Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Oorlogsburgemeester
Een oorlogsburgemeester was een burgemeester die tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog burgemeester was van een gemeente. Hij werd benoemd met de goedkeuring of zelfs op bevel van de bezettende overheid. In principe stonden deze oorlogsburgemeesters aan de kant van de bezetter.
In Nederland
De burgemeesters moesten tijdens de Tweede Wereldoorlog de bezetter bijstaan, met dien verstande dat hij zelf de Nederlandse wet en rechtsorde moest respecteren. Van dat laatste kwam niets in huis. De burgemeesters moesten dan ook kiezen tussen ontslag en vervanging door een fascist, of aanblijven en aan de Duitse eisen gevolg geven.
Rijkscommissaris Seyss-Inquart benoemde burgemeesters die lid van de N.S.B. waren. Tegen het einde van de oorlog had 70% van de Nederlandse bevolking een NSB’er als burgemeester. Circa 700 in totaal, werden ze met andere collaborerende burgemeesters na de Bevrijding ontslagen en desgevallend rechterlijk vervolgd.
In België
Na de bezetting van België door Duitsland, werd er door de bezetter op gerekend dat de lokale besturen gewoon zouden doorwerken. Er was nogal wat ontreddering, want een aantal (ongeveer een derde) van de burgemeesters en schepenen was op de vlucht geslagen en sommigen kwamen maar laat of zelfs helemaal niet weer opdagen. Deze postverlating had blijvende gevolgen en resulteerde onder meer in het afzetten van wie gevlucht waren, zodat al een eerste bres werd geslagen langs waar Nieuwe Ordegezinde personen in gemeentelijke functies konden benoemd worden.
Het opvullen van de vrijgekomen burgemeesterzetels kwam vooral goed op gang vanaf 1941. De Duitse overheid legde een maximumleeftijd op van zestig jaar, niet alleen voor burgemeesters en schepenen, maar ook voor rechters, hoge ambtenaren, enz. Dit opende plots de mogelijkheid om duizenden nieuwe benoemingen te doen, die hoofdzakelijk in de aanhangers van de collaboratie werden gezocht. In Vlaanderen werden 70% van de burgemeesterzetels opgevuld door de collaborerende partij Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV).
Sommige oorlogsburgemeester ging het om het vervullen van een noodzakelijke bestuurlijke functie, waarbij zij zich liever zelf kandidaat stelden dan af te wachten wie deze functie zou overnemen. Het verzet had niet altijd begrip voor deze subtiliteiten. Sommige oorlogsburgemeesters werden door het verzet vermoord, wat het niet gemakkelijk maakte om nieuwe kandidaten te vinden.
Bij de Bevrijding verdwenen de oorlogsburgemeesters vanaf de dag van de aankomst in hun gemeente van de geallieerde troepen. De vroegere burgemeesters die waren afgezet, hernamen, indien ze plaatselijk aanwezig waren, automatisch hun functie. De oorlogsburgemeesters waren ofwel gevlucht, of werden gearresteerd en geoordeeld. De activiteiten van de meesten onder hen in hun functie van oorlogsburgemeester, werden meestal eerder mild beoordeeld. Burgemeesters hadden namelijk vaak de mogelijkheid om de bevolking of sommige van hun onderdanen te helpen, en bij de beoordeling werd dan ook rekening gehouden met getuigenissen in hun voordeel. Wanneer zwaardere straffen vielen, dan was het in gevallen waar oorlogsburgemeesters naast hun functie ook een actieve rol hadden gespeeld in de actieve politieke of zelfs militaire collaboratie.
De regering in Londen had al in mei 1944 besluitwetten uitgevaardigd waarbij alle beslissingen, onder meer de benoemingen van oorlogsburgemeesters, gewoon werden vernietigd. Hun benoeming werd als onbestaande beschouwd en gaf alvast geen recht op pensioen of andere tegemoetkomingen. Ze werden evenmin opgenomen in de lijst van burgemeesters van hun gemeente en de bestuursperiode van hun afgezette voorganger behelsde zonder meer ook de oorlogsjaren.
Literatuur
België en Nederland
- H. HELSEN, De burgemeestersfunctie in België en Nederland: een vergelijking van de rechtspositie, de taken en bevoegdheden, 1987.
- Marnix BEYEN, Oorlog en Verleden. Nationale geschiedenis in België en Nederland, 1938-1947, Amsterdam, 2002.
- Nico WOUTERS, The impact of occupation (1940-1944) on the mayoralty in Belgium and the Netherlands, in: John Garrard (ed.), Heads of the Local State: Mayors, Provosts and Burgomasters since 1800, Historical Urban Studies Series, Ashgate/Leicester, 2007, p. 115-131.
- Nico WOUTERS, The war on legitimacy on the local level, in: Martin Conway & Peter Romijn (eds.), The War On Legitimacy In Politics And Culture, 1938-1948, Palgrave Macmillan, 2008.
- Nico WOUTERS, Mayoral Collaboration under Nazi Occupation: Belgium, the Netherlands and the North of France, (1938-1946), Basingstoke/New York, 2016.
Nederland
- Dr. L. DE JONG, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam, 1969-1985, dl. 5.
- J. J. G. BOOT, Burgemeester in bezettingstijd, 1967.
- Prof. Peter ROMIJN, Burgemeesters in Oorlogstijd, 2013.
- Arend HULSHOF, Rijpstra’s ondergang. Het lot van een burgemeester in oorlogstijd, Uitgeverij Querido, 2016.
België
- Bruno DE WEVER, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, Tielt, 1994.
- Nico WOUTERS, Oorlogsburgemeesters 40/44. Lokaal bestuur en collaboratie in België, Tielt, Lannoo, 2004.
- Nico WOUTERS, (met Bruno De Wever en Herman van Goethem (eds.), Local government in occupied Europe (1939-1945), Academia Press, Gent, 2006.
- Nico WOUTERS, Lokaal geheugen en bezettingsverleden in Vlaanderen: een aanzet, in: Ons Heem. Tijdschrift over Lokaal Erfgoed in Vlaanderen, 2009.
- Petra GUNST, Oorlogsburgemeesters,%20-schepenen., in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Lannoo, Tielt, 1998. Herwerkte uitgave 2023.