Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Nicolaas II van Rusland
Nicolaas II van Rusland | ||
1868-1918 | ||
Tsaar van Rusland | ||
Periode | 1894-1917 | |
Voorganger | Alexander III | |
Opvolger | (Michaël II) | |
Vader | Alexander III van Rusland | |
Moeder | Maria Fjodorovna | |
Dynastie | Romanov-Holstein-Gottorp |
Nicolaas II Aleksandrovitsj (Russisch: Николай II Александрович, Nikolaj II Aleksandrovitsj) (Tsarskoje Selo, 18 mei 1868 – Jekaterinenburg, 17 juli 1918) was de laatste tsaar (keizer) van Rusland, grootvorst van Finland en titulaire koning van Polen. Zijn officiële titel was Nicolaas II, Al-Russisch Keizer en Autocraat. In zijn volledigste vorm omvatte zijn naam bovendien de namen van een aantal andere steden en gebieden waarover hij regeerde.
Familie
Grootvorst Nicolaas Aleksandrovitsj werd geboren als eerste kind en oudste zoon van tsaar Alexander III en diens vrouw tsarina Maria Fjodorovna. Tsarina Maria Fjodorovna werd geboren als prinses Dagmar van Denemarken, de tweede dochter van koning Christiaan IX en koningin Louise. Dagmar was een jongere zus van koning Frederik VIII van Denemarken en van koning George I van Griekenland. Haar zus Alexandra was als vrouw van koning Eduard VII koningin van het Verenigd Koninkrijk en keizerin van India.
In zijn jeugd had Nicolaas een zeer goede relatie met zijn vader, de tsaar, hoewel hij als kind jaloers was op de fysieke kracht van zijn vader. Hij was ook zeer gehecht aan zijn moeder, dit is vooral duidelijk in gepubliceerde brieven van en aan elkaar.
Nicolaas had drie jongere broers: Alexander (1869-1870), George (1871-1899) en Michaël (1878-1918). Ook had hij twee jongere zusjes: Xenia (1875-1960), huwde grootvorst Alexander Michajlovitsj van Rusland (kleinzoon van tsaar Nicolaas I), en Olga (1882-1960), huwde Peter van Oldenburg, na een scheiding huwde Olga in 1916 met Nikolai Kulikovsky.
Nicolaas droeg dezelfde naam als grootvorst Nicolaas Nikolajevitsj van Rusland. Om de grootvorst en de toekomstige tsaar te onderscheiden kreeg de grootvorst de bijnaam Nicholasha. Ook werden ze Nicolaas de Grote en Nicolaas de Kleine genoemd.
Gezin
Nicolaas trouwde in 1894 met de van oorsprong Duitse prinses Alix van Hessen-Darmstadt, die na haar huwelijk de naam Alexandra Fjodorovna aannam. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren:
Afbeelding | Naam | Geboren | Overleden | Bijzonderheden |
---|---|---|---|---|
Grootvorstin Olga | 15 november 1895 | 17 juli 1918 | Was enige tijd in beeld als huwelijkskandidaat voor prins Carol van Roemenië. | |
Grootvorstin Tatjana | 29 mei 1897 | 17 juli 1918 | De favoriet van haar ouders. | |
Grootvorstin Maria | 14 juni 1899 | 17 juli 1918 | Was enige tijd in beeld als huwelijkskandidaat voor prins Louis Mountbatten. | |
Grootvorst Aleksej | 12 augustus 1904 | 17 juli 1918 | De lang verwachte troonopvolger. Leed net als zijn oom Frederik aan hemofilie. |
De enige zoon van Nicolaas en Alexandra, troonopvolger Aleksej, leed aan hemofilie, een erfelijke bloedziekte waarvoor men geen genezing kon vinden. Daarom haalde de familie de monnik en sinistere wonderdoener Grigori Raspoetin in huis die al snel een grote invloed op vooral de tsarina kreeg. Dit wekte bij de invloedrijke adel veel verzet en Raspoetin werd dan ook uiteindelijk in december 1916 vermoord door een aantal Russische edellieden.
Regeringsperiode
Alexander III had geen hoge dunk gehad van de intellectuele capaciteiten van zijn zoon en had hem zoveel mogelijk buiten alle regeringsactiviteiten gelaten. Hij stierf echter in 1894 op betrekkelijk jonge leeftijd, en toen moest de 25-jarige Nicolaas hem opvolgen zonder ooit enige bestuurservaring te hebben opgedaan. Zijn kroning vond op 26 mei 1896 plaats in de Oespenski-kathedraal van Moskou.
Nicolaas, wiens rijk 17% van het landoppervlakte van de wereld besloeg, voelde zich verplicht de autocratische principes van zijn vader hoog te houden, maar hij was een veel zwakkere persoonlijkheid. Hij had het geluk tweemaal terzijde te worden gestaan door ministers van buitengewone capaciteiten, Sergej Witte (minister van financiën van 1892-1903) en Pjotr Stolypin (premier van 1906-1911), die veel gedaan hebben voor de economische ontwikkeling van Rusland, maar hij steunde hen niet consequent, omdat hij van mening was dat zij afbreuk deden aan zijn autocratische macht. Zonder de aanwezigheid van dergelijke sterke ministers werd hij echter gemakkelijk de speelbal van gunstelingen van bedenkelijk allooi.
Critici gaven Nicolaas de bijnaam Bloedige Nicolaas, onder meer vanwege de Chodynkatragedie, Bloedige Zondag, de antisemitische pogroms, executies van politieke tegenstanders en de uitoefening van militaire campagnes op een tot dusver ongekende schaal.
