Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Haarlems Dagblad
Haarlems Dagblad is een regionale ochtendkrant voor Haarlem en omstreken, te weten Haarlemmermeer en de noordelijke Bollenstreek (Hillegom en De Zilk). De door HDC Media uitgegeven krant heeft een oplage van ongeveer 36.000 exemplaren (stand: 2008).
Geschiedenis
Haarlem’s Dagblad verscheen voor het eerst in de zomer van 1883, als opvolger van het mislukte Haarlemsch Dagblad van uitgever H. M. van Dorp, dat slechts vier jaar had bestaan. Oprichter was Jan Michiel Bomans (1850–1909), grootvader van Godfried Bomans, die adverteerde als: Drukkers-Uitgevers: Bomans en Co., te Haarlem. De apostrof voor de tweedenaamvals-s die Bomans in de titel gebruikte (Haarlem’s Dagblad), werd na de de spellingshervorming 1946/1947 geschrapt.
Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog telde het Haarlems Dagblad 16.528 abonnees en de concurrerende Opregte Haarlemsche Courant 13.200.[bron?] De bezetter verplichtte de twee dagbladen in 1942 tot een fusie. Het fusieprodukt, dat zich moest voegen naar de denkbeelden van de bezetter, kwam uit onder de titel Haarlemsche Courant. De laatste Haarlemsche Courant rolde op 5 april 1945 van de drukpers. Na de oorlog bleef de fusie gehandhaafd, maar de titel luidde vanaf toen: Haarlems Dagblad. Vanaf maandag 13 september 1948 kreeg de kop de toevoeging Oprechte Haarlemsche Courant 1656.
In 2005 maakte de krant de ommezwaai van avond- naar ochtendblad.
Haarlems Dagblad stelt de oudste nog steeds verschijnende krant ter wereld te zijn, omdat de krant is samengegaan met de Opregte Haarlemsche Courant, die al sinds de zeventiende eeuw bestond. Op 8 januari 1656 verscheen het eerste nummer van de Weeckelycke Courante van Europa, uitgegeven door de Haarlemse drukker Abraham Casteleyn. Een aantal jaren later kwam het blad tweemaal per week uit, weer later driemaal. De naam werd toen gewijzigd in Oprechte Haerlemsche Courant. De Zweedse Post och Inrikes Tidningar, opgericht in 1645, betwist de claim, maar dit periodiek komt sinds 2007 nog slechts digitaal uit.
Bekende personen
Letterkundigen als Conrad Busken Huet en Eduard Douwes Dekker, alias Multatuli, schreven in de negentiende eeuw in de Oprechte Haerlemsche Courant. Rabbijn Simon de Vries, beroemd dankzij zijn in veel talen verschenen Joodsche riten en symbolen, schreef voor de oorlog wekelijks een column in deze krant over de joodse religie.
Lennaert Nijgh, Mart Smeets, Joost Prinsen, Erik van Muiswinkel, Pim Fortuyn en Brigitte Kaandorp hebben als columnist bijdragen geleverd aan Haarlems Dagblad. Ook journalisten als W.L. Brugsma, Ischa Meijer, Kees Sorgdrager en Frénk van der Linden werkten ooit op de Haarlemse burelen, evenals schrijvers als Bies van Ede en Heleen van Royen.
Godfried Bomans en zijn vriend Harry Prenen richtten in 1936 voor de grap de Rijnlandsche Academie op, die een lang, geïllustreerd epistel naar de krant stuurde om te protesteren tegen de voorgenomen demping van de Bakenessergracht in de stad. De krant nam het ingekomen stuk serieus en drukte het in zijn geheel af. Dat was overigens niet de enige uitglijder in de lange historie. Zo bleef het concert van de jonge Mozart op het orgel in de Grote Kerk in 1766 in de Oprechte onvermeld. Zelfs het nieuws over de ondergang van de Titanic in 1912, dat toen als een vuurtje de wereld rondging, haalde de kolommen van Haarlem’s Dagblad niet. Volgens de overlevering vond de dienstdoende redacteur het rampbericht van geen belang.
Zonder lidwoord
Hoewel veel Haarlemmers spreken over het Haarlems Dagblad, staat dit lidwoord niet in de officiële naam. Uit de vroegere schrijfwijze, Haarlem’s Dagblad, blijkt uit de apostrof en de s dat het woord in de tweede naamval (genitief) stond, en geen bijvoeglijk naamwoord (adjectief) was. Als adjectief geschreven, zou het volgens de spelling in die tijd Haarlemsch Dagblad zijn geweest. De naam van het dagblad betekende dus Het dagblad van Haarlem en niet Het Haarlemse Dagblad, ook al wordt dit in hedendaagse omgangstaal gewoonlijk zo begrepen.[1]
Externe link
Noten
- º Vergelijk: ’Leidens Ontzet’ (het ontzet van Leiden), ’Teylers Museum’ (het museum van Pieter Teyler van Hulst), ’Stoop’s Bad’ (het voormalige zwembad te Bloemendaal gesticht met geld van weldoener Adriaan Stoop) en Thijsse’s Hof (de Bloemendaalse heemtuin uit 1925, opgericht door dr. Jac. P. Thijsse).
Regionale Nederlandse dagbladen |
---|