Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Noel Vandeghinste
NOEL VANDEGHINSTE 1921-1959 introductie Kunstschilder Kwadestraat 8560 Gullegem
Ik zie nog steeds Noël Vandeghinste iets snel schetsen, raak en spontaan, gewikt en gedoseerd, opbouwend tot een resultaat dat aansprak. Geen groteske, geen bombast, geen opgeschroefd vertoon maar levendige plastische taal, heel goed en duidelijk zeggend wat hij wilde in alle eenvoud. Dat was zijn werk, en dat was ook Noël. Vervolgens keek hij je aan met zijn gitzwarte kijkers, die wakker en goedaardige fonkelden onder zijn donkere wenkbrauwen. Een paar diepe plooien zaten op zijn pezig getaand gezicht steeds klaar om rustig dank te betuigen voor vriendschap en waardering voor wat hij creëert. Een personage, een portret, een stilleven, een landschap. Hij had onmiskenbaar talent te koop! Of liever gezegd niet te koop, omdat hij niet wilde verkopen en ook niet in de kijker wilde geraken voor de geschiedenis langs tentoonstellingen. En zo komt het dat nu bijna al zijn werk in het bezit is van de familie, en dat zijn oeuvre zo rijkelijk bekleed is. Hij was laureaat in 1944 aan de Sint-Lukas Instituut in Gent en ontving er de gouden medaille met een monumentale, en religieus geïnspireerde werk. Dit ontwikkeld in de klassieke technieken en in welke niet minder dan 48 personages voorkomen. Spoedig groeide hij echter tot een kloekere en stevigere toetstechniek, waarmee hij vooral portretten en personages borstelde. Die trefzekerheid haalde hij uit zijn sterke tekenkracht. Het waren in aanvulling op de vele schetsen van oudjes en sukkelaars, meestal met de borstel en inkt of sepia, ook, en vooral, familie portretten en van huiselijke taferelen, vader, moeder, zijn vrouw en natuurlijk zijn kinderen die hij zo vaak in hun spontane bedoening en dat hij dan ook met een paar rake trekken in zijn schetsboeken vastlegde. Maar het waren ook olieverf portretten, levendige en vaak sprekend, suggestieve en ongedetailleerd, maar klaar en af. Wij zijn van mening dat hij bij zijn evolutie altijd streefde om te vereenvoudigen, kernachtig blijven in het uitdrukken zonder overtollig geborstel of gespeel, met een minimum aan lijnen het maximale uitdrukken. Dit zien we niet alleen in zijn schetsen, maar ook in zijn stillevens en bloemstukken. In elk van deze werken vinden we slechts enkele figuratieve elementen meesterlijk geïntegreerd in een suggestieve sfeer, opgeroepen en gecomponeerd met kleurenvlakken in matte tinten. En met dit palet zien we hem aanleunen bij de aardebruine tinten, okers en ombers van onze Vlaamse expressionisten. En nog steeds elimineert en vereenvoudigd hij , verder op zoek naar de essentie van het gegeven. Plots zien we een soort van lineaire structuren in zijn werken, een minimum aan figuratieve hoofdgegevens schragen. Verticalen en horizontalen zijn voelbare dominanten in de sfeerkontruktie. Het werk van deze jonge kunstenaar was opgemerkt en opgenomen in 1958, in de belangrijke tentoonstelling "Hedendaagse Vlaamse schilderkunst " in Brugge en Ieper. Zijn naam en werk verscheen tussen deze van Albert Servaes, Isidore Opsomer, Willem Vanhecke, Victor Servranckx, Rik Slabbinck, Octave Landuyt, Luc Peire, Pol Mora, Marcel Notebaert, Jan Burssens en Daen Vanseveren, om de voornaamste te noemen. Dit beleefde hij een jaar voor zijn plotse afsterven . Had hij het vermoed? Een onuitgesproken voorgevoel? Hij schilderde talrijke zelfportretten, met zeer sombere, hardlijnige gelaatstrekken die angst en verdriet uitspraken. En plotseling, een paar dagen voor zijn dood, maakte hij zijn laatste olieverfschilderij: "een vrouw in rouwkledij op een somber kerkhof!". Dit was het afscheid van de kunstenaar; klaar en duidelijk! Zonder harde woorden, in de taal die hij verkoos boven de andere die veel pijnlijker is. Op dinsdag 27 oktober 1959 werd hij in de regen en wind, door vele honderden vrienden en collega's naar zijn laatste rustplaats begeleid. Het is moeilijk zonder Noël , maar hij is er 50 jaar levendig aanwezig gebleven en die voortlevende liefdesbanden hebben de prachtige familie geslaagd en gestuurd waar Noël het op vandaag zou gedroomd hebben. Wij gunnen het hem.
Bert Dewilde (1994) Belgische Museum Kommissie