Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Kurt Walter Bachstitz
Kurt Walter Bachstitz was een Duits-Nederlandse kunsthandelaar. Hij is geboren op 4 oktober 1882 en gestorven in Den Haag in 1949.[1][2]
Algemene informatie
Bachstitz was van Joodse afkomst en had de Oostenrijkse nationaliteit. Hij woonde in Wenen en in Berlijn en begon internationaal bekende kunsthandels in Den Haag, New York City en Berlijn. Hij trouwde Elfriede Pesé waarmee hij twee kinderen had; een zoon Walter Werner Michael, die gestorven is rond 1940 en een dochter, Margit Martha[3] die gestorven is in Zuid-Amerika in 1982. Zijn huwelijk met Elfriede Pesé was niet succesvol en in 1918 trouwde hij zijn tweede vrouw; Elisa (“Lilly”) Emma Hofer. In 1920 begon hij een kunsthandel in Den Haag genaamd Kunsthandel K.W. Bachstitz (Bachstitz Gallery N.V.)
In 1938 verhuisde het echtpaar naar Den Haag. Lilly was Duits en niet Joods. Ze was de zus van kunsthandelaar Walter Andreas Hofer, hij gaf voor een tijd leiding aan de kunsthandel in Den Haag, later werd hij een kunstkoper voor Herman Göring.
Tweede Wereldoorlog
Tussen het begin van de Duitse bezetting in 1940 en 1941 verkocht Bachstitz een aantal schilderijen aan de "Sondernauftrag Linz", Hans Posse[4] was tot zijn dood in 1942 hiervan de leider.
Tussen de werken die verkocht zijn aan de Sonderauftrag waren de volgende:
- Ferdinand Bol “The Angel of the Lord appears unto Gideon” NK 2484
- Stephan Godl “Adam and Eve” NK 636-a-b
- Greek / Tanagra Figure “Standing Woman” NK 620
- Girolamo da Santa Croce “Saint John the Baptist” NK 1627
- German (Cologne) “A small altar with saints and two scenes” NK 2707
- German (also Alpian) “St. Mary and St. John before the Crucifixion” NK 1552
- Greek / Snake Bracelets NK 864-a-b
- Greek / Carnelian Engraved Gem 2904
- Gerrit Berckheyde “Grote Markt with Cathedral St. Bavo in Haarlem” NK 2581
- Alexander Colin “Heavenly Apparition over a Town” NK 631
- kopie naar Canaletto The return of the Bucintoro to the Molo on Ascension day NK 1798
- J.I. van Ruisdael Wooded landscape NK2447
- J. van Scorel St. Paul NK2919
- P. Cappelli Roman capriccio NK1892
- Golden bracelet with Serapis head, 1st century[5] NK 865
- Surrounding of Giovanni di Francesco del Cervelliera NK1787
In februari 1941 trok Bachstitz zich officieel terug als directeur van gallery Bachstitz en gaf deze positie aan zijn vrouw. Samen met zijn vrouw kon Bachstitz de kunsthandel in het geheim nog redelijk besturen. Zo konden ze vermijden dat de kunsthandel onder curatele kwam te staan gedurende de oorlog. Volgens het document[6] betreft zijn succesvolle aanvraag om Nederlander te worden na de oorlog, gaf het stel bescherming aan joden die zich schuil hielden voor de Duitsers.
In 1942 werd Bachstitz gedagvaard door de autoriteit van de bezetters (de “Wirtschaftsamt”), omdat hij had gefaald in het opgeven van de kunsthandel als "niet-Arisch eigendom". Hij werd gearresteerd door de Sicherheitsdienst (SD) in juli 1943 en gevangen genomen in de gevangenis van Scheveningen. Als gevolg van een interventie geïnitieerd door Bachstitz' zwager Hofer, was hij weer vrijgelaten. Vanaf toen hoefde hij ook geen Jodenster meer te dragen. Bovendien had Bachstitz het huwelijk met zijn vrouw opgeheven in september 1943 om de Duitse inbeslagname van de kunsthandel te voorkomen. In 1944 kreeg Bachstitz toestemming om Nederland te verlaten en vluchtte naar Zwitserland, met hulp van Andreas Hofer[7].
