Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Joost Sicking

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Joost Sicking (1932 - 1986)

'Seks, religie en macht', luidde het antwoord van de Brabantse kunstenaar Joost Sicking (Josephus Hubertus Maria) toen kunstcriticus en later galeriehouder Lambert Tegenbosch hem vroeg waar zijn werk over ging. Sicking stond bekend om zijn experimenteerdrang en voortdurend onderzoek naar het wezen der schilderkunst.

Ontdekken wat alleen een schilderij kan ontdekken

De eerste jaren na zijn academie tijd in Antwerpen en Gent besteedde Joost Sicking volgens eigen zeggen, vooral aan het afleren wat hij geleerd had. Dat kunnen we vertalen als: het vinden van een eigen handschrift. En dat handschrift bleef evolueren, want de schilder was een nieuwsgierig mens, en geëngageerd.

Kunstrecensent Maarten Beks: ‘Als van veel kunstenaars van belang, kun je zeggen dat hij altijd hetzelfde schilderij heeft geschilderd als dat ieder schilderij voor hem het eerste was, het eerste zelfportret waarin hij zichzelf herkende.’ En: ‘Zijn eerste zowel als zijn laatste werk hield een gelofte in en altijd een andere.’ Uit monografie Joost Sicking.

Het oeuvre is een voortdurende poging om te ontdekken wat alleen een schilderij kan ontdekken: Anders kijken: 3+3=7 is beeldend gezien een beter kloppende som dan 3+3=6. Je door beelden een mening vormen over een veranderende samenleving en steeds opnieuw je plaats daarin bepalen. Bewust dialoog en discussie aangaan, niet alleen om te overtuigen, maar ook om overtuigd te worden.

Cijfers zijn asociale vormen, ze staan altijd los van elkaar. Letters zijn sociaal, je kunt ze aaneenrijgen, gebruiken als vorm of om een vlak ritme te geven. Sicking had een haat-liefde verhouding met taal, vanwege zijn ernstige dyslexie. Hij schreef zelfs op één van zijn doeken 'Letters in Spiegelbeeld' dat het woord de vijand van het beeld is. Nam hij wraak op de woorden? Door ze te ontdoen van hun semantische betekenis en tot beeld te transformeren? Joost krijgt bijval van twee woordkunstenaars.

Maarten Beks: ‘De letter- en cijferschilderijen van Sicking zijn niet alleen verleidelijk maar ook nogal irritant. Ze zijn namelijk ook op een uitdagende manier leesbaar. Ze paren de esthetiek van de onleesbaarheid aan het schandaal van de leesbaarheid. Ons ene oog zegt “mooi”, het andere zegt “fout” en als ze goed samenwerken, concluderen ze: ziehier een paradox. Hier bevinden zich twee systemen die tot dusver in koude vrede met de rug naar elkaar hebben geleefd, plotseling op voet van oorlog.’ Uit de monografie, Joost Sicking.

Ook kunstcriticus van de Volkskrant en later galeriehouder Lambert Tegenbosch valt het woord af. ‘Wie van een schilderij de betekenis wil weten, moet het zien. Woorden zijn voor de weergave van het beeld te klein en te groot. Een beeld is een beeld in een beeld. [....] Het gaat om het beeld, dat ten eerste zichzelf visueel poneert en vervolgens de kijker tot ziener maakt.’

Het woord als beeld komt al vroeg voor. In 1964 koos de toen 32-jarige schilder krantenpapier als basis. Collages van ritmes in strakke kolommen. Simon van Adelberg maakte er een documentaire over voor de KRO.

Een doek is in essentie een plat vlak, waardoor perspectief kan leiden tot onechtheid. Maar niet altijd... want het schilderij domineerde altijd over de regels. Regels die onderzocht werden en geformuleerd in de queeste naar wat schilderen nu eigenlijk is. De enige echte wet in het oeuvre van Joost is de wet van het individuele werk. Wat nodig is, moet gedaan worden. Tegelijkertijd was ieder nieuw doek een onderzoek naar het volgende. Wat voor vorm en compositie geldt, telt evenzeer voor kleur of het ontbreken daarvan. Hoe en waarom rood gebruiken? Waarom wit?

Maarten Beks: ‘Ik was zo ondersteboven van het rood in het wit op Sickings evocatie van een vrouw in de omarming van een leunstoel dat ik me alles ondersteboven herinnerde: als een rode vlek in een witte wereld. De stoel, zo tiranniek aanwezig, verzonk in het niets, want denkend aan de vrouw werd het me rood voor ogen. Dat is behoorlijk fout allemaal, maar misschien zou de kunstenaar en zou zelfs een kleurpsycholoog zeggen dat mijn herinnering werkte zoals het behoort. De vrouw is gered, kreeg kleur, zij vroeg erom.’

Sicking zelf in december 1985, een maand voor zijn overlijden: ‘Worden kleuren opgelicht met wit dan blijkt dat vooral de warme kleur de neiging heeft steeds losser en op zich zelf te gaan staan.’ [....] ‘Beeldend gezien bestaan er individuele en sociale vormen.’ [...] ‘De consequentie te trekken uit de verschillende disciplines met betrekking tot de vormen, deze te verstevigen door kleur, lijkt me mede het terrein van de beeldende kunst.’

rel=nofollow