Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Kortetermijngeheugen

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Korte-termijn-geheugen)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geheugen (psychologie)
Sensorisch geheugen
Iconisch geheugen
Echoïsch geheugen
Werkgeheugen
Langetermijngeheugen
Declaratief geheugen
Episodisch geheugen
Semantisch geheugen
Niet-declaratief geheugen
Procedureel geheugen
Priming
Conditionering
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Langetermijngeheugen (neurale basis)

Het kortetermijngeheugen is een onderdeel van het geheugen met een korte duur en een beperkte capaciteit. De duur kan variëren van enkele seconden tot enkele minuten.

Verschillende benaderingen

Het stadiummodel

Volgens de theorie van Atkinson en Shiffrin krijgt het kortetermijngeheugen informatie uit het sensorisch geheugen (zeer korte duur) en fungeert als voorportaal naar het langetermijngeheugen (zeer lange duur en grote capaciteit).[1] Zij beschouwen het kortetermijngeheugen als een stadium, of tijdelijke opslagplaats van nieuwe informatie waarop de aandacht is gericht. Als informatie afkomstig van zintuigen maar lang genoeg wordt vastgehouden (bijvoorbeeld door herhaling), vindt automatisch transport plaats naar het langetermijngeheugen. Er is echter ook bewijs gevonden dat neurologische patiënten met een defect kortetermijngeheugen soms nog wel informatie in het langetermijngeheugen kunnen opslaan (ook het omgekeerde beeld komt voor). Kennelijk is opslag in het voorportaal van het kortetermijngeheugen, zoals omschreven door Atkinson en Shiffrin, niet altijd vereist om informatie in het langetermijngeheugen op te slaan.

Niveau van verwerking

Craik en Lockhart toonden aan dat oppervlakkige verwerking van woorden (letten op puur uiterlijke kenmerken) leidde tot slechter onthouden, dan diepe verwerking (letten op betekenis) van woorden.[2] Onthouden is dus niet alleen een kwestie van lang genoeg vasthouden in het kortetermijngeheugen maar ook het creëren van codes waardoor er makkelijker een brug wordt geslagen naar reeds verworven kennis.

Werkgeheugen

Het kortetermijnheugen kan ook worden opgevat als werkgeheugen. Het begrip werkgeheugen heeft echter ruimere implicaties. Het kan allereerst nieuwe informatie bevatten die afkomstig is van de zintuigen (zoals in het stadiummodel van Atkinson en Shiffrin). Daarnaast kan het ook oude informatie bevatten die in het langetermijngeheugen is opgeslagen, maar die tijdelijk van binnen uit wordt geactiveerd, zoals een beeld van een vroegere vakantie dat wij ons even voor de geest halen. Ook kunnen we in het werkgeheugen tijdelijk getallen opslaan om daar iets mee te doen zoals een telefoonnummer draaien of een berekening uitvoeren. Processen in het werkgeheugen zijn dus niet passief, maar worden gecontroleerd door actieve bewuste controlemechanismen in de hersenen.

Dat het korte- en het langetermijngeheugen los van elkaar werkende systemen in de hersenen zouden zijn, is al sinds de 20e eeuw een breed geaccepteerd idee. Volgens de Nederlandse neuroloog Roy Kessels van het Donders Instituut van de Radboud Universiteit Nijmegen zou echter uit experimenten blijken dat bij werkgeheugentaken óók de hippocampus actief wordt en dat dit idee van gescheiden geheugenmodules in het brein niet in alle gevallen houdbaar is.[3] Bij wat ingewikkelder werkgeheugentaken wordt ook een beroep gedaan op de hippocampus. Die is cruciaal bij het vormen van herinneringen.

Algemeen

In genoemde voorbeelden is het kortetermijngeheugen maximaal werkzaam binnen de periode dat het bewustzijn werkzaam is. Het stopt als men gaat slapen en begint te werken wanneer men wakker wordt. Nieuwe bewust waargenomen waarnemingen worden verwerkt en vanuit het langetermijngeheugen mengt zich tevens informatie, waaruit zich weer nieuwe denkprocessen ontwikkelen. Bij de ene persoon zal het kortetermijngeheugen minder tijd omvatten dan bij de andere persoon. Als men bijvoorbeeld een nieuw telefoonnummer wordt gedicteerd kan men dit een tiental seconden tot enkele minuten onthouden. Enkele uren of dagen later zal men dit vergeten hebben. Enkel door concentratie, herhaling, associaties, gevoelens, kattebelletjes e.d. kan iets het langetermijngeheugen bereiken. Stress, drugs, medicijnen, alcohol en voeding kunnen een invloed hebben op het kortetermijngeheugen.


Referenties