automatische procedure vermeden.

Kennisbeheerder

Als kennisbeheerder lanceert RKW in mei 2012 het platform FamiPedia. Dat elektronische kennisportaal bevat gestructureerde en systematisch geactualiseerde informatie over de reglementering van de kinderbijslag. Het is toegankelijk voor professionelen en voor het grote publiek. Famipedia bevat de volledige kinderbijslagreglementering en kan ook per thema geraadpleegd worden. Daarnaast kan elke geïnteresseerde zich abonneren op de periodieke nieuwsbrief van de RKW om op de hoogte te blijven van de juridische actualiteit.

Administratieve vereenvoudiging

De RKW staat voor administratieve vereenvoudiging. Sinds juli 2004 beheert hij het Kadaster van de kinderbijslag. Dat Kadaster bevat alle actoren van de kinderbijslagdossiers van RKW en de private kinderbijslagfondsen. De elektronische uitwisseling van gegevens zorgt voor een beperking van het aantal formulieren in het stelsel en van het aantal tussenkomsten door de sociaal verzekerden. Na de competentieoverdracht op 1 juli 2014 (zie Nieuwe context) neemt RKW ook de dossiers van zelfstandigen voor haar rekening.

Dienstverlening

De RKW zorgt voor een gelijkwaardige, kwaliteitsvolle dienstverlening aan de gezinnen. Door zijn competenties als beheerder van de kinderbijslagregeling uit te breiden van de kinderbijslagfondsen tot de instellingen van de openbare sector die zelf de kinderbijslag betalen voor hun personeel beoogt de RKW een gelijke behandeling van alle gezinnen. Zo kunnen de gezinnen rekenen op een dienstverlening van hetzelfde kwaliteitsniveau.

Overheidsinstantie

De RKW ondersteunt actief het gezinsbeleid van de regering. Het toezicht dat de Rijksdienst uitoefent op de goede werking van de kinderbijslagregeling, laat toe de effectieve sociale draagwijdte te meten van de uitgewerkte maatregelen. Op basis daarvan neemt de RKW initiatieven voor bijsturingen van de regelgeving. Daarnaast werkt hij mee aan het opstellen van wetten en koninklijke besluiten waarvoor de RKW ook de financiële impact raamt.

Beheerder FCUD

Als beheerder van het FCUD, het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten, subsidieert de RKW zo'n 370 kinderopvangprojecten op meer dan 1000 locaties. Die samenwerking wordt stopgezet vanaf januari 2015 omwille van de bevoegdheidsoverdracht naar de gemeenschappen zoals die is vastgelegd in het regeerakkoord.

Grensoverschrijdend

Tot slot heeft de RKW een coördinerende en bemiddelende functie in het bepalen van het recht op kinderbijslag bij grensoverschrijdende situaties. De dienst informeert en verleent bijstand aan betrokkenen, Belgische kinderbijslagfondsen, buitenlandse instellingen,… in het kader van de overeenkomsten binnen de Europese Gemeenschap (Verordening (EG) 883/2004) en de op het vlak van kinderbijslag bestaande Bilaterale Overeenkomsten met Algerije, Marokko, Tunesië, Turkije, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Macedonië, Servië en Zwitserland.

Nieuwe context

In het kader van de in december 2013 in het Belgisch parlement gestemde zesde staatshervorming wordt de kinderbijslag op termijn aan de gemeenschappen en de gewesten overgedragen.

De overdracht verloopt als volgt:

  • 01 juli 2014: de bevoegdheid voor kinderbijslag wordt overgedragen aan de gemeenschappen en de GGC, maar de RKW blijft de kinderbijslagregeling beheren voor rekening van de gemeenschappen en de gewesten. De uitbetaling van de kinderbijslag blijft via RKW-operator en de vrije kinderbijslagfondsen verlopen.
  • 01 januari 2015: het budget wordt overgedragen aan de gemeenschappen en de gewesten, die kunnen beslissen om het beheer van de kinderbijslag over te nemen.
  • ten laatste op 31 december 2019: de RKW houdt op te bestaan en het personeel en de gebouwen worden overgedragen aan de gemeenschappen en de GGC.

Vanaf 2013 tot eind 2019 beheert de RKW de overgangsperiode om de continuïteit van de werking van het kinderbijslagsysteem en van de betaling ervan aan de gezinnen te verzekeren.

De RKW staat zo in voor de overname van ongeveer 60.000 dossiers van voornamelijk openbare diensten en voor de harmonisering van de regelingen voor werknemers en zelfstandigen. Het is de bedoeling om de kinderbijslag bij de RKW te centraliseren en om het aantal betaalinstellingen te verminderen om daarna de overdracht naar de gemeenschappen en de GGC te vergemakkelijken.

De RKW staat eveneens in voor de contacten met de deelstaten om hun zo snel mogelijk de over de jaren heen opgebouwde knowhow te bezorgen. Door een performant informaticasysteem ter beschikking te stellen dat rechtstreeks verbonden is met de Kruispuntbank wordt het werk op het terrein aanzienlijk vergemakkelijkt.

Externe link