Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Referentieel model
Het referentieel model (Engels: referential model) is een wetenschappelijk denk- en werkmodel gebruikt in het kader van opvoeding en begeleiding dat focust op het 'waar om heen' als vraagstelling. Het doet zijn intrede in de hulpverlenings- en zorgsector.
Het integreert vele van de bestaande denk- & werkmodellen door een stap verder te zetten. Het doet dit door de bestaande opvoedings- en begeleidingsmodellen te systematiseren en onder te brengen in een groter duurzaam geheel met een eigen begrippenkader. Zo wordt aandacht gegeven aan wat opvoedings- en begeleidingsmodellen refereren, het waar om, om ze een plaats te geven tegenover elkaar en zichtbaar te maken wat nog kan toegevoegd, het waar heen, om te komen tot een totaalplaatje. Het referentieel model is hiertoe proces-, handelings- en contextgericht. Het wil in het bijzonder meer inzicht brengen in aanwezige vaak problematische processen in iemands ontwikkeling, het waar om, om zo een overstap te weten maken naar meer gunstige ontwikkelingsprocessen, het waar heen.
Het model vertoont affiniteiten met onder meer het in opgang zijnde schemadenk- & werkmodel, de actuele identiteitsvraagstelling en de in ontwikkeling zijnde evidence-based informatieverwerkingstheorie met neurowetenschappelijke roots. Het breidt het contextueel model verder uit. Het is voortgekomen uit een versnippering van opvoedings- en begeleidingsmethodieken waarin een bindmiddel ontbrak.
Referentieel staat voor waar iets om draait. Wat in het centrum staat en de essentie uitmaakt, het waar om. Door zich hier in zijn diverse vormen van bewust te worden, kan waar het om draait, wat in het centrum staat en de essentie vormt, gewijzigd of kan er anders mee omgegaan, het waar heen. De referentiële invalshoek wil ruimte scheppen om zichtbaar te maken wat in iemands functioneren en in het samen functioneren een centrale rol speelt, maar moeilijk zichtbaar te maken is omdat men er zo dicht opzit. Dit geldt ook voor wat centraal staat in toegepaste opvattingen, middelen en werkwijzen. Het wil vanuit zichtbaar gemaakte processen, middelen ter beschikking stellen om wat zo centraal is te optimaliseren, zodat er een beter persoonlijk en samen functioneren uit kan voortvloeien. Van het referentiële is het zo maar een stap naar het (p)referentiële.
In deze benadering gaat volop aandacht naar het cognitieve, het virtuele en het culturele in individuen en groepen van individuen. Dit als innerlijke kernelementen, ook cognitieve en culturele schema’s genoemd, waar om heen het bij iemand of bij een groep kan draaien. Deze mentale elementen worden samengebracht om de invloed en de sturing van het individueel en groepsgedrag te beschrijven en te voorspellen. Er wordt aangetoond hoe ieder komt tot een eigen begrips-, gedrags-, en contextinvulling van zijn gehanteerde innerlijke schema’s en hoe dit oriënterend, sturend en limiterend inwerkt op de eigen expressie en het eigen doen en laten. Naast de collectieve taalkundige invulling van gebruikte begrippen, is er een persoonlijke psychologische invulling van deze begrippen die uitmaken wat iets voor elk is of zou moeten zijn, hoe iemand iets doet of zou moeten doen, en waar en wanneer om tot wat te komen.
Het referentieel model laat toe wat gelinkt is en referereert naar elkaar in zijn samenhang en samengang in beeld te brengen, in zijn juiste context te plaatsen en op weg te helpen vanuit een nieuw perspectief. Zo kunnen verbanden zichtbaar gemaakt worden en wat naar iets anders verwijst bewust gemaakt. Zo kan het grotere geheel in kaart gebracht. Hierdoor kunnen mogelijke hinderpalen ontwaard worden en krachten vrijgemaakt. Zo kunnen moeilijkheden een plaats gegeven en problemen opgelost. Zoals, bijvoorbeeld, hoe negatieve ervaringen in de weg kunnen staan, of hoe iemand overdreven blijft vasthouden aan niet bruikbare overtuigingen, of hoe bepaalde emoties en verlangens tussen iemand en zijn omgeving staan, of nog hoe iemand dreigt slachtoffer te worden van irrealistische plannen of onbereikbare dromen, enzomeer.
Het denken in termen van schema’s waarrond iets draait en die verstoord zijn, is reeds courant bij onderzoekers en professionelen. Dit onder meer in het kader van identiteitsvragen, agressie-problematiek, schematherapie, diagnose en behandeling van anorexia, traumaverwerking, zelfdodings- en hechtingsproblematiek. Hierbij krijgen schema’s vaak een mediërende rol tussen wat zich voorheen in de minder gunstige ontwikkeling afspeelde en wat nadien tot uiting komt.
In het referentieel model wordt dit aangevuld met schema's met een niet verstoorde ontwikkeling in een gunstig kader. Hier vormen schema’s een mediërende rol tussen wat in een meer gunstige ontwikkeling aan bod komt en nadien waarneembaar wordt. Zo kunnen schema's dimensioneel gesitueerd op een continuüm van een niet-verstoord zijn bij een doorsnee ontwikkeling tot een verstoord zijn bij een problematische ontwikkeling. Hierbij kunnen dan verschillende gradaties worden onderkend.
Het referentieel denk- & werkmodel is onderbouwd met wetenschappelijk bevindingen uit recent onderzoek en vertaalt alzo onderzoek in praktijk. Zij vormt een wetenschappelijk update van bestaande inzichten. Zo voegde ze aan deze inzichten naast de omgevingsrealiteit, de cognitieve, de neurowetenschappelijke, de culturele en virtuele dimensie toe. Psychologie is alzo niet enkel in functie van gedrag en psychische gedragsprocessen, maar tevens in functie van gedragsomstandigheden. Het referentieel model is anders gezegd geen theorie, maar vormt een kader waarin wetenschappelijk onderzoek haar plaats vindt. In dit omvattend kader is er plaats voor het refereren naar aandacht, zorg en welzijn voor de werkelijkheid, voor zichzelf, voor de ander, voor de relatie met de ander, voor de omgeving en context en voor het gedachtengeheel.
Referenties
- Franck, J. (2014). Referentieel schemadenken en -handelen voor de opvoedingspraktijk. Wetenschappelijke inzichten geüpdatet. Hove: psychcom-research.
- (P)referentiële opvoeding en begeleiding van a tot z. 12-delige wetenschappelijke encyclopedie. Hove: psychcom-research (2020).
- www.opvoeding.be