Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Haringa + Olijve

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Haringa + Olijve is een Nederlands kunstenaarsduo, bestaande uit Nel Haringa (Amsterdam, 1941) en Fred Olijve (Beilen, 1937). Sinds 1970 vormen zij samen het kunstenaarsduo Haringa + Olijve, kortweg H+O.[1] Zij wonen en werken in een rijksmonument uit 1877, de voormalige lagere school van Een, een dorp in Drenthe.[2]

Haringa + Olijve maken beelden in samenwerking. De eerste periode van hun carrière realiseerden zij vooral kunstwerken in en bij (openbare) gebouwen. Later concentreerden zij zich vooral op autonoom werk. Hun beelden zijn architectonisch van aard, de techniek is gemengd: hout, metaal en kunststof.[3] Tegenwoordig houden zij zich vooral bezig met het maken van nieuwe series van kleinere plexiglas kubussen.

Studietijd

Nel Haringa heeft haar basisopleiding beeldhouwen gevolgd aan de kunstnijverheidsschool in Amsterdam. Daarna studeerde zij van 1961 tot 1966 aan de Rijksakademie in Amsterdam, waar zij zich verder specialiseerde als beeldhouwer bij professor Piet Esser.[4] Fred Olijve volgde aan de kunstnijverheidsschool in Groningen zijn basisopleiding schilderkunst. Hij studeerde daarna van 1961 tot 1966 monumentale schilderkunst, ook aan de Rijksakademie in Amsterdam bij professor Clenin.[5] Aansluitend aan hun academische studies ontvingen zij in 1966 een Poolse beurs voor een studieverblijf van een jaar aan de Academie voor Beeldende Kunst en Architectuur in Warschau, Polen. Na hun verblijf in Warschau zijn zij bij terugkomst in Nederland in 1969 als kunstenaarsduo samen gaan werken.[6]

Vroeg werk

De kunstwerken voor openbare ruimten zijn door het hele land uitgevoerd.[7] De eerste grote opdracht (1970) voor Haringa + Olijve bestond uit een kunstwerk voor de nieuwe Technische School voor Assen en Omstreken van de architectenformatie Nijenhuis, Nieman, Steeneken en Ebbingen. Het kunstwerk betrof een veertig meter golvende baksteenwand met vierkante betonelementen en is nog steeds aanwezig. De school (nu het Nassau College, gebouw Penta) is tegenwoordig een provinciaal monument.[8]

Andere gerealiseerde kunstwerken uit die periode opdrachten waren:

  • Geïntegreerd kunstwerk voor het Centraal Provinciaal Laboratorium in Assen (1974)
  • Zeildoekstructuur voor de Landbouwkundige Dienst in Lelystad (1975)
  • Schildering plus beeld voor de vakgroep Letteren Universiteit Utrecht (1980)
  • Betonreliëf voor de Rijksuniversiteit Groningen gebouw Paddenpoel ( 1982)
  • Plexiglas plafondstructuur voor het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (1983)
  • Plexiglas en polyester weefselstructuur voor het Shell-hoofdkantoor in Den Haag (1986)[9]
  • Polycarbonaat en polyester weefsel lichtstraat voor het KLPD in Driebergen (1988)[10]
  • Beelden voor het UWV in Assen (1993)
  • Plexiglas tussenwand voor ICI in Rotterdam (1995)

In 1972 ontvangen Haringa + Olijve een reisbeurs van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk voor een bezoek aan het Goetheanum in Dornach, Zwitserland. Dit gebouw, ontworpen door Rudolf Steiner, maakte een onuitwisbare indruk op het kunstenaarsduo en sindsdien zijn zij in hun werk gefascineerd door een architecturale vormentaal.[11]

In totaal realiseren Haringa + Olijve ongeveer 25 kunstwerken voor of bij nieuwe gebouwen door heel Nederland. Vanaf 1980 worden deze kunstwerken in toenemende mate uit kunststof materialen vervaardigd. In belangrijke mate is dit het gevolg van de samenwerking met het (kunststofverwerkende) bedrijf Wientjes in Roden.

