Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Pieter Jacobus Wemelsfelder
Pieter Jacobus Wemelsfelder | ||
Pieter Jacobus Wemelsfelder (1943) | ||
Pieter Jacobus Wemelsfelder (1943) | ||
Geboren | 18 november 1907, Goes | |
Overleden | 1 juli 1995, Almen | |
Nationaliteit | Nederlandse | |
Bekend van | Deltaplan | |
Beroep | waterstaatkundig ingenieur |
Pieter Jacobus Wemelsfelder (Goes, 18 november 1907 – Almen, 1 juli 1995) was een Nederlands waterstaatkundig ingenieur. Hij werkte, nadat hij was afgestudeerd in Delft (1930), bij het Waterloopkundig Laboratorium, daarna bij Rijkswaterstaat. Hij was hoofd van de Hydrometrische Afdeling van de Directie Waterhuishouding en Waterbeweging. Een van zijn grote verdiensten was het ontwikkelen van methoden en instrumenten voor de Hydrometrie in Nederland.
Hij kan gezien worden[1] als de grondlegger voor het toepassen van de waarschijnlijkheidsleer bij de bepaling van maatgevende stormvloedwaterstanden in Nederland. Voor hem had S. H. A. Begemann al statistische methoden toegepast op hydrologische aspecten (neerslag en afvoer) van irrigatie[2]. In Amerika verschenen al in het begin van de twintigste eeuw publicaties op het gebied van de stochastische hydrologie, bijvoorbeeld van Allen Hazen en anderen.
Vóór Wemelsfelders aanpak, werd de dijkhoogte bepaald door de hoogst bekende waterstand, plus een bepaalde waakhoogte op basis van inschattingen, dus min of meer deterministisch. Bij het vaststellen van de kruinhoogte van de Afsluitdijk werd bijvoorbeeld de hoogst waargenomen stormvloed gebruikt. Wemelsfelder bracht hier in 1938 (beknopte nota over frequenties van stormvloeden, Rijkswaterstaat, Directie Algemene Dienst, 20 oktober 1938[3]) een grote verandering in. Wemelsfelder heeft door een statistische analyse van de waterstanden, gemeten tussen 1888 en 1937 te Hoek van Holland, de kansverdeling van stormvloed bij Hoek van Holland afgeleid en deze resultaten in het tijdschrift “De Ingenieur” (54e jaargang, nummer 9, 8 maart 1939[4]) gepubliceerd.
De zorgelijke toestand van de dijken in Zeeland leidde in 1939 tot de instelling van de Stormvloedcommissie, die als opdracht kreeg na te gaan met welke stormvloedstanden langs de kust rekening gehouden moest worden.
De Stormvloedcommissie heeft in 1939, onder leiding van Johan van Veen, de methode van Wemelsfelder voor de bepaling van overschrijdingskansen van waterstanden als uitgangspunt genomen en de vroeger gevolgde werkwijze, waarbij de kruinhoogte van de dijken werd vastgesteld op grond van de vroeger voorgekomen hoogste waterhoogten (bij Hoek van Holland 3,28 m boven NAP), verlaten.
De commissie vond het belangrijk om rekening te houden met hogere stormvloeden en de dijken te verhogen. De politiek heeft het advies van de Stormvloedcommissie niet gevolgd en de dijken van Zeeland werden niet versterkt. Toen kwamen de oorlog en de bezetting. Na het einde van de oorlog ging alle aandacht uit naar de wederopbouw. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 bleek het gelijk van de Stormvloedcommissie. Een stormvloed met een hoogste waterstand bij Hoek van Holland (van 3,85 m boven NAP) veroorzaakte een watersnoodramp waarbij 1836 mensenlevens verloren gingen en voor 1,5 à 2,0 miljard gulden aan schade werd aangericht.
Kort na de ramp werd door de minister van Verkeer en Waterstaat de Deltacommissie geïnstalleerd. De commissie had de taak om met adviezen te komen waarmee de kans op een dergelijke ramp tot een minimum zou worden beperkt. Het voorwerk was al door de Stormvloedcommissie gedaan en dus kon de Deltacommissie van de analyses en oplossingen van de Stormvloedcommissie gebruikmaken. Het werk van de Deltacommissie, waaraan ook Wemelsfelder zijn bijdrage leverde (zie bijvoorbeeld [5][6]), resulteerde in 1958 in de Deltawet.
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º Kees d’Angremond, Pompen of verzuipen
- º Kees Vreugdenhil, Gerard Alberts, Pieter van Gelder, Waterloopkunde : een eeuw wiskunde en werkelijkheid
- º Beknopte Nota over de Frequenties van Stormvloeden
- º Wetmatigheden in het optreden van stormvloeden
- º Tussenrapport van ir. P.J. Wemelsfelder van Rijkswaterstaat betreffende: "Hoge stormvloeden dan 1953"
- º Deltacommissie 1961 - dl 4