Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Neptunalis
De Neptunalis was een feestdag in het oude Rome ter ere van de god Neptunus. Het werd gevierd tijdens de droogte van de zomer, wanneer Neptunus als god van het water werd geacht voor regen te zorgen. De Neptunalia werden volgens Varro gevierd op 23 juli. De feestdag werd op Romeinse kalenders aangemerkt als Nept. ludi (wat staat voor Spelen van Neptunus), en ze werd gevierd met dans en drank. Over de specifieke tradities van de Neptunalis is niets bekend, behalve dat de Romeinen hutten van takken bouwden waarin ze dronken en feestvierden.
De Neptunalia
De Neptunalia die op 23 juli plaatsvond vereerde Neptunus als god van de zee en water, in het midden van het warme en droge zomerseizoen. Want toen stonden de rivieren laag en het water was schaars. De Romeinen vroegen via dit feest of religieus festival de bescherming van Neptunus voor irrigatie- water een werken. Om dit te doen gingen ze naar de velden en wouden en maakten er kleine hutten (die umbrae genoemd werden), om zich te beschermen tegen de zon en ook tabernakels van gebladerte van lauriertakken. Binnen de schaduw van deze natuurlijke tenten, konden ze buitenhuis eten, bronwater drinken, vooral wijn dan en het koel bewaren in deze warme zomerdagen. Rijker volk offerde soms een stier voor Neptunus. ’s Nachts hebben ze tijdens het kamperen vuur nodig om te koken, ze deelden de stier met god, dat alles was normaal en de volgende dag ging het festival door. Neptunus vereren op die dag zou regenval verzekeren voor de oogst en zo de droogte voorkomen. De Neptunalia werd ook beschouwd als een gunstig moment om te starten met nieuwe irrigatiewerken, welke ondanks de hitte, gemakkelijker te bouwen waren in de zomer dan gedurende het natte seizoen. Het waren de slaven die tijdens dit ‘festival’ het vuile werk mochten opknappen. De plaats waar het festival zich situeerde wordt ook wel bediscussieerd. Zo werd er gezegd dat ze in de wouden en velden plaatsvonden, maar anderen hebben het over het strand. De Neptunalia werden ook gesitueerd en gevierd te Rome aan de oever van de Tiber, of te Ostia aan het strand van de zee. En dit gebeurde in open lucht, terwijl men zich door loofhutten tegen de al te grote hitte van de zonnestralen trachtte te beschutten. Dit feest had met zijn oorspronkelijke zoetwateraspect te maken. Het had tot doel het water rijkelijk te laten vloeien op het land en in meren en rivieren.
Neptunus was de god van de zee of oceanen en van al het water van de Romeinen. Maar toch was hij niet de meest vereerde en machtigste god. Er is weinig geweten over zijn oorsprong toen hij voor het eerst in Rome geïntroduceerd werd. Toen had hij al de karakteristieken aangenomen van de Griekse god Poseidon en werd hij er zo goed als mee gelijkgesteld. Hoewel zijn cultus groeide was hij onder de Romeinse zeemannen veel minder populair dan Poseidon was bij de Griekse zeevaarders.
De Neptunalia werden oorspronkelijk als een privé aangelegenheid beschouwd, in het kader van Neptunus’ bescherming van vers landbouwgrondwater. Het nam een grotere betekenis in als een openbare viering na Marcus Vipsanius Agrippa, Augustus’ militaire chef en zijn admiraal, als hij een tempel en haven toewijdde aan Neptunus na de zeeslagoverwinning tegen Marcus Antonius in Azië en kort daarna de beslissende slag bij Actium (31vCh.). Agrippa’s heiligdom was in het Campus Martius tussen het Pantheon en de baden. Na dat dit was toegewijd in 25vCh., zou de haven het centrum geweest zijn van publieke feiten van de Neptunalia. Zo valt dus te zien dat Agrippa een grote fan was van Neptunus en de geldstukken die Agrippa vereerden hadden meestal de gelaatstrekken van Neptunus. Dit Neptunus complex werd volledig heropgebouwd door Hadrianus wanneer hij ook het Pantheon herbouwde. Vandaar dat het dus moeilijk is om Agrippa’s ontwerpen te onderscheiden en de functies van de bouw.
