Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Kroonvazal
Een kroonvazal is de hoogste leenheer in de feodale piramide, direct onder de suzerein. De koning was de hoogste leenheer en suzerein en gaf aan zijn directe leenmannen de kroonvazallen stukken land in leen. Die kroonvazallen, de hoge adel en clerus, verleenden deze stukken land weer aan achtervazallen, de baanderheren en burchtheren[1]. Die feodale heren hadden op hun beur weer vazallen.
Voor een aantal vazallen gold de rijksvrijheid of Reichsunmittelbarkeit. Deze heren, maar ook dorpen, kloosters en kerkelijke domeinen waren zonder tussenkomst van een machtiger leenheer zoals de kroonvazal. onderworpen aan het feodale gezag van de Keizer.
De feodale verhoudingen waren gebaseerd op veronderstelde trouw en wederzijdse bijstand. De laatste resten van de feodaliteit in Europa werden opgeruimd in de nasleep van de Franse revolutie.
De krooonvazallen in het Heilige Roomse Rijk
De Reichsdeputationshauptschluss van 1803 ontbond de oude leenheerlijke relatie tussen de laatste Keizer van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie, zijn kroonvazallen; de vorsten en vrijheren van het Heilige Roomse Rijk. Er zouden van de oorspronkelijke 1800 feodale lenen 60 territoria overblijven. Die 60 staten konden de achtervazallen, de kleinere leenheren en de rijksonmiddelbare lenen waaronder de bezittingen van de ongeveer 400 Rijksridders in hun gebied mediatiseren.
Baden, Beieren en Württemberg werden in de Vrede van Preßburg van 26 december 1805 in al volledig souverein en daarmee de gelijken van Oostenrijk en Pruisen. Practisch gezien was de constitutie van het Duitse Rijk daarmee in deze vijf gebieden al opgeheven.
De belangrijkste van de vroegere kroonvazallen zoals hertogen van Saksen, Württemberg, Hannover en Beieren konden zich na 1806 tot koning laten uitroepen.
Op 6 augustus 1806 trad de laatste keizer van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie af, daarmee kwam een einde aan het bestaan van het rijk.
Kroonvazallen in de Nederlanden
In de Nederlanden waren in de middeleeuwen verschillende kroonvazallen te vinden. De graven van Vlaanderen waren niet alleen vazalllen van de Koning van Frankrijk want naast het Franse Kroon-Vlaanderen was er ook Rijks-Vlaanderen waarvan de Duitse keizer de leenheer was. Ook de bisschoppen van Utrecht en de graven van Holland waren vazallen van de keizer. De positie van beide leenheren was vergelijkbaar.[2]
Kroonvazallen in Schotland
Ook in het Schotse feodale recht is sprake van kroonvazallen[3].
Literatuur
- Samuel Hibbert, A Description of the Shetland Islands: Comprising an Account of Their Geology, Scenery, Antiquities, and Superstitions. A. Constable and Company, 1822
Bronnen, noten en/of referenties |