Deze lijst van hoofdingenieurs-directeuren van de (Rijks)Waterstaat is een onderdeel van de lijst van alle managers die leiding gegeven hebben aan een regionale of specialistische eenheid van Rijkswaterstaat. Tot aan 1848 werd niet gesproken van Rijkswaterstaat maar van de Waterstaat. Deze organisatie werkte zowel onder centraal gezag als onder de verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur. Na het tot stand komen van de Provinciewet in 1848 kregen de provincies het recht een eigen "waterstaat" op te richten. In de loop van 20 jaar gebeurde dat in alle provincies. Ter onderscheid van deze Provinciale Waterstaten werd de centrale organisatie aangeduid met 's Rijks Waterstaat, later aaneengeschreven als de Rijkswaterstaat. Heel lang was het gebruik van het lidwoord in combinatie met Rijkswaterstaat de verwijzing naar dit onderscheid (de Provinciale Waterstaten tegenover de Rijkswaterstaat). Tegen het einde van de 20e eeuw, toen alle Provinciale Waterstaten door reorganisaties verdwenen waren) werd Rijkswaterstaat meer en meer als een eigennaam gezien en werd het lidwoord achterwege gelaten.
Deze lijst is een vervolg op de lijst van hoofdingenieurs van de (Rijks)Waterstaat, die handelt over de periode 1811 - 1903 en de Lijst van inspecteurs van de Waterstaat over de periode 1798 - 1811. In de loop van de tijd heeft de organisatie veel verschillende organisatievormen gehad. De lijst van managers wordt daarom steeds voorafgegaan door een overzicht van de organisatievorm in de betreffende periode. De nummering van de managers is doorlopend.
Nadat in de eerste periode de regionale chefs aangeduid worden met de term inspecteur, wordt in de Franse tijd l'ingenieur en chef gebruikt, later in het Nederlands vertaald als hoofdingenieur. (In 1811 werd het Koninkrijk Holland door Napoleon Bonaparte ingelijfd bij het Franse Keizerrijk).
In de lijst zijn tevens de hoogste bazen van de organisatie opgenomen omdat zij doorgaans eerder in hun loopbaan een rol als regionale baas vervulden. Deze hoogste bazen zijn ook afzonderlijk vermeld in de lijst van directeuren-generaal Rijkswaterstaat.
Organisatie van de Rijkswaterstaat 1903-1930
Op 1 juli 1903 werd een reorganisatie doorgevoerd waarin de districten directies werden. Ook werd een aantal rangsbenamingen doorgevoerd:
- Hoofdingenieur werd hoofdingenieur-directeur (HID),
- Inspecteur werd inspecteur-generaal (IG) en
- Hoofdinspecteur werd hoofdinspecteur-generaal (HIG).
Minister Lely - zelf ingenieur - vond dat de minister wel rechtstreeks met de hoofdingenieurs-directeuren kon communiceren en vond de functie hoofdinspecteur-generaal overbodig. Toen de zittende HIG in mei 1914 met pensioen ging werd de functie opgeheven en was er dus (weer) geen centrale leiding van de Rijkswaterstaat.
In 1917 werd naast het begrip directie het district weer ingevoerd, een maatregel, die het mogelijk maakte het hoofd van een eenheid lager te salariëren dan op het niveau van hoofdingenieur-directeur. Het zou (in 1918) alleen toegepast worden voor Groningen en later voor de specialistische eenheden, die vanaf 1923 ontstonden. In mei 1918 verviel de nummering van de directies.
