Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hydraulische these

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een Hydraulische beschaving (ook gekend onder de termen Watermonopolie-rijk of Hydraulische these) is een sociale of overheidsstructuur, die haar macht ontleent aan de exclusieve controle over de de toegang tot water. Ten grondslag hiervan ligt meestal de nood tot gecoördineerde irrigatie of gecontroleerde overstromingen, waardoor centrale planning en een hiertoe gespecialiseerd overheidsapparaat een belangrijke rol gaan spelen.

Het begrip Hydraulische dynastie wordt hiermee vaak in verband gebracht. Met dit begrip wordt een politieke structuur bedoeld die wordt gekenmerkt door een sterk hiërarchisch systeem en die controle uitoefent door een klasse- of kaste-systeem. Twee zaken zijn hierbij van belang: de macht over de toegang tot basisproducten (zoals voedsel, water en energie) en de het beschikken over een controleapparaat zoals politie of leger om deze macht af te dwingen.

Geschiedenis

Het verband tussen water en macht werd door de Europeanen al vroeg opgemerkt, eerst door Montesquieu en later ook door Hegel en Marx. De uitvoerigste analyse en invoering van de term hydraulische beschaving komt van de Duits-Amerikaanse historicus en sinoloog Karl Wittfogel.[1] Wittfogel claimde in Oriental Despotism uit 1957 dat hydraulische beschavingen essentieel verschilden van de beschavingen in de Westerse wereld.

In 1929 beschrijft Wittfogel in zijn essay Geopolitik, geographischer Materialismus und marxismus drie verschillende types hydraulische maatschappijen:[2]

  • het Egyptische type of de klassieke hydraulische staat. Dit is een staat waar geregeerd wordt door een sterk gecentraliseerde bureaucratie. Onder dit type viel bijvoorbeeld ook imperiaal China.
  • het Japanse type, gekenmerkt door geografisch geïsoleerde productiecentra, niet gecontroleerd door de overheid.
  • het Indiase type, dat tussen het Egyptische en Japanse type in zat.

Deze indeling verandert hij in zijn Oriental despotism uit 1957. Wittfogels these is gebaseerd op het idee van Karl Marx over de Aziatische productiewijze. Marx beschreef 3 vormen van productie in de westerse wereld die elkaar opvolgden: slavernij gevolgd door feodaliteit dat ten slotte uitmondt in kapitalisme. De Aziatische productiewijze was afwijkend hiervan volgens Marx, aangezien in deze productiewijze geen vooruitgang zat.[3]

In Oriental Despotism gaat Wittfogel uitvoerig in op de hydraulische maatschappijen, wat hij het oriëntaals despotisme noemt. Hierin maakt hij onderscheid tussen twee soorten maatschappijen:

  1. De landbouwmaatschappij: deze ontstaat in gebieden met kleinere waterbronnen, waardoor de landbouwgrond geografisch in verschillende compartimenten opgedeeld raakt. Deze vorm van landbouw leidt niet tot de controle van het water door de overheid, wat kenmerkend is voor de hydraulische maatschappij.
  2. De hydraulische maatschappij: deze ontstaat in gebieden met grote rivieren. De landbouw draait op gigantische waterwerken en zeer grote irrigatiesystemen. Hiervoor is een enorme hoeveelheid arbeid nodig, die georganiseerd moet worden door een centrale overheid. De overheid van dergelijke maatschappij ontwikkelt zich tot een despotisch regime.[4] Wittfogel stelt dat voor de ontwikkeling van deze maatschappij aan vijf randwoorden voldaan moet zijn:
  • Cultuur: de kennis over landbouw moet voldoende groot zijn.
  • Omgeving: een aride- of steppeklimaat met toegang tot grote waterbronnen, voornamelijk rivieren.
  • Organisatie: samenwerking op grote schaal moet mogelijk zijn.
  • Politiek: de overheid verwerft in een vroeg stadium controle over alle hydraulische activiteiten. Ook leidt de overheid het leger om de rust en vrede in het land te waarborgen.
  • Sociaal: Er ontstaat een scheiding tussen de mensen van de hydraulische overheid en de rest van het volk. Verschillende soorten bureaucratieën zorgen weer voor verschillende soorten hydraulische maatschappijen. Een primitieve hydraulische maatschappij wordt gestuurd door deeltijdse functionarissen. De simpele hydraulische maatschappij wordt geleid door voltijdse functionarissen. In een semicomplexe hydraulische maatschappij bestaat een middenklasse gebaseerd op mobiel privé bezit (zoals verkopers). In een complexe hydraulische maatschappij tenslotte bestaat een middenklasse gebaseerd op mobiel en immobiel privé bezit.[5]