Samenwerking Wientjes Roden

In 1980 werken Haringa + Olijve aan een schetsontwerp voor een kunstwerk voor de Sociale Dienst In Amsterdam. Zij komen in contact met Bernard Wientjes, directeur van het gelijknamige bedrijf in Roden. Deze geeft hun toestemming om tijdens de vakantieperiode gebruik te maken van alle faciliteiten in zijn fabriek om hun schetsontwerp te realiseren. Het enthousiasme voor het zelf kunnen werken met allerlei kunststof bewerkende machines plus het enthousiasme van Bernard Wientjes voor het werk van Haringa + Olijve leidt er toe dat het kunstenaarsduo daarna gedurende vele jaren over een eigen werkplek in de fabriek konden beschikken.

In december 1986 opent Bernard Wientjes de solo-expositie "STRUCTUREN" van Haringa en Olijve in het Drents Museum.[12] In februari 1987 zendt het televisieprogramma Van Gewest tot Gewest een documentaire uit over de samenwerking tussen Haringa + Olijve en het bedrijf van Bernard Wientjes.[13] In deze documentaire wordt onder andere het kunstwerk gemaakt voor het Shell hoofdkantoor in Den Haag besproken. De samenwerking tussen Haringa + Olijve en het bedrijf Wientjes is een klassiek voorbeeld van een industrieel mecenaat.[14]

Later en huidig werk

Doordat Haringa + Olijve in de fabriek van Wientjes kunnen beschikken over een grote verscheidenheid aan kunststof bewerkende machines en een magazijn met veel verschillende soorten kunststoffen experimenteren zij veel. Het zagen, polijsten, boren en lijmen van acrylaatplaten ontwikkeld zich in de loop der jaren tot een seriematig oeuvre van autonome objecten uit plexiglas en andere kunststoffen.[15]Ook de huidige series “Homage to” zijn een resultaat van de vele jaren experimenteren.

Een belangrijk aspect van het autonome werk is de techniek die zij ontwikkeld hebben om vlakke elementen (platen) door middel van inkepingen in elkaar te kunnen schuiven en daarmee een ruimtelijk (driedimensionaal) object te creëren. Hierdoor kunnen de kunstwerken ook als compact pakket vervoerd worden, in tegenstelling tot veel traditioneel gemaakte beelden.

Het autonome werk van Haringa + Olijve bestaat hoofdzakelijk uit:

  • Vrijstaande plexiglas kubussen in kleine en grote formaten
  • Plexiglas kubussen in diverse formaten op een geïntegreerde lichtsokkel
  • Vrijstaande “kamerschermen” van plexiglas en metaalweefsels
  • Torens van staal en hout
  • Houten “doorkijkdozen” met ineengeschoven berkenplaatjesobjecten
  • Bolstructuren uit platen van hout en metaal

Begin jaren negentig wordt het autonome werk van Haringa + Olijve opgemerkt door de Nederlandse én internationale kunstwereld en worden zij uitgenodigd voor hun eerste exposities, waaronder groepsexpositie in Luzern, Zwitserland, en Münster, Duitsland. Zij worden in 1984 lid van het Landelijk Kunstenaars Genootschap de Ploegh in Amersfoort.[16] De Ploegh geeft hen een eerste platform en toont hun autonome werk tijdens galerie-exposities en op kunstbeurzen zoals de KunstRai in Amsterdam en later tijdens de Holland Art Fair in Den Haag. Oud-directeur van De Ploegh Margot Fretz zegt over Haringa + Olijve:

"Hun denk en leefwereld en hun vertaling naar de kunstwerken is een abstracte realiteit. Zo maken zij geïnspireerd door het werk van de groep 'de Stijl' objecten met en zonder licht van kunststof waarbij het lichtspel een belangrijke rol speelt maar hun vertrekpunt heel duidelijk zichtbaar blijft. Het publiek herkent hun referenties en waardeert de vertaalslag die zij maken met hun eigen materiaal en vormkeuze. Zij hebben een manier van denken, doen en leven ontwikkeld die allesomvattend is. Leven en werk staat in dienst van de door hen gemaakte kunst. Zij zijn alle jaren trouw gebleven aan hun uitgangspunten maar hebben daarin veel ontwikkelingen doorgemaakt. Zij zijn vele uitdagingen aangegaan met diverse materialen. Het is buitengewoon interessant om te zien hoe zij tot op heden prachtige objecten maken met een hoge esthetische beleving maar ook met een sterke band met de kunsthistorie van de twintigste eeuw."[17]