De wijzigingen op het schema van 1914 betroffen:
Naast bovenstaande wijzigingen was op 1 mei 1919 de Dienst der Zuiderzeewerken opgericht, een organisatie buiten de Rijkswaterstaat met een eigen directeur-generaal. Deze is wel in de overzichten opgenomen met de volgende kleurcode:
De discussie over wel of niet eenhoofdig leiderschap van de Rijkswaterstaat bleef doorgaan. De organisatie wilde het, minister Lely was van mening veranderd en wilde het inmiddels ook, maar de Tweede Kamer was bang dat een dergelijke figuur te veel macht kreeg. Het compromis werd de aanstelling van een derde inspecteur-generaal (in algemene dienst), die als primus inter paris moest opereren.
|
|
|
|
|
|
|
Inspecteur-generaal in algemene dienst
|
IGa |
ir.G. Rooseboom
|
|
|
|
|
Tot 1930 werden er ten opzichte van dit organisatieschema alleen nog enkele specialistische districten opgericht, waarvan er één in 1929 in een directie werd omgezet. Alleen eenheden waar een hoofdingenieur-directeur aan het hoofd stond zijn met een achtergrondkleur weergegeven. Alleen HID-en zijn in de jaaroverzichten vermeld.
Organisatie van de Rijkswaterstaat 1930-1949
Op 1 april 1930 krijgt de Rijkswaterstaat weer een centrale leiding in de persoon van Johan Ringers, die de nieuw gecreëerde functie directeur-generaal krijgt. De inspecties worden opgeheven en ter ondersteuning van de directeur-generaal wordt een centrale directie gevormd - de Directie van de Waterstaat - waar enkele hoofdingenieurs-directeuren werkzaam zijn. Ringers heeft bij zijn aanstelling bedongen, dat de Dienst der Zuiderzeewerken onder zijn bevelen komt te vallen (dit wordt pas formeel in 1935 geregeld).
Wijzigingen ten opzichte van dit organisatieschema worden gevormd door de opheffing van een aantal districten, en de vorming van enkele nieuwe districten en directies:
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zag de organisatie er als volgt uit:
Tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog zijn nog een aantal wijzigingen opgetreden, bestaande uit de instelling van nieuwe diensten en (na de oorlog) de overkomst van diensten van andere departementen (het Technisch Bureau der Domeinen, belast met de uitvoering van landaanwinningswerken in Zeeland en langs de waddenkust, van het Ministerie van Financiën en het [[Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater (RIZA)]] van het Ministerie van Sociale Zaken). Bijzondere vermelding verdienen ook de Dienst Bijzonder Beheer, die tijdens de oorlog de taak van de Genie voor militaire objecten overnam en de Dienst Droogmaking Walcheren, die nooit formeel is ingesteld en opgeheven maar wel het herstel van de door oorlogshandelingen vernielde dijken van Walcheren herstelde en waarover "Het Verjaagde Water" van A. den Doolaard verhaalt.
Verder werd in 1948 de Dienst Straatklinkercontrole afgesplitst van het Rijkswegenbouwlaboratorium. Ook in 1948 verdween het begrip district uit de organisatie. Er werd alleen nog gesproken van directies of diensten. Pas in 2005 zou het begrip district terugkeren als nieuwe naam voor de dienstkring.
Organisatie van de Rijkswaterstaat 1949-1971
In december 1948 kwam een nieuw Organiek Besluit Rijkswaterstaat tot stand. Hierin werd de organisatie per 1 februari 1949 vastgelegd:
|
|
|
|
DG |
Directeur-generaal: ir.W.J.H. Harmsen
|
|
Directie van de Waterstaat
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vrij kort na dit besluit werden nog een aantal wijzigingen gerealiseerd: in het diepste geheim ontstond de Dienst Speciale Werken met de opdracht voor de Navo een IJssellinie te bouwen.
De stormramp 1953 leidde eerst tot een Dienst Dijkherstel Zeeland en later tot de Deltadienst. Onder het hoofd van de Deltadienst functioneerden directies met een hoofdingenieur-directeur aan het hoofd: de dienst Deltawerken-Zuid, de dienst Deltawerken-Noord en directie Benedenrivieren. De dienst Deltawerken Zuid viel grotendeels samen met de directie Landaanwinning, zoals het Technisch Bureau der Domeinen was gaan heten, toen het binnen de Rijkswaterstaatsorganisatie werd gebracht.
Het toenemend belang van de waterhuishouding leidde tot een naamsverandering van de Algemene Dienst: het begrip waterhuishouding werd eraan toegevoegd.
Verder kreeg elke provincie weer een eigen regionale directie.