Hydraulische beschaving: China

Een van de landen die volgens Wittfogel een echt hydraulische maatschappij heeft gekend is China. De Chinese maatschappij is ontstaan bij de gele rivier en het land kent een steppeklimaat. Het Chinese landschap bestaat uit laagvlakten die worden doorkruist door verschillende rivieren. Deze rivieren zetten vaak zout af, waardoor er rivierbedden ontstaan en uiteindelijk de koers van het water kan wijzigen. Als je in dit gebied goed landbouw wil bedrijven is het dus nodig om te werken met irrigatie. Onder deze omstandigheden ontstond een economie die gebaseerd was op het controleren van water. Chinese legendes kennen al verhalen over ‘hydraulische helden’ die hebben geprobeerd het water van de gele rivier te controleren, want wie het water controleerde had eigenlijk ook de macht in handen.[6]

Volgens Wittfogel was het een hydraulische revolutie die leidde tot de opkomst van een hydraulische maatschappij in China. De eerste hydraulische onderneming vond plaats in de Chou Dynastie (10 eeuw v. Chr. – 256 v. Chr.) Een kanselier die voor de koning werkte had een dam in een rivier aangelegd, zodat er een enorm irrigatie reservoir werd gecreëerd.

De hoogste stand in de sociale piramide van de Chou dynastie was de Chou koning. Daaronder vielen de leiders van de territoriale staten (de chu-hou) en daaronder vielen de ch’ing, ta-fu en shih die land aangewezen kregen door de chu-hou die zij van dienst waren. De relaties tussen deze standen was niet contractueel, zoals je in feodale maatschappijen zag. Ook was het land wat de ch’ing, ta-fu en shih aangewezen kregen niet in de vorm van een leen (zoals in het feodale stelsel), maar dit was land wat zij krijgen als salaris voor hun fulltime diensten.[7]

De constructieve, organisatorische en materialistische operaties van de hydraulische maatschappijen zijn redelijk goed gedocumenteerd in de periodes van lente- en herfstannalen en de Periode van de Strijdende Staten (deze twee periodes volgden elkaar op en duurde van ongeveer 8e eeuw v. Chr. tot de 3e eeuw v. Chr.):

  • Constructieve operaties: In China kwam het losse type van de hydraulische maatschappij voor. Er waren grote hydraulische activiteiten die door de overheid werden aangestuurd in combinatie met veel midden- en kleinbedrijven. Ook bouwde China grote waterwerken voor de bevordering van communicatie. Bijvoorbeeld the Grand Canal, de grootste kunstmatig aangelegde waterweg.

Sommige niet hydraulische constructies, zoals stadsmuren, tempels en paleizen zijn gebouwd in het begin van de Chou-dynastie. Maar de aanleg van bijv. veel grote wegen dateert pas aan het einde van deze periode.

