Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Jaap Pleij
Jaap Pleij (1957) is een kunstenaar, politicus, journalist en schrijver van korte verhalen en columns.
Jaap Pleij bracht zijn jeugd door in Rotterdam. Op zijn twintigste verhuisde hij naar Roosendaal waar hij al snel op allerlei fronten aan de weg ging timmeren. Na zijn vaste kantoorbaan begon hij zich in 1990 cultureel te ontplooien. Hij was als freelance-cartoonist aan diverse kranten verbonden. In die periode begon hij ook zijn eerste artikelen te publiceren en zijn eerste stappen te zetten op politiek terrein. In zijn woonplaats richtte hij de toneelvereniging Variant op, was hij medeoprichter van de omroep Radio Stad FM en niet veel later fungeerde hij ook als woordvoerder van D66. Via zijn werk voor de radio leerde hij tal van Nederlandse- en buitenlandse beroemdheden goed kennen, zoals Willeke Alberti, Rob de Nijs, Andre van Duin, Jeroen van Merwijk, Jef Rademakers, de Amerikaanse zangeres Melanie, de leden van de Ierse volksgroep The Dubliners en Gene Chrisham (de studiodrummer van Elvis Presley.
Op het journalistieke vlak heeft Pleij zich samen met auteur Rien Broere gemanifesteerd met de culturele nieuwssite www.roosendaalcultureel.nl. Ruim twintig jaar zette hij zich daarnaast in voor de weekbladen en bedrijfsuitgaven van onder meer VNU, Wegener, en de kabelkranten TV-Gazet en VSM-TV. Met zijn eigen eenmanspartij PVC (Pleijdooi Voor Cultuur) deed hij in 2014 mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. Als auteur debuteerde Pleij in 1999 met het boek ‘Een zwembad Roosendaal waardig’. Zeven jaar later publiceerde hij onder de titel ‘Tien Tullepetaonse Oogheden’ het eerste en tot op heden het enige carnavalsboek dat ooit over Roosendaal is geschreven. De legendarische Carnavalsprins Jan Mol, regelmatig te zien geweest in ‘De vuist van Wilhelmus O Duys’, zette hij daarna apart in het zonnetje in de boeken ‘Mijn Ontmoetingen met Jan Mol (2007)’ en ‘Jan Mol en Andere Zaken (2009)’. Tussendoor schreef hij nog ‘Portretten van Kopstukken (2008), waarin hij tal van beroemdheden die hij voor zowel de radio als de krant heeft geïnterviewd portretteerde, en ‘Symfonie in Roosendaal (2008)’. Na Jan Mol kwamen de andere Roosendalers ruimschoots aan bod in ‘Roosend(w)alers (2011), Roosend(w)alers 2 (2013) en ‘Roosend(w)alers 3’. Vanwege zijn constant kritische pen over de gang van zaken in de stad veroorzaakten deze boeken de nodige deining in de samenleving. In 2015 verscheen ‘TelevisieROOS’, een bundel met korte verhalen die wat persoonlijker van karakter zijn. De presentatie van ‘Portretten van Kopstukken’ en ‘Roosend(w)alers’ werd omlijst met een sfeervol concert van de onlangs overleden in Breda geboren zanger Dimitri van Toren. Momenteel werkt Pleij aan het boek ‘Kringgesprekken’, dat waarschijnlijk kort voor de zomer van 2016 wordt uitgebracht. Voorts wil Pleij eindelijk de pen ter hand nemen voor een geromantiseerd verhaal over de moeizame verhouding tussen koning Willem III en de toenmalige kroonprins Alexander. Naar verluidt beschikte Alexander over doktersattesten waaruit zonneklaar bleek dat zijn vader Willem onmogelijk de biologische vader van de latere koningin Wilhelmina kon zijn. Een dag na het overlijden van Alexander in 1884 werd diens huis aan de Haagse Kneuterdijk (het huidige Johan de Witt-huis) in opdracht van koning Willem helemaal leeggehaald. Daarbij verdween ook het kistje met de veelbesproken doktersattesten. Ingrediënten genoeg dus voor een boeiend verhaal. ‘De kans is dus uitermate groot dat het Huis van Oranje, voor zover je daarvan nog mocht spreken, met koning Willem III is uitgestorven. Helaas is Willem-Alexander net als zijn moeder Beatrix niet bereid een DNA-onderzoek te ondergaan. Zo’n onderzoek zou in een keer duidelijkheid verschaffen’, aldus Pleij. De logische titel van dit verhaal wordt dan ook ‘Het Verdwenen Kistje’. Waarschijnlijk komt daar ook een toneelbewerking van.
Jaap Pleij heeft zijn sporen ook nog op andere manieren achtergelaten in het culturele leven van zijn woonplaats. In 2006 werd hij door het IQ Aarmoeinieke, Roosendaals meest chique carnavalsgezelschap, vereerd met de ‘Gouden Bolhoed’, en in 2008 was hij genomineerd voor de titel ‘Vrijwilliger van het Jaar’. Eveneens in 2008 nam Pleij het initiatief voor de aanstelling van een stadsdichter in Roosendaal. Een functie die is vervuld door Anneke Lips, René Spruijt en de huidige stadsdichter Leo Lotterman. Een jaar later ondernam hij een succesvolle poging om het lied ‘Thuis in Roosendaal’ (tekst Anneke Lips, zang Mike Lorentz) de status te geven van ‘Stadslied van Roosendaal’. Inhakend op het thema ‘Roosendaal 150 jaar stadsrechten’ lanceerde hij in 2009 het grote ‘Lodewijkspektakel’ in de St. Jan. Samen met Paul Klaver organiseerde hij in 2010 de reeks ‘Bloemrijke Lezingen’ in Zaal Zeelandia. Met Paul Klaver stond hij ook aan de wieg van de jaarlijkse kunstwedstrijd met een wisselend thema in museum Tongerlohuys. Bekende stadgenoten als Wim Schutz, Arnold Verkouteren en Martyn Smits beveelde hij bij het College van B&W met succes aan voor een Roosenspeld, het ultieme eerbetoon voor Roosendalers die zich in positieve zin hebben onderscheiden.