Nicolaas' heerschappij zag het Keizerrijk Rusland gaan van een van de belangrijkste grootmachten van de wereld naar een economische en militaire ineenstorting.
Enerzijds was Nicolaas veel gelegen aan het behoud van de vrede in Europa. Zo was hij een van de initiatiefnemers tot de Vredesconferentie van Den Haag van 1899, die zou leiden tot de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage. Anderzijds wordt Nicolaas' regeringsperiode gekenmerkt door een aantal grote oorlogen waarin het eens zo machtige Rusland grote verliezen leed.
Zo werd Rusland verslagen in de Russisch-Japanse Oorlog, inclusief de bijna gehele vernietiging van de Russische vloot bij de Slag bij Tsushima. Deze oorlog was in 1905 aanleiding tot een revolutie. Als gevolg van die revolutie werd Nicolaas gedwongen de instelling van de Doema, een soort parlement, te accepteren.
In augustus 1914 keurde Nicolaas vervolgens de Russische mobilisatie goed, die gezien wordt als de eerste fatale stap in de Eerste Wereldoorlog, een oorlog waarin 3,3 miljoen Russen zouden sneuvelen, hetgeen leidde tot de ondergang van het Huis Romanov minder dan drie jaar later.
Het einde van een imperium
De tweede oorlog waarin de tsaar zich begaf was de Eerste Wereldoorlog. Op 23 februari 1917, in een tijd van bittere armoede na drie jaar oorlog, barre oorlogswinters en miljoenen slachtoffers, begon in Sint-Petersburg een spontane volksopstand, die het begin was van de eerste fase van de Russische Revolutie. Hoewel de tsaristische garde tot dan toe elke opstand had neergeslagen, gebeurde dat deze keer niet. Integendeel, soldaten van de garde schoten hun eigen officieren neer en deden met de opstand mee. Een week later, op 2 maart, deed Nicolaas gedwongen afstand van de troon ten gunste van zijn broer, Michaël II, en werd naar Jekaterinenburg verbannen.
Nicolaas en zijn familie eerst werden opgesloten in het Alexanderpaleis bij Tsarskoje Selo, daarna in het huis van de gouverneur in Tobolsk en uiteindelijk in het Ipatiev-huis in Jekaterinenburg. In de nacht van 16 juli op 17 juli 1918, toen het contra-revolutionaire leger van Koltsjak op het punt stond om Jekaterinenburg te veroveren, werd de hele tsarenfamilie (vader, moeder en vijf kinderen) op bevel van de lokale Sovjet in de kelder van het Ipatiev-huis geëxecuteerd. Ook de lijfarts van de familie, de kamerdienaar van de tsaar, de hofdame van de keizerin en de kok van de familie werden vermoord. De lijken werden grotendeels verbrand en daarna in een mijnschacht gegooid.
Pas na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie kregen de Romanovs een vorm van eerherstel; in 1998 werden de stoffelijke overschotten van Nicolaas, zijn vrouw en drie van zijn kinderen herbegraven in Sint-Petersburg. Botresten die in 2007 door archeologen zijn gevonden in de omgeving van Jekaterinenburg, blijken na DNA-onderzoek afkomstig te zijn van de twee overige kinderen. Het gaat om troonopvolger Aleksej en zijn zus Maria, maakte gouverneur Rossel van de oblast Sverdlovsk in april 2008 bekend.[1] Het verhaal over de ontsnapping van Aleksej en Maria kan daarmee definitief naar de prullenmand worden verwezen.
De troonopvolging in ballingschap werd vanaf 1924 geclaimd door de derde in lijn van opvolging Kirill. In 1938 stierf hij en werd opgevolgd door zijn zoon Vladimir. Nadat deze in 1992 was gestorven ontstond er onenigheid over de opvolging, waardoor er sindsdien twee kandidaten zijn; Maria Vladimirovna en Nikolaj, die beiden op basis van de huisregels van de Romanovs claimen de rechtmatige troonopvolg(st)er te zijn.
Op 14 augustus 2000 werden Nicolaas, zijn vrouw en kinderen door de Russisch-Orthodoxe Kerk tot strastoterpets (lijdendulders) verklaard, nadat de Russisch-Orthodoxe Kerk in het buitenland hen al in 1978 als martelaren heilig had verklaard. Hun feestdag is op 4 juli. Op de plaats waar hun lichamen in de mijnschacht werden gegooid bevindt zich nu het klooster van de heilige koninklijke lijdendulders.
Op 1 oktober 2008 verleende het Russische hooggerechtshof eerherstel aan Nicolaas II en zijn familie. Zij werden aangemerkt als slachtoffers van politieke onderdrukking nadat dit jarenlang geweigerd was.
Literatuur
- Tsaar. De verdwenen wereld van Nicolaas en Alexandra, vertaling van Tsar: The Lost World of Nicholas and Alexandra van Peter Kurth en Edvard Radzinsky, vertaald uit het Engels door Pim van der Meiden in 1995, 230 blz., uitgeverij De Bataafsche Leeuw - Amsterdam, ISBN 90-6707-380-6
- De laatste Tsaar; het drama van Nicolaas 2", vertaling van The last tsar, the life and death of Nicolas 2, door Edward Radzinsky, uitgeverij Balans, Amsterdam, 1993, 448p., ISBN 90-5018-203-8.