Neptunus werd ook vereerd als ‘Ruiter Neptunus’, de god en patroon van de zeer populaire paardenrennen en paarden in het algemeen. Omstreeks 206vCh. was zijn tempel gelokaliseerd dichtbij het Circus Flaminius, waar er ruiterspelen werden gehouden. Het paardenverband kwam er doordat Neptunus dikwijls afgebeeld werd terwijl hij op een zeeschelp zat, dat getrokken werden door zeepaarden. Deze zogenaamde ‘zeepaarden’ zijn half vis, half paard. Een deel van de mythe van Neptunus gaat over het feit dat hij de eerst paarden gaf aan de mensen.
De gebieden rond de circus Flaminius en het pantheon overstroomden soms na lenteregens wanneer er opvallende manifestaties ter ere van Neptunus plaatsvonden. Een geldstuk dat uitkwam rond 40vCh. toont het Circus Flaminius Neptunus tempel op een verhoog, zonder een top. Dit veronderstelde dat de tempel enkel kon gebruikt worden bij overstromingen en bereikt kon worden door boten.
Neptunus droeg meestal een drietand en was vergezeld door dolfijnen. Romes meest beroemde beeld van de op een zeeschelp surfende Neptunus is niet oud Romeins. Dit hoge marmeren standbeeld werd pas voltooid in 1761 door Pietro Bracci, onder leiding van de architect Nicola Salvi, als het centrumstuk van de Trevifontein. Dit duidde het einde aan van de maagdenaquaduct, welke was oorspronkelijk uitgebreid tot het Treviplein door dezelfde Agrippa die de tempel van Neptunus bouwde niet ver van het Pantheon.
De Neptunalia was een typisch mediterraan midden zomer festival, dat viel halfweg tussen de zomer zonnestilstand en de lentenachtevening. Noordelijker, vooral Keltisch, middenzomer valt meestal op de zonnestilstand en dus midden juni. De Keltische zomer begon op 1 mei. Beide mediterraan en Noord midden zomerfestivals hebben betrekking op de terugkeer naar de natuur, alhoewel in de Noordelijk gebieden, waar de zomerregenbuien meer gebruikelijk zijn, schijnt er een specifieke klemtoon te zijn op de viering, het bidden en het brengen van offers aan de watergod. Het Joodse feest van heiligen, Succot, dat het bouwen van tabernakels gemeen heeft met de Neptunlia, is een festival dat plaatsvindt op het moment van de 2de of herfstoogst. Orthodoxe Joden zeggen dat het festival de tijdelijk schuiloorden waar de Joden uit Egypte in leefden, gedurende de uittocht, herdenkt. Maar sommige vrijzinnige Joodse scholieren beweren dat dit de tijdelijke opgestelde schuiloorden voor de nachtelijke verblijven in het veld gedurende de oogst periode zijn. De waarschijnlijke fusie was dat de doorgebrachte tijd in het veld in tijdelijk schuilplaatsen gedurende de oogst herinnerd werd als de Joden hun tijd in de wildernis.
De feestdag werd op Romeinse kalenders aangemerkt als ‘Nept. Ludi’, wat betekent ‘Spelen van Neptunus’, en ze werd gevierd met dans en drank. Er vallen aan de Neptunalia verschillende benamingen te geven, zo mag men het een rite, een religieus festival, een feest, spelen ter ere van ….. noemen. Een ‘rite’ is een vorm van godsdienstige zinnebeeldig handelen, in dit geval het uitvoeren van ceremoniën. Men mag ook een rite niet verwarren met een mythe, wel kennen ze overeenkomstige elementen. Zo hebben mythen, riten, bepaalde plekken en bepaalde voorwerpen die samenhangen. Ze zouden aldus een godsdienstig karakter hebben en daarbij zinnebeeldig zijn. Dat wil zeggen: ze zouden ‘het goddelijk in de vorm van verhalen, ceremoniën, tempels, kapellen, heilige rond, schilderingen, beelden, stenen enz. weergeven.
