Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Hoegaardse Plaatsnamen
Hoegaardse plaatsnamen | ||
De Marollenkapel te Hoegaarden | ||
De Marollenkapel te Hoegaarden | ||
Oorspronkelijke titel | ||
Auteur(s) | Paul Kempeneers | |
Kaftontwerper | Edmond Schoensetters (omslagfoto) | |
Land | België | |
Taal | Nederlands | |
Reeks/serie | Nomina geographica flandrica | |
Onderwerp | Plaatsnamen van Hoegaarden | |
Genre | Geschiedkunde | |
Uitgever | Acco | |
Uitgegeven | 1985 | |
Pagina's | 348 |
Het boek Hoegaardse Plaatsnamen is een uitgebreide toponymische en geschiedkundige studie door de plaatsnaamkundige dr. fil. Paul Kempeneers over Hoegaarden.
Het boek van 348 pagina's is in 1985 verschenen. Het maakt deel uit van de reeks Nomina geographica flandrica van het Instituut voor Naamkunde van de K.U.Leuven, als nummer XV.
Inhoud
In zijn Hoegaardse Plaatsnamen bespreekt Kempeneers niet alleen de huidige kern van Hoegaarden met Overlaar, maar ook met Bost dat bij de fusies aan Tienen werd toegevoegd. In dit werk heeft de schrijver veel onjuistheden rechtgezet. Sommige leken kennen bijvoorbeeld niet het verschil tussen de naam Hoegaarden als substantief en de adjectief-afleiding Hoegaards. Dit leidt tot vele onjuiste interpretaties. Naast de gewone plaatsnamen met beemd en broek vond de vorser in het archief talrijke niet meer bekende namen als Fierheid, Diefpedeken (uitgesproken Tispedaike), Alenbaard, Tabakspijp, Magerman en vele andere. Deze namen worden ook verklaard.
Een grote toponymische kaart is bij het werk gevoegd.
Bekroningen
Het boek werd in 1985 bekroond met de Edgard Spaelantprijs van de provincie Brabant.