Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Mattentaart

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een mattentaart is een gebak dat voornamelijk bekend is uit de streek rond Geraardsbergs. De taartbodem en -bovenkant bestaan uit bladerdeeg met tussenin een mengsel van matte (bereid uit volle melk en karnemelk), eieren en amandelen. In de laag bladerdeeg aan de bovenkant van de taart worden voor het bakken enkele gleufjes gesneden of geknipt, en door deze gaatjes komt tijdens het bakken een beetje van de matte naar buiten.

Hoewel men weinig weet over de oorsprong van de mattentaart, is men er vrij zeker van dat de geschiedenis ervan tot in de middeleeuwen teruggaat. Het woord ’matte’ of ’matten’ vindt men terug in oude dialecten in Duitsland, Frankrijk en Vlaanderen. Zo heet een ’kaastaart’ of ’kwarktaart’ in Hessen (Duitsland) ook een Mattekuchen (Hessisch dialectuitspraak: Maddekuche).[1][2] Men gebruikte matten om sauzen mee te bereiden, en nadien om er taarten mee te bakken. Met de benaming ’matte’ of ’matten’ bedoelt men geronnen of gestremde melk, het voornaamste bestanddeel van mattentaarten. Dit melkproduct komt overeen met wat men nu uit de Italiaanse keuken kent als ricotta. De kwaliteit van de matten wordt bepaald door de kwaliteit van de melk. De bodemgewassen in de streek van Geraardsbergen-Lierde spelen dus indirect een rol bij de productie van de mattentaart. De vulling van de mattentaarten wordt samengesteld uit de matte, met eieren, suiker en amandelen.

Het is aan te nemen dat de mattentaart, of de eeuwenoude voorganger ervan, aanvankelijk op de hoeve ontstond. Van oudsher bestond naast de traditie om zelf brood- en banketwaren te bakken de noodzaak om een manier te zoeken hoe gestremde melk kon worden gebruikt. Het aanwenden van wrongel in gebak kende blijkbaar succes want de plaatselijke pastoor Albert Delcourt vermeldde in zijn tweetalige brochure over de geschiedenis van de mattentaart (Histoire de la tarte au Maton)[3] dat de koks en pasteibakkers uit de Middeleeuwen veel geronnen melk gebruikten. De kasteelheren uit deze tijd dronken bij hun gastronomische eetmalen de beste wijnen en eindigden met de fijnste mattentaarten.[4]

Het oudste bekende recept van de mattentaart werd door Thomas van der Noot in zijn Boeken van cokerijen (1510) opgetekend. De populariteit van kaastaarten in de 16e eeuw blijkt onder meer uit het beroemde schilderij De Boerenbruiloft van Pieter Brueghel de Oude. De mattentaart, zoals we die vandaag kennen, was de lekkernij bij uitstek op kermissen in Westelijk Brabant, noordelijk Henegouwen en de Denderstreek vanaf 18e tot het begin van de 19e eeuw. Het gebak had toen reeds hoofdzakelijk de karakteristieke ronde vorm, terwijl in Brabant ook de schietspoelvorm voorkwam (mattengozetten). Oorspronkelijk was de mattentaart, met als bakermat en voornaamste productiecentrum het Geraardsbergse, vooral bekend in Aalst, Brussel, Lessen, Aat, Elzele, Ronse, Brakel, Gent en Charleroi. Vandaag de dag wordt deze specialiteit over heel België geapprecieerd.

Geraardsbergen mag zichzelf „mattentaartenstad” noemen, terwijl het naburige Lierde de titel van „mattentaartengemeente” toegewezen heeft gekregen. De eerste zondag van augustus is de Dag van de Geraardsbergse Mattentaart. In 2005 werd deze dag voor de 26e maal gevierd. Op deze dag worden er op de markt van Geraardsbergen doorlopend mattentaarten gebakken en vindt er een kapittelzitting plaats van de Broederschap van de Geraardsbergse Mattentaart, tijdens dewelke nieuwe leden opgenomen worden.

Beschermde status

De Geraardsbergse mattentaart was het eerste Vlaamse streekproduct dat van de Europese Commissie 15 februari 2007 het label „beschermde geografische aanduiding” toegekend kreeg. Het geografisch gebied omvat de fusiegemeenten Geraardsbergen en Lierde.

De aanvraag werd gepubliceerd op 6 januari 2006.[5] De verordening waarmee de beschermde status werd bekomen, verscheen op 16 februari 2007.[6]

Verwijzingen

rel=nofollow