Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Krokodil (locomotief)
„Krokodil” was de naam die men gaf aan Zwitserse elektrische locomotief die werd ontworpen in het eerste kwart van de twintigste eeuw.
In 1919 lieten de Schweizerische Bundesbahnen (SBB) een elektrische locomotief ontwikkelen, die voor de steile Gotthard-lijn geschikt was. In 1925 gaven zij opdracht tot de bouw van drie van deze locomotieven, met als doel deze in te zetten voor goederentransport. Deze locomotief werd direct gewaardeerd in haar uiterlijk door haar voor die tijd buitengewoon harmonische formatie. De drie locomotieven werden in het voorjaar van 1926 afgeleverd en werden ingezet in de Seetal vallei. Uiteindelijk ontstonden in twee bouwseries een totaal van 51 exemplaren van deze driedelige machines van de series Ce 6/8 II (1919-22) en Ce 6/8 III (1926/27).
Voor de krappe bochten op de Gotthardlijn had men een driedelige gelede constructie gekozen, waarbij het centraal geplaatste deel, wat o.a. de machinist en zware transformator herbergde, op de beide langgerekte aandrijfdraaistellen steunde. Deze aandrijfdraaistellen gaven de locomotief het aangezicht van de snuit van een krokodil, waar de locomotief zijn naam weer aan ontleende. Voor de aandrijving koos men per drijfasgroep twee rijmotoren, die over een voorschakeling op een gemeenschappelijke tussenas werkte. Voor de krachtoverbrenging op elk van de drie aangedreven assen van elke aandrijfgroep werden koppelstangen met keep ingezet. Bij de eerste bouwserie Ce 6/8 II werd de buitenliggende, aangedreven as zelfs nog door een afzonderlijk driehoeksframe aangedreven. Het bewegingsverloop van deze gecompliceerde constructie leidde in combinatie met het uiterlijk van de gelede opbouw snel tot de aanduiding „Krokodil”, waarmee deze machines zich tot een van de bekendste locomotieftypen ter wereld ontwikkelden. Het feit dat de locomotieven tot in de jaren ’80 in het zware goederentransport hun functie hebben vervuld, geeft al aan dat het ontwerp, constructie en onderhoud van hoog niveau was.
Begin 1983 besloot de SBB om deze machines buiten dienst te stellen. De 15302 en 15303 werden gedemonteerd en verschroot. De 15301 werd verkocht aan de Oensingen Balstahl Bahn (OeBB) waarheen deze eind april 1983 werd gebracht. In 1990 liep de 15301 door een kortsluiting onherstelbare schade op aan de transformator. Na vijf jaar stil te hebben gestaan omdat reparatie te duur was, werd er een cultuurproject opgesteld, om de lok te herstellen en zo te redden van de schroothoop. Eind 1995 werd de lok dan ook gedemonteerd vervoerd voor een jaren durende grote revisie. In juni van het 2007 was het dan zover: de lok had een nieuwe trafo gekregen en was weer rijvaardig. Na een verdere opknapbeurt werd in dit jaar de 6/6 weer officieel ingewijd. De lok wordt ingezet voor bijzondere ritten, waarvan de eerste grote rit bij het 125-jarig jubileum van de Seetal-bahn was. De gehele revisie had in totaal 13 jaar en 13.000 uren in beslag genomen. De Krokodil is een locomotief die de mensen fascineert. Menigeen heeft een toeristisch treinrit gemaakt, met de krokodil als locomotief. Vanaf z’n ontstaan heeft hij de technici geïnspireerd om als technisch voorbeeld, naar het model te vertalen met Märklin voorop. De eerste Märklin-Krokodillen verschenen in de catalogus van 1933/34.