In ruil voor het uitreisvisum moest Bachstitz kunst overhandigen aan Hermann Göring, namelijk een schilderij met Samson en Delilah motief van Jan Steen[8], en ook twee gouden kettingen[9].
Na De Oorlog
Na de oorlog hebben de geallieerden de meeste kunst die verkocht is aan de Duitse autoriteiten teruggegeven aan Nederland. Nederland restitueerde het schilderij van Jan Steen[10] maar wezen de vraag voor restitutie van de andere werken af. Dezen werden onderdeel van de collectie van de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK). Kurt Walter Bachstitz en Lilly Bachstitz-Hofer werden weer geregistreerd als een officieel echtpaar. Kurt Walter Bachstitz is gestorven in 1949. In 1951 liquideerde zijn weduwe Bachstitz Gallery N.V. met hoge schulden[11]. De kunstbibliotheek van de galerij werd geveild[12].
In 2009 restitueerde de Nederlandse overheid het schilderij "Roman Capriccio" van Pierto Capelli uit de voorraad van de SNK aan de kleinkinderen van Kurt Walter Bachstitz[13]. De restitutiecommisie weigerde echter de claim betreft een aantal andere werken, waaronder werken verkocht aan Hitler (Sonderauftrag Linz). Bij het merendeel van deze werken vond de restitutiecommissie dat de werken niet onder dwang verkocht zijn, omdat Kurt Walter Bachstitz "ongestoord" gelaten was in 1940 en 1941[14]. Zijn kleinkinderen vroegen daarom in 2013 voor een heropening van de zaak[15].
In juli 2013 restitueerde de Stichting Pruisisch Erfgoed een Tirools gotisch schrijfleitje dat op een wand gemonteerd was (ong. 1500) en een grote 16e eeuwse Italiaanse bronzen mortier[16]. De kleinkinderen van Kurt Walter Bachstitz zijn nog steeds op zoek naar vele werken die verloren zijn gegaan als gevolg van de Nationaal-socialistische vervolging[17].
Referenties
- º http://libmma.org/digital_files/archives/Bachstitz_records_b18041048.pdf Overweging Nr.2
- º http://www.restitutiecommissie.nl/adviezen/advies_178.html Overweging Nr.2
- º http://www.restitutiecommissie.nl/adviezen/advies_178.html
- º http://www.archives.gov/publications/prologue/2002/summer/nazi-looted-art-1.html
- º http://www.rmo.nl/collectie/zoeken?object=F+1953%2f4.2
- º NL-NA,ministerie van justitie (1915-1955), inv. No. 13533 (1646)
- º http://www.restitutiecommissie.nl/en/recommendations/recommendation_178.html Overweging Nr.6
- º US-NARA, RG 260, M1946. Roll 127. Restitution Research Records. Göring, Hermann: Notes on Purchases. Page 65.
- º http://www.lootedart.com/aliu-long_print;Y
- º NL-NA, Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK), 2.08.42.
- º NL-NA 2.09.16, Nederlands Beheers Instituut NBI, inv.no. 2168, Note Kesselaar NBI 16 December 1955.
- º https://archive.org/details/artlibrary00inte
- º http://www.restitutiecommissie.nl/en/recommendations/recommendation_178.html Overweging Nr.18
- º http://www.restitutiecommissie.nl/en/recommendations/recommendation_178.html Overweging Nr.5
- º Act RC 4.138
- º http://www.preussischer-kulturbesitz.de/pressemitteilung/news/2013/07/09/berliner-kunstgewerbemuseum-restituiert-zwei-werke-an-die-erben-des-kunsthaendlers-bachstitz.html
- º http://www.lostart.de/Webs/DE/Datenbank/SucheSimpelErgebnis.html?cms_param=SUCHE_ID%3D1970107
Links
- http://www.restitutiecommissie.nl/en/recommendations/recommendation_178.html
- http://www.lostart.de/Content/051_ProvenienzRaubkunst/DE/Beteiligte/B/Bachstitz,%20Kurt%20Walter.html?cms_lv2=5340&cms_lv3=25510
- http://www.art-magazin.de/newsticker/?news_id=7139
- http://www.preussischer-kulturbesitz.de/pressemitteilung/news/2013/07/09/berliner-kunstgewerbemuseum-restituiert-zwei-werke-an-die-erben-des-kunsthaendlers-bachstitz.html
- https://archive.org/details/artlibrary00inte