Petrock

De heilige Petrock, of Petrocus en Petroc, (- Treravel, 504) was een Welsh koningskind. Petrock was de zoon van een prins uit Zuid-Wales en studeerde theologie in Ierland. Hij vestigde zich in Haylesmouth in Cornwall en stichtte een klooster in Lanwethinoc (later Petrocston genoemd, thans Padstow). Na 30 jaar deed hij een pelgrimstocht naar Rome en Jeruzalem en zou tot aan de Infische Oceaan geweest zijn en daar een tijd als kluizenaar op een eiland geleefd hebben. Na zijn terugkeer in Cornwall stichtte hij een klooster in Little Petherick (Nanceventon) met een molen en kapel, en een hermitage in Bodmin, waar hij de H. Woranus pntmoette. Petrock trok vervolgens zuidwaarts en bouwde voor zichzelf een kluis langs de rivier en een klooster voor zijn 12 discipelen op de top van heuvel. Onder hen bevonden zich de HH. Croidan, Medan en Degan. Zoals vele andere heilige kluizenaars, had Petrock een voorliefde voor wilde dieren. Daar redde hij eens een hert dat bij hem zijn toevlucht zocht en opgejaagd werd door een plaatselijke vorst, genaamd Constantine. Petroc bekeerde de vorst en zijn hele hofhouding tot het christelijk geloof. Petrock werd begraven in Padstow, dat het centrum van zijn verering werd. In Devon zijn 18 kerken naar hem genoemd. Daarnaast zijn er nog vele andere in Cornwall en Zuid-Wales. Rond 1000 werden zijn schrijn en relikwieën, evenals zijn staf en klok, overgebracht naar Bodmin. Petrock zou ook Bretagne gekerstend hebben,waar meer dan 30 kerken hem zijn toegewijd onder de naam Perreux. Hij is tevens de heilige van een kerk in Nivernais. Petrock wordt meestal afgebeeld met een hertenbok of met een kerk.

Zijn feestdag wordt gevierd op 4 juni en hij is patroonheilige van Cornwall.

  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)