Anderen hebben het ook over de verschillende functies van de goden of heilige figuren. Men weet dat de mens de goden dan ook niet voor niets heeft uitgevonden. Ze hebben onder andere een ruraal economische functie, een onderhoudende of ondersteunende functie en ook een functie als steun voor de aarde en het water. Buiten deze zijn er natuurlijk nog meer functies. Neptunus of Poseidon behoort tot de oudste godenkringen, maar zijn oorspronkelijke betekenis is vrijblijvend. Het oudste verhaal van Poseidon is die van Homeros in het Homerische epos. Hierin komt Poseidon er niet zo goed uit ( ook andere goden niet ) want hij zorgt ervoor dat Odysseus blijft rondvaren en veel ellende kent. Deze ellende kwam er onder meer doordat Odysseus de Cycloop Polyfemus van het gezichtsvermogen had beroofd en hij de hulp van zijn vader, Poseidon, inriep. Neptunus is gelijkgemaakt met de griekse god Poseidon, god van het water, de zee. Zo zijn er overleveringen van de Romein Varro die over Neptunus spreekt : ‘Neptunus quod mare terras obnuit ut nebes caelum, ab nuptu, id est opertione.’ Hij heeft het ook over het feest ter ere van Neptunus of de Neptunalia. Het is een feest dat valt in de hoogzomer en het zou deel uitmaken met een voorafgaand feest nl. ‘lucaria’ ( 19-21 juli ). Tussen deze 2 feesten zijn er dus 5 dagen, men weet wel niet zeker of men deze feesten als één geheel of 2 afzonderlijke feesten mag beschouwen. Een andere Romein nl. Livius heeft het over het feit dat de Griekse naam Poseidon voor het eerst in Rome toetreedde bij de eerste lectisternium in het jaar 399vCh. In dat jaar zou volgens Livius,( V 13.) de Sibyllijnse boeken een ‘lectisternium’ bevolen hebben te zijner ere. Het lectisternium is een soort van godenverering dit in een oude vorm van offeren in een tempel. In het jaar 399vCh. is dit ingevoerd in Romeins gebied. Gedurende 8 dagen werden er beelden van godenparen in een soort van bedden/tafels ingesteld. De godenparen waren Apollo en Latone, Hercules en Diana, Mercurius en Neptunus. Zie hier dus de link met het religieus festival ter ere van Neptunus, weliswaar 8 dagen in plaats van 3. Over de herkomst van deze cultus is er veel onenigheid, maar die ligt hoogst vermoedelijk in de Poseidonkultus van Tarent. Poseidon, de Griekse voorloper van Neptunus had een heiligdom in Triphylia ( dit gegeven werd bij Homeros genoemd ) in de buurt van een kustpad Klidi aan de voet van het Kaiagebergte en hier werd ter ere van Poseidon een feest gegeven. De Griekse goden zijn overgenomen in de Romeinse staatscultus en de Romeinse natuur rond het jaar 399vCh. Zo zou er in 206vCh. een Neptunusheiligdom gesticht zijn in de streek van Circus Flaminius tussen de Palatijn en Aventin ( dit weten we door overlevering van Livius 28, 11, 4 ), die een belangrijke rol had in het traject van de godheid. In de Romeinse traditie passeerde Neptunus hier om een Parèone te hebben, spoedig werd deze Salacia en later ook Vénilia genoemd. Deze Salacia slaat op zijn gemalin, een personificatie van zilte baren. Een zekere Domitius Ahenobardus zou in 32nCh. de tempel vernieuwt hebben en met geschilderde kunstwerken verrijkt hebben.
Net zoals bij de herkomst van Neptunus als godheid, is er ook bij zijn tempel veel onenigheid. Zo zou bij het Circus Flaminius de zogezegd enige tempel zich bevinden, die Neptunus in Rome had. Deze was pas gebouwd in 25 v.Chr. Daar was een beroemd beeld van de Griekse beeldhouwer Skopas, dat Neptunus voorstelde met Thetis en Achilleus, omgeven door Nereïden en Tritonen, die allen waren gezeten op of werden omstuwd door verschillende zeemonsters.