  • Organisatorische operaties: op grote schaal werd er een hele hydraulische maatschappij opgebouwd. Dit zorgde voor de ontwikkeling van allerlei organisatorische methodes, die met wat aanpassingen ook konden worden toegepast op militair gebied.
  • Materialistische operaties: alle hydraulische maatschappijen eisten een bepaalde hoeveelheid werk van hun volk. De grootste groep was natuurlijk de boeren, die bijvoorbeeld soms verplicht gemeenschappelijke grond moesten bewerken of belasting moesten betalen.[8]

China begon met een primitief hydraulisch begin en veranderde langzaam van een simpele hydraulische maatschappij naar een semicomplexe hydraulische maatschappij. Daarna veranderde het snel naar een complexe hydraulische maatschappij. China was een complexe hydraulische maatschappij gedurende de hele imperiale periode, die ongeveer 2000 jaar duurde.[9]

Deze vorm van een hydraulische maatschappij kwam overigens niet alleen in China voor. Allerlei historische gegevens wijzen er ook op dat dit soort maatschappijen ook in het oude Egypte voorkwamen en in Mesopotamië. Ook kwamen gelijknamige maatschappijen ook al vroeg opzetten in India, Perzië, Java, Bali en Hawaï.[5]

Kritiek

De laatste tientallen jaren hebben veel geleerden de hydraulische these van Wittfogel verworpen. Een van de redenen was dat er overal op de wereld maatschappijen ontstonden gebaseerd op irrigatie op kleine schaal, die niet in hydraulische staten veranderde. Ook zouden grote irrigatiewerken ook kunnen werken zonder de controle van de overheid.[4] Wittfogel zou ook de mate van de bureaucratische centralisatie sterk overdreven hebben en de rol die de irrigatiesystemen en waterwerken daarbij hebben gespeeld. Daarbij weigert Wittfogel te erkennen dat de sociale structuur van bijvoorbeeld China en de Sovjet-Unie ook moderne elementen bevatte. Het lijkt wel of hij niet wil zien dat ook daar vooruitgang plaatsvond en dat er ook successen waren. In plaats daarvan kijkt hij alleen maar naar de negatieve kanten. Deze sterke politieke bijgedachte van zijn verhaal heeft Wittfogel veel kritiek opgeleverd.[10]

David H. Price heeft kritiek op de kritiek in zijn stuk: Wittfogel’s neglected hydraulic/hydroagricultural distinction. Hij stelt dat de critici niet noemen dat Wittfogel een onderscheidt maakt tussen een hydraulische maatschappij en een hydraulische landbouw maatschappij. Dit terwijl dit volgens hem wel degelijk heel belangrijk is. Wel erkent Price dat Wittfogel sommige hydraulische landbouw maatschappijen aanzag voor hydraulische maatschappijen, maar vindt niet dat daardoor zijn hele these verworpen moet worden.[11] S.H. Baron erkent in zijn recensie dat het een belangrijk en goed geschreven boek is, maar dat Wittfogel zijn bewijzen soms te ver probeert uit te rekken. Hij probeerde zo zijn theorie ook toe te passen op het fascistische en totalitaire staten die opkwamen in de twintigste eeuw (zoals de Sovjet-Unie). Dit terwijl deze staten helemaal niet hydraulisch waren.[12]

Bronnen, noten en referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Voetnoten

  1. º D.S. Landes , Arm en rijk, p. 45
  2. º D. H. Price, Wittfogel’s Neglected hydraulic/hydroagricultural distinction, p. 188 – 189
  3. º W.F. Wertheim, De lange mars der emancipatie, p. 27
  4. 4,0 4,1 D. H. Price, Wittfogel’s Neglected hydraulic/hydroagricultural distinction, p. 187
  5. 5,0 5,1 K. A. Wittfogel, Chinese Society: An historical Survey, p. 344
  6. º K. A. Wittfogel, Chinese Society: An historical Survey, p. 345
  7. º K.A. Wittfogel, Chinese Society: An historical Survey, p. 346 – 347
  8. º K.A. Wittfogel, Chinese Society: An historical Survey, p. 348 – 349
  9. º K.A. Wittfogel, Chinese Society: An historical Survey, p. 350
  10. º W.F. Wertheim, De lange mars der emancipatie, p. 29
  11. º D. H. Price, Wittfogel’s Neglected hydraulic/hydroagricultural distinction, p. 187-188
  12. º S.H. Baron, Reviews [untitled]. p. 220-222
rel=nofollow

Bronnen

rel=nofollow