Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Martinus Cornelis van Dooren
Martinus Cornelis van Dooren (Tilburg 1756 - Tilburg, 15 juni 1811) was een lakenondernemer en burgemeester in Tilburg.
Hij trouwde in 1783 met Adriana Dams.[1] In datzelfde jaar zette hij - financieel geholpen door zijn schoonmoeder - de firma M.C. Van Dooren & Co op, waarbij zijn zwager Gerardus Dams als stille vennoot fungeerde. Later zou het bedrijf worden omgedoopt in Van Dooren & Dams.
De lakenfabriek lag aan de Nieuwendijk tegenover de fabriek van Pieter Vreede. Dit was tevens de locatie van het Kasteeltje, een woonhuis dat rond 1730 was gebouwd door de Leidse lakenkoopman en drapenier Michiel van Bommel.[2] In 1800 kocht Van Dooren het Kasteeltje van de toenmalige eigenaar Cornelis Verbunt.
Van Dooren was een van de fabrikanten die verantwoordelijk was voor de bouw van een windvolmolen aan de rivier De Leij in 1798.[3]. Het productieproces in de wolfabriek werd steeds verder gemechaniseerd en vanaf 1809 werden spinmachines ingezet; waarschijnlijk was de dagelijkse leiding van de fabriek toen al overgegaan in de handen van Pieter van Dooren, de zoon van Martinus.[4]
Op 17 april 1809 kwam koning Lodewijk Napoleon naar Tilburg en tijdens dit bezoek logeerde hij op het Kasteeltje. De koning beloofde een grote bestelling te plaatsen bij zijn gastheer Van Dooren.[5] Tevens verhief hij het dorp Tilburg tot stad en benoemde hij Van Dooren tot burgemeester. Op 27 mei 1809 werd Martinus van Dooren als burgemeester beëdigd. Hij bleef burgemeester tot aan zijn dood in 1811, waarna zijn zwager Gerardus Dams tijdelijk deze functie overnam.
Na het overlijden van Martinus bleef de fabriek in handen van zijn zoon Pieter en de medefirmant Gerardus Dams.
Bronnen, noten en/of referenties
|