Naar aanleiding van de expositie van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers in 2007 bij De Ploegh schrijft Piet Augustijn (oud-conservator hedendaagse kunst van het Gorcums Museum) over het beeld Babel III uit 2000: "Wat springt eruit? Een overtuigend stalen beeld van Haringa + Olijve: krachtig, goed volume, prima van samenstelling".[18]

In 1996 verscheen er een catalogus van hun autonome werk met een voorwoord van kunsthistoricus Marisa J. Melchers, destijds coördinator kunstcollectie van het AMC in Amsterdam. Melchers schreef toen onder andere het volgende:[19]

“Allereerst is daar hun gave een binnenruimte te creëren. De plexiglas kubussen zijn wereldjes op zich. De materiaalkeuze maakt het mogelijk om af te sluiten, maar tegelijkertijd te communiceren. De integratie van plexiglas in plexiglas betekende het aanbrengen van structuren, het ontstaan van nieuwe ruimte binnen dezelfde voorwaarden. Met de wandstructuren en kamerschermen verleggen Haringa en Olijve hun grenzen. De binnenruimte wordt platter en daardoor meer tweedimensionaal. Dat is echter schijn; zo soepel vullen de stroken rood koper-weefsel het gerasterde interieur van plexiglas. Golvende vormen met een warme metaalglans domineren nu ritme en transparantie.”

Een andere galerie die belangrijk is geweest voor hun ontwikkeling is Galerie De Vierde Dimensie in Plasmolen. Deze galerie, gespecialiseerd in constructieve kunst en architectuur, geeft Haringa + Olijve een platform om hun kunstwerken bij een nog groter publiek onder de aandacht te brengen. In 1997 organiseert de Jenaer Kunstverein samen met de galerie en ondersteund door de Nederlandse ambassade een tweetal exposities Poesie und Konkret en Dialog Konkret. Haringa + Olijve zijn één van de zes geselecteerde kunstenaars.[20] Het werk van het kunstenaarsduo wordt verder onder andere getoond tijdens de duo-expositie Transparant-Compact (2010) samen met Karin Radoy, tijdens de groepsexpositie Kleine Werken (2012) samen met onder anderen Henri Prosi en tijdens de groepsexpositie Overzicht 1 Constructivisme samen met onder anderen Bob Bonies, Karin Radoy en Klaus Staudt.[21] Galerie De Vierde Dimensie selecteert Haringa + Olijve ook voor presentaties op ander andere PAN Amsterdam, Art Rotterdam, Art Frankfurt en Art Cologne.

In 2010 is het werk van Haringa + Olijve getoond tijdens de expositie Breedbeeld, 50 jaar geometrische kunst in Museum Van Lien in Fijnaart. In deze expositie waren ook andere toonaangevende Nederlandse kunstenaars opgenomen zoals Jan Schoonhoven, Joost Baljeu, Bob Bonies, Henk Crouwel, Roland de Jong Orlando, Ger de Joode en vele anderen.[22][23]

Het autonome werk van Haringa + Olijve is opgenomen in een groot aantal particuliere en openbare collecties, onder andere in de collectie Van Lien-Put, behorend tot de 100 belangrijkste particuliere verzamelingen in Nederland, en in de collecties van het Stedelijk Museum, het Drents Museum en Museum Van Lien.[24][25][26][27] Na een directiewisseling bij Galerie de Ploegh en het stoppen van de eigenaren van Galerie De Vierde Dimensie zijn Haringa + Olijve in 2015 een nieuwe samenwerking gestart met Galerie NUMMER40 uit Doetinchem.[28]

Bestuurswerk kunstsector

Naast het maken van kunstwerken voor (openbare) gebouwen en het maken van autonoom werk zijn Haringa en Olijve ook actief geweest op het vlak van de ontwikkeling van het beeldende kunstbeleid in Nederland.

