Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Kern en bepaling

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Zinsdeelstuk:

Elk zinsdeel dat uit meer dan één woord bestaat, nl. het onderwerp (o) en het lijdend voorwerp (lv) kan je als een nieuw geheel beschouwen en ook een dieper niveau verder ontleden. Een zin bestaat uit zinsdelen, waarbij een zinsdeel uit meerdere woorden kan bestaan en op zijn beurt kan bestaan uit zinsdeelstukken.

Als je een zinsdeel in zinsdeelstukken verdeelt, is er steeds één belangrijke zinsdeelstuk, nl. de kern (= het kernwoord). Dus de kern kan nooit in een zinsdeel weggelaten worden.

Stel het vb.: de grote man. Man is daar de kern.

In een zinsdeel zijn slechts twee mogelijke zinsdeelstukken: de kern en ook de bepaling.

Bijvoeglijke en bijwoordelijke bepalingen:

Alles wat voor de kern staat (bv.: de kleine man) benoemen we het als een voorbepaling. Hier is de en kleine de voorbepaling

Alles wat achter de kern staat (bv.: een goed boek over de oorlog) benoem we het als een nabepaling. Hier is 'over de oorlog' de nabepaling.


Wanneer gebruik je bijvoeglijke en bijwoordelijke bepalingen ?

  • - Als je kernwoord een substantief (=zelfstandig naamwoord) is, dan heb je te maken met een bijvoeglijke voor-of nabepaling
  • - Als je kernwoord geen substantief (=zelfstandig naamwoord) is, maar bv. een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord, benoem je ze als een bijwoordelijke voor-of nabepaling.

Bijvoeglijke en bijwoordelijke vragen

Er zijn 4 soorten (hulp)vragen om een bijvoeglijke bepaling te vinden bij een substantief als kernwoord

  • 1: Wat voor (een) + substantief ? bv.: Jan bezit een oud huis (Hier stel je de vraag: Wat voor huis ? een oude)
  • 2: Welke + substantief ? bv.: Jan leest het boek 'Alice in Wonderland' (Hier stel je de vraag: Welke boek ? 'Alice in Wonderland')
  • 3: Wiens + substantief ? bv.: Jans boek (Hier stel je de vraag: Wiens boek ? Jans)
  • 4: Hoeveel + substantief ? bv.: Hij had buitengewoon veel gegeten op kerstavond (Hier stel je de vraag: Hoeveel had hij gegeten ? buitengewoon )

Voorzetsels bij bepalingen

Als een voorzetsel aan het begin staat van een voorbepaling, nemen we het niet op in de voorbepaling. Een voorzetsel dat aan het begin staat van een nabepaling moet wel steeds deel uitmaken van de nabepaling.

Als we de zin hieronder splitsen in zinsdelen en de kern benoemen en of het een bvb of bwb is, zal je opmerken dat een voorzetsel niet wordt aangeduid.

(De kern wordt aangeduid in het vetedrukt, de bvb in het cursief en de bwb in het paars

De kleine Johannes / woont / in een oud huis met een grote tuin. //

In het voorbeeld zit er geen bwb (= bijwoordelijke bepaling), maar alleen bvb's (= bijvoeglijke bepalingen). Je ziet dat in het 3e zinsdeelstuk 'in een oud huis met een grote tuin' de "in" niet aangeduid is. Omdat als een voorzetsel aan het begin zit van een voorbepaling, dan mag die niet mee aangeduid zijn !

Zoek op Wikidata

rel=nofollow