Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Oplossingsgerichte cognitieve therapie
Oplossingsgerichte cognitieve therapie (Engels: solution focused cognitive therapy) ontstond door de integratie van cognitieve therapie en korte oplossingsgerichte therapie (solution focused brief therapy). De laatste werd rond 1982 in Milwaukee, Amerika in het Brief Family Therapy Center ontwikkeld door psychotherapeuten Steve de Shazer (juni 25 1940 Milwaukee – 11 september 2005 Wenen) en Insoo Kim Berg (25 juli 1934 – 10 januari 2007). Oplossingsgerichte cognitieve therapie is gebaseerd op de filosofie van het sociaal constructivisme. Kenmerk van de therapie is dat het niet nodig is om te begrijpen hoe problemen zijn ontstaan of in stand gehouden worden om hun invloed te verminderen. Dit in tegenstelling tot probleemgerichte therapievormen waarbinnen het probleem geanalyseerd wordt of de oorsprong ervan in het verleden achterhaald. Therapeuten inventariseren momenten waarop het probleem niet voorkomt en oplossingen die de cliënt al toepast. Het advies is om deze momenten en oplossingen vaker voor te laten komen en verder te verbeteren.[1][2][3]
Tien uitgangspunten van oplossingsgerichte cognitieve therapie zijn:[4]
- Denken in termen van weerstand is niet bruikbaar;
- De cliënt kan zich niet aan samenwerking onttrekken;
- Verandering is onvermijdelijk;
- Een kleine verandering kan problemen significant verminderen;
- Cliënten bezitten meestal de hulpbronnen die nodig zijn voor verandering;
- Problemen zijn niet-succesvolle pogingen om moeilijkheden op te lossen;
- Kennis van het probleem is niet nodig om het op te lossen;
- De cliënt bepaalt de behandeldoelen;
- De werkelijkheid wordt door de waarnemer bepaald en de therapeut neemt deel aan het scheppen van de werkelijkheid van het systeem waarmee hij werkt;
- Alle perspectieven zijn juist.
Binnen de therapie werden enkele vragen ontwikkeld om het vinden en verbeteren van oplossingen te faciliteren:
Vragen naar uitzonderingen helpt cliënten om momenten te identificeren waarin problemen minder actief zijn. "Wanneer komt het probleem niet voor? Wat doet u dan anders?"
De wondervraag helpt cliënten om een voorstelling te maken van een situatie waarin het probleem niet voorkomt. "Stel, u gaat slapen en wordt de volgende ochtend wakker. Maar terwijl u sliep is er een wonder gebeurd. Het probleem waarvoor u een oplossing zocht is op wonderbaarlijke wijze opgelost. U vraagt zich natuurlijk af hoe dat heeft kunnen gebeuren en gaat op onderzoek uit. Waaraan zou u kunnen merken dat u probleem is opgelost?"
Schaalvragen helpen cliënten om gevonden oplossingen verder te verbeteren. "U heeft de gevonden oplossing het cijfer zes gegeven. Hoe zou een zeven er uitzien?"
Externe links
Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie
Bronnen, noten en/of referenties
|