Klaviersuites (Händel)
De klaviersuites of 8 grote suites (HWV 426 t/m 433) zijn acht suites voor klavecimbel van Georg Friedrich Händel die voor het eerst officieel werden uitgegeven in 1720 in Engeland onder de titel Suite de Pièces pour le clavecin composées par G. F. Haendel, nadat ze voordien zonder toestemming van de componist reeds uitgegeven waren door de Amsterdamse muziekuitgeefster Jeanne Roger in samenwerking met een Londense vakcollega. Het materiaal in deze suites komt uit een vroegere periode, maar moest officieel worden uitgegeven om de wildgroei aan roofkopieën en foute versies tegen te gaan.
De suites zelf zijn heel divers en houden zich (bijna) nooit aan de conventionele vorm uit die tijd: Allemande, courante, Sarabande, Gigue.
Het bekendst is het laatste deel van de vijfde suite, welke de bijnaam The Harmonious Blacksmith kreeg, omdat het geluid van een smid, hamerend op een aambeeld, te horen is. Ook de Passacaglia aan het einde van de zevende suite is bekend onder (alt)violisten, doordat de Noorse componist Johan Halvorsen (1864-1935) er een bewerking voor viool en altviool van maakte. Händel zelf verwerkte dit deel in een concerto voor orgel (HWV 306).
Suites
- HWV 426 nr. 1 in E-groot
- HWV 427 nr. 2 in F-groot
- HWV 428 nr. 3 in D-klein
- HWV 429 nr. 4 in E-klein
- HWV 430 nr. 5 in E-groot
- HWV 431 nr. 6 in Fis-klein
- HWV 432 nr. 7 in G-klein
- HWV 433 nr. 8 in F-klein
Trivia
- Händel schreef nog een tweede reeks klaviersuites die veel minder bekend is.
Externe link
- (en) Suites de Pièces, HWV 434-442 (Handel, George Frideric) in de Petrucci Music Library
- [1]