Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Maurice Hoogewijs
Maurice Theofiel Hoogewijs (Zeveneken 5 november 1895 - Brandenburg an der Havel 15 november 1943) was een lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog.[1][2]
Levensloop
Hoogewijs was rijkswachter (wachtmeester) en had een vrouw en twee kinderen.
Tweede Wereldoorlog
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog oorlog trok zijn oudste zoon en tradt toe tot de Royal Navy.
Hoogewijs zelf was de stichter van de verzetscel van het Belgisch Vrijwilligerslegioen in Zele waar hij onderluitenant was.
Op 26 september 1942 werden hij en zijn chef Maurice Nuytinck gearresteerd door Stan De Bruyne (burgemeester van Lokeren) en de Gestapo, op 13 oktober 1942 volgde de arrestatie van wachtmeester Jan-Baptiste Verhavert.
Hoogewijs en Nuyinck werden na hun arrestatie door Robert-Augustinus Poppe en een lid van de Feldgendarmerie met een taxi naar Lokeren overgebracht. Hierna werd hij enkele maanden opgesloten in de gevangenis van Gent. Zijn vrouw kon hem hier nog enkele malen bezoeken, maar op 3 maart 1943 werden hij en zijn kompanen als nacht und nebel-gevangenen via het kamp in Hechta overgebracht naat de gevangenis in Hamln. Tijdens een proces voor het Volkgericht op 20-22 oktober 1943 in Berlijn wordt hij ter dood veroordeeld.
Op 9 november 1943 wordt hij overgebracht naar de gevangenis van Görden-Brandenbrug waar hij op 15 november 1943 wordt onthoofd, samen met o.m. Nuyinck, Alfons De Grauwe, Emiel Hertecant en Jacob Leon.
Twee dagen later wordt zijn lichaam verast en in een urne in de kelder van de gevangenis te Görden-Brandenburg bewaard waar ze na de oorlog werden gevonden door Russische soldaten. Op 29 april 1946 werden de urnen bijgezet op het ereperk van de begraafplaats te Zele.[3]
Bronnen, noten en/of referenties
|