Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Kurt Victor Karl Mulisch
Kurt Victor Karl Mulisch (Gablonz an der Neiße, Oostenrijk-Hongarije, thans Jablonec nad Nisou, Tsjechië, 10 juli 1892 - Haarlem, 10 juli 1957) was een Oostenrijkse militair en bankdirecteur.[1] Hij was de vader van de Nederlandse schrijver Harry Mulisch.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij beroepsofficier in het Oostenrijks-Hongaarse leger. Hij vocht onder meer aan het Russische, Italiaanse en Franse front in de rang van commandant van een batterij zware bereden veldartillerie. Na de oorlog kwam hij in Nederland terecht. Een zekere Schwarz, een van oorsprong via Vlaanderen uit Duitsland afkomstige Joodse bankier, bezorgde hem een baan. Mulisch trad met diens dochter Alice Schwarz in april 1926 in het huwelijk. In 1927 werd hun enige kind Harry geboren. In 1928 verwierf hij de Nederlandse nationaliteit. In 1936 werd het huwelijk ontbonden.
Hij werd per 28 juli 1940 aangesteld in een leidinggevende positie bij de nazi-bank Lippman-Rosenthal & Co. waar hij toezicht hield op de afdelingen polissen, vorderingen en goederen. Hij stuurde voor een waarde van 4½ miljard gulden aan goederen naar Duitsland. Het betrof goederen die in beslag waren genomen bij naar het buitenland gevluchte personen (buitenlanders en Nederlanders) en geïnterneerde onderdanen van landen die met Duitsland in oorlog waren. Per 1-11-1941 werd zijn functie directeur voor personeels- en huishoudelijke zaken.[2] Vanaf zomer 1942 verzorgde de bank de inbeslagname van de bezittingen van gedeporteerde Joden, die nagenoeg allemaal vermoord werden. Door zijn werk voor nazi-Duitsland wist hij zijn Joodse ex-vrouw, alsmede zoon Harry (deze was op grond van de nazi-ideologie 'half-Joods') te vrijwaren van vervolging. Na de oorlog werd hij gevangengezet voor zijn collaborerende rol bij deze bank.
Mulisch werd begraven op de rooms-katholieke begraafplaats Sint Adelberts in Bloemendaal. Het graf is inmiddels geruimd.