Begin 1957 zag de organisatie er als volgt uit:
In de periode tot 1971 vonden nog de volgende wijzigingen plaats: een splitsing van de Directie Algemene Dienst en Waterhuishouding, waardoor de Meetkundige Dienst zelfstandig werd, een directie Waterhuishouding en Waterbeweging ontstond en de oude Algemene Dienst weer verscheen. Ook werd de directie Landaanwinning omgezet in een Dienst Lauwerszeewerken en werd Deltawerken Noord omgezet in Directie Afsluitingswerken.
In 1968 werd de Directie van de Waterstaat een Hoofddirectie van de Waterstaat, drie afdelingshoofden, die tot dan toe hoofdingenieur-directeur waren werden hoofddirecteur (in de schema's aangegeven met een *: A*, N* en W*).
Organisatie van de Rijkswaterstaat 1971-1989
Ook begin 1971 kwam een nieuw Organiek Besluit Rijkswaterstaat tot stand (vastgesteld bij KB van 14 januari 1971). Hierin werd de organisatie opnieuw vastgelegd. De Dienst der Zuiderzeewerken en het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater werden formeel onderdeel van de Rijkswaterstaat. De directieraad als leidinggevend orgaan, bestaande uit de directeur-generaal en de vijf hoofddirecteuren (Wegen (W), Havens en Scheepvaart (N), Water (A), Financieel Economische Zaken en Planologie (F) en Bestuurlijke en Juridische Zaken (R) kwam in beeld.
In de periode tot 1990 vonden nog de volgende wijzigingen plaats: de oprichting van de Dienst Informatieverwerking als IT-centrum voor de Rijkswaterstaat, van de directie Noordzee voor het beheer van het Continentale Plat van de Noordzee, de omzetting van de Algemene Dienst in een Dienst Verkeerskunde, de verandering van de (bouw)Dienst der Zuiderzeewerken in een gewone (beheers)Directie Zuiderzeewerken. De opheffing van de directie Wegen en de herordening van de Specialismen op het gebied van de wegen leidde tot de omzetting van het Rijkswegenbouwlaboratorium in de Wegbouwkundige Dienst.
De voltooiing van de Deltawerken leidde tot de opheffing van de Deltadienst en een herordening van disciplines, waarbij de Diensten Getijdewateren, Binnenwateren en Weg- en Waterbouw ontstonden. Het besluit om de Markerwaard niet in te polderen was de aanleiding de directie Zuiderzeewerken en de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders te laten fuseren tot de Directie Flevoland.
Organisatie van de Rijkswaterstaat 1989-2006
De organisatie van de Rijkswaterstaat op 1 januari 1989 zag er als volgt uit: de rivierendirecties waren opgeheven en hun taken aan de regionale directies Zuid-Holland en Gelderland overgedragen.
Vanaf 1990 werd de Dienst Informatieverwerking geprivatiseerd, vonden er enkele fusies plaats (Bruggen en Sluizen & Stuwen tot Bouwdienst Rijkswaterstaat, Groningen, Friesland en Drenthe tot Noord-Nederland en Overijssel en Gelderland tot Oost-Nederland en werden de namen van enkele diensten gewijzigd:
Begin 1997 werd de topstructuur van de organisatie gewijzigd. Het begrip hoofddirectie van de Waterstaat werd gereserveerd voor de top-vijf, de directeur-generaal, een (vrijgestelde) plaatsvervangend directeur-generaal en drie directeuren: Kennis (K), Uitvoering (U) en Water (A).
De topstructuur in deze organisatie hield niet lang stand. Eerst werd de Directie Water afgesplitst van de Rijkswaterstaat en ontstond een apart Directoraat-generaal Water. Enige tijd werd geëxperimenteerd met aparte portefeuilles voor de leden van de hoofddirectie (Portefeuillehouder Nat, - Droog, - Markt & Bouw, en - Agentschapsvorming). In 2006 werd gekozen voor een geheel andere structuur met een driehoofdig leiderschap in de vorm van het Bestuur. De ondersteuning werd sterk beperkt tot een relatief kleine Staf DG terwijl de overige ondersteuning tezamen met die van de overige diensten werd in een Corporate Dienst ondergebracht.
