Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Pasquino

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Pasquino is een bekend antiek beeld in de omgeving van de Piazza Navona in Rome. Sinds de 15e eeuw tot op heden worden anonieme hekelgedichten aan de sokkel van het beeld bevestigd over de actuele machthebbers, hun politiek en hun schandalen. Vooral in tijden wanneer de vrije meningsuiting onderdrukt werd, was de Pasquino een uitlaatklep voor de ontevredenheid van de Romeinen.

De Pasquino is het bekendste van de zogenaamde sprekende beelden van Rome, en het enige dat nog in gebruik is. Vooral in de tijd van het nepotisme in het pausdom werden ook de Marforio, vandaag in het Capitolinische Museum, de Babuino bij de Spaanse Trap, de Abbate Luiggi bij de Sant’Andrea della Valle-kerk, de Facchino, een figuur in de fontein tegenover het Palazzo Doria-Pamphilj, en Madama Lucrezia aan derPiazza Venezia als sprekende beelden gebruikt.

Geschiedenis

Aan het einde van de 15e eeuw werd bij graafwerken voor de bouw van het Palazzo Orsini (nu Palazzo Braschi) op de plaats waar zich vandaag Pasquino bevindt, de torso van een hellenistische beeldengroep, een sterk beschadigde figuur met het middelste gedeelte van een tweede figuur gevonden. De bouwmeester van het paleis, kardinaal Oliviero Carafa, drong aan om de figuur, waarvan armen, benen en de neus ontbraken, te bewaren. Hij liet ze in 1501 op een sokkel plaatsen aan een hoek van zijn paleis, waar naast zijn heraldisch wapen ook een inschrift werd aangebracht die beschrijft hoe hij de figuur liet opstellen.

Er bestaan diverse meningen over de oorspronkelijke betekenis van het beeldhouwwerk. Vermoedelijk is het een deel van een beeldengroep die in het antieke Romeinse stadion van Domitianus stond, waarover de huidige Piazza Navona ligt. Waarschijnlijk was het een voorstelling van Menelaos en Patroklos. In de Loggia dei Lanzi in Florence bevindt zich een tekening van een antieke sculptuur, die sterk lijkt op de Pasquino.

De naam Pasquino

Over de reden waarom het beeld de naam Pasquino kreeg, bestaan alleen gissingen en legenden. De verhalen gaan dat Pasquino zou zijn vernoemd naar een in de buurt wonende handarbeider, herbergier of een leraar aan een Latijnse school, die volgens de leerlingen op het beeld leek, en met wie zij door hun satirische verzen aan het beeld de spot dreven. Een naamgenoot en mogelijke naamgever is de hoofdfiguur Pasquino in de zevende novelle van de vierde dag van Boccaccio’s Decamerone, die na het verorberen van een salieblad een pijnlijke dood sterft. Daarop werd zijn geliefde beschuldigd van moord. Wanneer ook zij na het eten van een salieblad sterft, ontdekt men dat de struik vergiftigd is door een pad. Een geneeskrachtige plant kreeg in dit verhaal een dodelijke uitwerking, net zoals het misbruik van geestelijke macht een schadelijke werking heeft; iets wat een geliefd thema van Pasquino was.

Pasquino’s verzen

Pasquino’s hekelverzen waren anoniem, in het Italiaans, Romeins dialect of vroeger ook in het Latijn opgesteld. Slechts weinige voorbeelden zijn bewaard gebleven. In vele reisgidsen wordt bijvoorbeeld de spreuk geciteerd: Quod non fecerunt barbari fecerunt Barberini (wat de Barbaren niet gedaan hebben, hebben de Barberini gedaan). Hiermee werd paus Urbanus VIII Barberini bedoeld, die de bronzen dakbekleding van de voorhal van het Pantheon liet afhalen om deze om te smelten tot materiaal voor de Ciborie in de Sint-Pietersbasiliek.

De doelgroep van Pasquino’s spotverzen zijn de machthebbers, en van de 16e tot de vroege 19e eeuw waren dat vooral de pausen en kardinalen, naast de heersende adellijke families van Rome. De eerste spotverzen werden vermoedelijk geschreven voor paus Alexander VI, Rodrigo Borgia. In 1501 had hij gedurende zijn afwezigheid de regeringsmacht over de kerkstaat aan zijn buitenechtelijke dochter Lucretia Borgia gegeven, iets wat voor de Romeinen onverteerbaar was. Tijdens de pausverkiezing van Adrianus VI gebruikte Pietro Aretino de Pasquino om met zijn briljante satirische spotgedichten de toestanden aan de Curie aan te klagen, waarmee hij de pauskeuze hoopte te beïnvloeden. Men kon Adrianus, die de Pasquino in de Tiber wou dumpen, met moeite tegenhouden.

Na een langdurig zwijgen, begonnen de Romeinen in 1938 weer pamfletten aan de sokkel van het beeld te bevestigen ter gelegenheid van Hitlers bezoek aan Rome. Sindsdien zweeg Pasquino niet meer.

In recente tijd was de Italiaanse minister-president Silvio Berlusconi een geliefd doelwit van de Romeinse spot.

Nadat het beeld in het jaar 2009/2010 werd gerestaureerd en de papierlagen van de sokkel werden verwijderd, probeert het stadsbestuur het aanbrengen van nieuwe spotverzen tegen te gaan.

Zie ook

Weblinks

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Pasquino op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Q958448 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
41°53′51″,8 N, 12°28′20,2″ O