Jyoti Basu
Jyotirindra Basu ( জ্যোতি বসু) (Calcutta, 8 juli 1914 - aldaar, 17 januari 2010) was een Indiaas politicus van de Communistische Partij van India (Marxistisch).
Basu was de zoon van een arts. Hij ging rechten studeren in Londen en werd er lid van de Communistische Partij van het Verenigd Koninkrijk en in 1940 van de Communistische Partij van India. Hij zou echter meer een Fabian-socialist zijn dan orthodox communist. In 1941 werd hij hoofd van de spoorwegvakbond van Bengalen en in 1946 werd hij lid van de wetgevende vergadering van Bengalen.
In 1957 werd Basu oppositieleider in West-Bengalen. In 1964, toen de Communistische Partij uiteenviel, koos hij voor de Communistische Partij van India (Marxistisch). Na de overwinning van het (links) Eenheidsfront in 1967, werd hij minister van binnenlandse zaken en na de grote overwinning van de linkse coalitie (Left Front) in 1977, werd hij Chief Minister van deze Indiase deelstaat. Hij bleef dit tot 2000 en werd opgevolgde door zijn partijgenoot Buddhadeb Bhattacharya. Tijdens zijn bewind zorgde hij met succes voor de politieke stabiliteit van de staat en voerde een aantal belangrijke landbouwhervormingen door ten voordele van de kleine boeren.
In 1996 stond hij dicht bij het premierschap van gans India, maar hij stootte daarbij op de tegenstand van zijn eigen partij, die de federale regering wenste te steunen, zonder er zelf deel van uit te maken.