Daarnaast waren drie tijdelijke projectorganisaties ontstaan. Verder worden de diensten sinds 2004 aangeduid als RWS ...
Organisatie van de Rijkswaterstaat 2006-2012
De organisatie van de Rijkswaterstaat begin 2006 zag er als volgt uit:
De uitvoering van de adviezen van de Commissie Wijffels leidde in 2007 tot een drastische herordening van de landelijke diensten. Het bestuur werd gevormd door het dagelijks bestuur en alle hoofdingenieurs-directeuren tezamen. De organisatie zag er in de loop van 2010 als volgt uit:
Het ondernemingsplan 2015 geeft een verdere afslanking van de organisatie te zien: Het driemanschap in de hoogste leiding verdwijnt en er wordt weer gekozen voor eenhoofdig leiderschap. De functie plaatsvervangend directeur-generaal wordt vervuld door één van de hoofdingenieurs-directeuren. Een aantal regionale diensten wordt in de loop van 2012 nog samengevoegd, maar krijgt vooruitlopend daarop één hoofdingenieur-directeur (Respectievelijk: Utrecht & IJsselmeergebied (RWS Midden-Nederland), Noord-Brabant & Limburg (RWS Zuid-Nederland) en Noordzee & Zeeland. Per 1 januari 2012 is een nieuwe landelijke operationele dienst RWS Verkeer- en Watermanagement ingesteld. Ook de landelijke diensten zullen wijzigen: de Waterdienst en de Dienst Verkeer & Scheepvaart worden samen een dienst voor Kaders en Kwaliteitsborging; de Dienst Infrastructuur krijgt behalve de verantwoordelijkheid voor nieuwe aanlegprojecten ook de verantwoordelijkheid voor Beheer en Onderhoud en zal daartoe in twee diensten gesplitst worden.
De directeur-generaal wordt in de leiding van de dienst bijgestaan door het Bestuur, bestaande uit de dg, de CFO en 6 hoofdingenieurs-directeuren, waaronder de plaatsvervangend directeur-generaal. Op 1 maart 2012 zag de organisatie er als volgt uit:
|
|
|
|
|
|
|
CFO |
Chief Financial Officer:
|
drs. M.C.J. van Breukelen
|
|
|
|
|
Organisatie van de Rijkswaterstaat vanaf 2013
Het ondernemingsplan 2015 geeft een verdere afslanking van de organisatie te zien: Het driemanschap in de hoogste leiding is verdwenen; er is weer gekozen voor éénhoofdig leiderschap. De functie plaatsvervangend directeur-generaal wordt vervuld door één van de hoofdingenieurs-directeuren. Een aantal regionale diensten is per 1 april 2013 samengevoegd. In de naamgeving is met ingang van diezelfde datum de verwijzing naar provincies verdwenen:
Per 1 januari 2012 was al een nieuwe landelijke operationele dienst RWS Verkeer- en Watermanagement ingesteld. Per 1 april 2013 zijn ook de andere nieuwe landelijke diensten ingesteld:
Daarnaast blijven de Corporate Dienst en de Programmadirectie RWS Ruimste voor de Rivier (RWS RvR) als landelijke diensten bestaan.
De directeur-generaal wordt in de leiding van de dienst bijgestaan door het Bestuur, bestaande uit de dg, de CFO en 6 hoofdingenieurs-directeuren, waaronder de plaatsvervangend directeur-generaal. Op 1 april 2013 zag de organisatie er als volgt uit:
|
|
|
|
|
|
|
CFO |
Chief Financial Officer:
|
drs. M.C.J. van Breukelen
|
|
|
|
|
Bronnen, noten en/of referenties
Bronnen, noten en/of referenties
De eerste versie van dit artikel is gebaseerd op de publicatie
- ir.J.R. Hoogland, Ingenieur van den Waterstaat, Geschiedenis van de organisatie van de Rijkswaterstaat en zijn managers, Den Haag, 2010, interne publicatie Rijkswaterstaat
|