Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Matthis Cuvelier
(Matthis) Cuvelier (Doornik ? - 1387). schrijver van het heldendicht 'La vie de Bertrand du Guesclin.
Of hij werkelijk Matthis heette, is onduidelijk. Volgens sommigen heette hij Jean, Johannes of Jaquemart. In zijn boek 'The Flower of Chivalry, Bertrand du Guesclin and the Hundred Years War' noemt historicus Richard Vernier de schrijver 'een zekere Cuvelier'. Jonathan Sumption, schrijver van de nog lopende boekenserie The Hundred Years War, noemt hem 'the baladist Cuvelier'. Een voornaam wordt niet genoemd. Het zou dus zomaar eens kunnen dat de voornaam Matthis ontsproten is aan het brein van de schrijfster aan wie Cuvelier zijn relatief grote bekendheid in Nederland te danken heeft: Thea Beckman. Hoe dan ook: de dichter maakt in 1327 zijn entree in de geschiedenis als hij genoemd wordt als hofdichter (diseur) voor Charles V. Na de dood van Du Guesclin in 1380 begint Cuvelier aan het schrijven van het heldendicht La vie de Bertrand du Guesclin. Waarschijnlijk doet hij dat in opdracht: van wie is onbekend. In het meer dan 24.000 regels tellende werk wordt Du Guesclin vergeleken met Frankrijks eerdere epische held Roland. Volgens Vernier is dat niet vreemd: de Bretonse ridder genoot bij leven zowel aan het hof als bij het volk al grote faam als redder van Frankrijk. Cuvelier verwijst in zijn epos voortdurend naar het gewone, volkse karakter van zijn held en zijn populariteit. Het gedicht is in 1384 voltooid. Niet iedereen is even blij met de literaire kwaliteiten van het stuk: al snel wordt er een editie in verhaalvorm gemaakt. Cuvelier is dan al overleden. Lang blijft het gedicht de belangrijkste bron voor historici die over Du Guesclin willen schrijven. Maar met de ontsluiting van steeds meer officiële bronnen over de Honderdjarige Oorlog komt ook de kritiek. Cuvelier blijkt regelmatig plaatsen, gebeurtenissen en jaartallen door elkaar te halen. Naar de reden hiervan is het gissen, maar mogelijk speelt de grote variatie aan bronnen een rol: die variëren waarschijnlijk van volksverhalen en andere kronieken tot officiële stukken. Wellicht heeft haast een rol gespeeld: er moest zo snel mogelijk na Du Guesclins dood een verhaal komen om de herinnering aan zijn heldendaden levend te houden, denkt Vernier. Er zijn geen aanwijzingen dat Cuvelier en Du Guesclin elkaar kenden.
In de trilogie over de Honderdjarige Oorlog van Thea Beckman, Geef me de ruimte!, Triomf van de verschroeide aarde en Het rad van fortuin speelt Matthis Cuvelier een hoofdrol als eerste pleegzoon van Marie-Claire en Berton De Fleur. Cuveliers levensloop (grotendeels) en de personages van zijn pleegouders zijn echter verzonnen. Zij staan model voor de rondreizende zangers en toneelspelers van die tijd.