Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Maleise civetkat

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Oost-Indische civetkat)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De Maleise civetkat oftewel Oostindische civetkat oftewel Viverra tangalunga is een civetkat die voorkomt in Zuidoost-Azië.

Verspreiding en leefgebied

Maleise civetkatten komen voor op het schiereiland Malakka, diverse Indonesische eilanden en de Filipijnen. Ze zijn in diverse leefomgevingen, zoals bossen, kreupelhout of grasland, te vinden. Alleen 's nachts komen deze dieren in open gebieden. Ze leven voornamelijk op de grond, maar kunnen ook klimmen. (Nowak, 1983) [2]

Voedsel

Maleise civetkatten zijn roofdieren. Ze eten kleine zoogdieren, vogels, slangen, kikkers en insecten. Daarnaast eten ze ook eieren en fruit. (Nowak, 1983)

Voortplanting

Maleise civetkatten kunnen maximaal vier jongen krijgen tot maximaal twee maal per jaar. De jongen komen ter wereld in dichte begroeiing of holen in de grond. (Nowak, 1983)

Wetenswaardigheden

De civetkat wordt 'gebruikt' voor de productie van kopi luwak. Dit is een speciaal soort koffie, waarvan de bonen gegeten wordt en gefermenteerd worden door de civetkat.

Zie ook

Referenties

  1. º (en) Maleise civetkat op de IUCN Red List of Threatened Species.
  2. º Nowak, R., J. Paradiso. 1983. Carnivora; Viverridae; Genus VIVERRA. Pp. 1023 in Walker's Mammals of the World. Baltimore: The Johns Hopkins University Press.
rel=nofollow