Zij waren in 1975 medeoprichters van de beroepsvereniging van beeldend vormgevers (BBV) en waren gedurende jaren actief als penningmeester en secretaris van deze vereniging. Vanaf 1978 was Haringa voorzitter van de BBV. In 1978 waren zij de medeoprichters van de vakgroep Beeldend van de Kunstenbond FNV en waren ook daar actief als penningmeester en secretaris. Haringa is verder nog voorzitter geweest van de werkgroep Opdrachtenbeleid van de Raad voor de Kunst (tegenwoordig Raad voor Cultuur). Beiden hebben zich in een daarvoor ingestelde werkgroep van diezelfde Raad ook succesvol ingespannen om het voortbestaan van de Rijksacademie in Amsterdam mogelijk te maken.

In de jaren tachtig waren zij beiden bestuurslid van de afdeling Amsterdam van de BBV was Olijve lid van de provinciale adviescommissie Beeldende Kunst van Noord-Holland. Van 1988 tot 1996 was Haringa lid van dezelfde commissie van de provincie Utrecht. Zowel Haringa als Olijve hebben in de jaren tachtig en negentig structureel deelgenomen namens de beeldendekunstsector aan het overleg met de minister en ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daarnaast hebben zij veel overleg gevoerd met het bureau van de Rijksbouwmeester.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º Haringa + Olijve: Informatie over deze kunstenaar bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
  2. º Monumentenregister Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Voormalige lagere school Een (Drenthe)
  3. º P.A. Scheen (1970), Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950
  4. º Nel Haringa: Informatie over deze kunstenaar bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
  5. º Fred Olijve: Informatie over deze kunstenaar bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
  6. º H+O Projekten (1985), Plexiglas objekten
  7. º Encyclopedie Drenthe Online, Haringa + Olijve
  8. º Monumentenregister Provincie Drenthe, Provinciaal monument LTS Assen en Omstreken
  9. º Kwartaalblad Kunst en Bedrijf (1987), Precisie en perfektie in het nieuwe Shellkantoor Den Haag
  10. º Ministerie VROM (1991), Kunst bij rijksgebouwen deel 3, p. 2-7
  11. º Nel Haringa + Fred Olijve (1996), Binnen Objecten, catalogus
  12. º Uitnodiging directeur Drents Museum (1986), archief Haringa + Olijve
  13. º Uitzending Van Gewest tot Gewest (11 februari 1987), Kunstenaarspaar in plastic
  14. º Bedrijfseconomisch Informatie Magazine voor Groningen-Friesland-Drenthe (49e jaargang nr. 16), Unieke samenwerking van kunstenaar en bedrijf
  15. º kM (1998), Interview met Nel Haringa en Fred Olijve, door Frank van der Ploeg, p. 26-28
  16. º Uitnodiging De Ploegh (2006), archief Haringa + Olijve
  17. º Interview Margot Fretz (2015), oud-directeur Landelijk Kunstenaars Genootschap De Ploegh
  18. º Beelden, kwartaalblad voor ruimtelijk georiënteerde kunst, (jaargang 10, nr. 38, 2007 nr. 2), Leden Nederlandse Kring van Beeldhouwers exposeren bij De Ploegh, p. 22-23
  19. º Nel Haringa + Fred Olijve (1996), Binnen Objecten, catalogus
  20. º Jenaer Kunstverein (1997), Konkret und Poesie, catalogus
  21. º Galerie De Vierde Dimensie (2010, 2012, 2013), uitnodigingen exposities
  22. º ARTSLANT, contemporary art network, exhibition details
  23. º Stichting Museum Van Lien (2010), Breedbeeld, 50 jaar geometrische kunst, catalogus
  24. º Stichting Kunstweek (2015), Top 100 kunstverzamelaars
  25. º Stedelijk Museum, Product of Holland, bestandscatalogus inventarisnr. BA2973 (1-4)
  26. º Drents Museum (1992), KUNST en MAKER, Interview met Nel Haringa en Fred Olijve, Six Parts Different
  27. º Drents Museum (2013), DM Magazine, Nieuwe aanwinsten, p. 34
  28. º Haringa + Olijve: Kunstenaarsprofiel bij Galerie NUMMER40
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow