Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Geldtransport
De geschiedenis van het eerste Nederlandse commerciële geld- en waardetransportbedrijf
De eerste beroepsmatige geldtransporten met zwaar beveiligde auto’s werden in Nederland uitgevoerd door de 1e Nederlandse geld- en waardetransportonderneming als onderdeel van het Algemeen Auto Instituut Vitesse, opgericht 1 september 1967, onder leiding van de gebroeders Bob en Lothar de Bruijn. De oprichtingsdatum van A.A.I.Vitesse, een bekende rijkserkende V.A.M.O.R., rijschool voor alle rijbewijzen in Amsterdam, was 1 maart 1964.
Het begin
Hoe kom je op het idee om als rijschoolhouder een geldtransportbedrijf te willen opzetten? Dat is niet eenvoudig uit te leggen. De gebroeders de Bruijn, 2 ondernemende knapen, eigenaar van een VAMOR rijschool met 5 luxe wagens, een vrachtwagen en een scooter, bovendien nog pioniers op onderwatersport gebied, lazen een krantenartikel, dat er bij het Grens Wissel kantoor bij het Centraalstation in Amsterdam een pakket van ruim Fl.100.000 gestolen was uit een openstaande bestelauto van Van Gend en Loos, een bekende Nederlandse vervoerder in die tijd en dochter van de Nederlandse Spoorwegen. De chauffeur van een gewone besteldienst had 2 pakketten voor het G.W.K en bracht die één voor één naar binnen. De bestelwagen bleef gewoon open staan, niet geheel ongebruikelijk in die tijd, maar toch. In de tijd dat het ene pakket naar binnen werd gebracht, toen nog in de stationshal, dus een korte afstand, werd het andere pakket uit de bestelwagen gestolen met als gevolg Fl. 100.000 verdwenen. Dat verhaal zette de gebroeders de Bruijn aan het denken. Als je dit soort waardetransporten nu eens wat zorgvuldiger zou uitvoeren. Een bestelwagen met een extra slot, een alarminstallatie aan boord en een goed af te sluiten kluis. Zou het dan niet een stuk veiliger gaan??? Ze begonnen met research. Hoe wordt geldtransport in Nederland uitgevoerd. Naarmate zij zich erin verdiepten, bleek dat een beveiligd geldtransport niet bestond in Nederland met één uitzondering en dat was de Nederlandse Bank. Die maakte gebruik van gepantserde vrachtwagens en marechaussee begeleiding. Alle andere banken en instellingen deden maar wat. Ze gebruikten normale auto’s. Zagen geld als post en dat werd als zodanig verzonden. Grote pakketten aandelen en obligaties werden regelmatig achter op de fiets vervoerd. Gesprekken met de diverse financiële instellingen verliepen niet altijd erg soepel. Ja, incidenteel raakte er weleens een bedragje weg, maar ze zagen niet, dat een paar niet uit de financiële wereld afkomstige knapen daar nu verandering in zouden kunnen brengen. Bovendien de verwerking van geld mocht nooit geld kosten. Deze opvatting zouden zij nog jaren tegen komen, niet alleen bij de kleinere bedrijven waar geld in om ging, maar ook bij de grotere financiële instellingen. Inmiddels begrepen Bob en Lothar wel, dat ze er met een goed afgesloten bestelbus niet zouden komen, want dan zou Van Gend en Loos wel een extra hangslot op zijn auto's kunnen aanbrengen. Van de gesprekken met de diverse banken hadden de gebroeders de Bruijn wel ontzettend veel geleerd, want iedereen deed zijn best om de fouten bij anderen aan te wenden om te tonen hoe goed ze het zelf wel deden. Al die gesprekken hebben ze geëvalueerd en daar een groot lijnenplan uit voort laten komen. Het volgende agendapunt was, hoe zou de politie hierop reageren?? Naar hun mening moest dat wel gunstig zijn. Nou dat viel in eerste instantie niet echt mee. Zij namen contact op met Amsterdamse politie, het bureau voorkoming misdrijven onder leiding van adjudant mevr. De Jong en Brigadier Boon. Het gesprek met brigadier Boon liep niet zo vloeiend. Zo’n beetje alles wat aangedragen werd, werd bekritiseerd of direct afgekraakt. Het idee sloeg nergens op, was volkomen onnodig en praktisch onuitvoerbaar. Want zoveel gebeurde er nou ook niet in Nederland, etc, etc. De gebroeders Bob en Lothar gingen volkomen ontmoedigd naar huis. Hadden zeker 2 dagen zwaar de pest in en hielen vele gesprekken met elkaar tot diep in de nacht en kwamen tot de conclusie, dat die brigadier de boom in kon met zijn commentaar. Lothar belde de brigadier en vertelde hem dat. Deze begon hard te lachen en nodigde de gebroeders de Bruijn uit om nog een keer langs te komen met wat meer tijd en dan zouden ze verder praten. Dit werd een heel ander gesprek. Het verweer op hun verontwaardiging was dat er zoveel maffe ideeën werden aangedragen, die vaak nergens op sloegen en waar na één gesprek nooit meer iets van gehoord werd. Deze kritiek moest gezien worden als een soort van filter en dat wij door terug te komen boven op het zeefje terecht waren gekomen. De conclusie was, dat als wij technisch in staat waren dit project tot een goed einde te brengen, er wel degelijk kansen waren tot slagen. Noodzakelijk was het wel. Brigadier Boon wist ook wel, dat het geld- en waardetransport in Nederland niet echt professioneel genoemd mocht worden en dat de Nederlandse bankiers niet echt snel in beweging te krijgen waren op dit gebied. Vele uren van gesprek volgden. Alle onderdelen van de plannen werden stuk voor stuk doorgenomen, opbouwend bekritiseerd. Na enige tijd waren ze op papier waren klaar om het Project te beginnen.
De uitvoering
Op de eerste plaats gingen de gebroeders de Bruijn uit van een beveiligde en niet van een gepantserde transporter. De tijd was rijp voor een uitermate goed beveiligd voertuig en nog niet direct voor bepantsering, dat zou niet zo heel veel later komen. Lothar de Bruijn zou zich bezig houden met de beveiligingseisen en cliëntenwensen en Bob de Bruijn zou de gehele technische ontwikkeling en uitvoering voor zijn rekening nemen. Bob de Bruijn was niet alleen gediplomeerd rijschoolhouder, maar hij was ook in het bezit van een BOVAG patroonsdiploma voor garagehouders. Door zijn garage ervaring was Bob in staat om de gehele geldtransportauto in eigen beheer in de rijschoolgarage uit te voeren. Alle alarm- en beveiligingssystemen werden door hem uitgewerkt, gemaakt, geplaatst en getest.
Welk voertuig? In de rijschool waren al een 5-tal volkswagens in bedrijf naar volle tevredenheid en daarom werd er aan een Volkswagentransporter gedacht. Na overleg met Autopon, ook in verband met eventuele levertijden, werd gekozen voor de VW transporter. Ondanks de lange levertijd waren zij bereid en in staat om de transporter in een door ons gewenste kleur in één week te leveren (fel Vitesse groen).
De Kleur en het opschrift. De visie van Bob en Lothar was: een geldtransportauto moet opvallen, een ieder moet kunnen zien, wat die auto voor werkzaamheden uitvoert. De kleur moet overal bovenuitsteken. Er werd gekozen voor een speciale geel/groene kleur. Duidelijk zichtbaar. Speciaal door de verffabrikant gemaakt en verder Vitesse groen genoemd als officiële benaming. Vanwege deze visie zijn de gebroeders de Bruijn door een aantal mensen voor gek verklaard. Ja, maak het nog maar gekker en zet het er maar met grote letters op.
GELD- EN WAARDETRANSPORT
Jullie binden de kat op het spek. Jullie vragen om een overval en nog een groot aantal van deze opmerkingen. Ook bij banken was een gerede twijfel over deze moderne aanpak. Lothar heeft uitgezocht, dat als je voor de deur van een bank gaat staan, men in zeer korte tijd direct de mensen herkent welke geld brengen of halen. Zij gedragen zich anders. Zijn nerveus, kijken angstig om zich heen, klemmem tassen, plastic zakken, etc. stevig tegen zich aan en kwamen zichtbaar opgelucht de bank weer uit. Welnu, als het zo zichtbaar is voor een waarnemer dan is het ook zichtbaar voor een eventuele overvaller. Niet direct de gelegenheidsdief, maar zeker wel voor de beroepscrimineel die tijd besteedt aan onderzoek (het z.g. afleggen). De beroepscrimineel gaat een paar dagen voor de deur staan van een grootwinkelbedrijf en kan de hele geldstroom volgen. Dan maar in de openbaarheid. Een ieder kan de opvallende geldtransportwagen waarnemen. Heel veel mensen kijken er naar, een surveillerende politieauto besteedt gegarandeerd meer aandacht aan de transporter en een naar buiten kijkende buur ziet iets wat niet normaal is en belt de politie. Dat deze visie juist is, is bewezen doordat in het verleden verschillende mensen het kantoor van de Eerste Nederlandse Geld en Waarde Transport Onderneming opgebeld hebben, dat er mogelijk ongezonde belangstelling voor het transport zichtbaar was. Wat zelfs verschillende keren tot politie optreden heeft geleid. Bovendien is het nu bij wet geregeld, dat het verplicht is de tekst waardetransport op het voertuig zichtbaar is. Ook is het voor de winkelier niet mogelijk bij zijn kasafstorting zijn onherkenbare auto tegen de deur van de bank te parkeren, In de begintijd van het geldtransport werd dit in het algemeen oogluikend toegestaan en heden ten dage worden daar officieel ontheffingen voor uitgegeven.
Waarmee moest de geldtransporter op dat moment o.a. mee worden uitgerust? Op de eerste plaats een brandveilige kluis, voorzien van een mechanisch en elektrisch werkend sluitwerk, externe zwaailichten en signaalhoorns aangesloten op het alarm. Als het alarm geactiveerd is, kan de transporter niet meer rijden (remblokkering). De motor slaat af en kan niet zomaar weer gestart worden. Extra zwaar sluitwerk op alle deuren. Een elektrisch systeem, dat als er een buitendeur geopend moet worden, dat alleen kan op indicatie van de chauffeur, deze moet een knop ingedrukt houden (dodemansknop). Laat hij deze los met een geopende deur of wordt hij uit de auto getrokken, dan wordt onmiddellijk het niet meer te onderbreken alarm geactiveerd. Bovendien gaan alle lampen van het voertuig knipperen, inclusief het zwaailicht. Het is dus duidelijk zichtbaar dat er iets mis is met het transport. Ten behoeve van de vele elektrische voorzieningen is een extra boordstroom accu geplaatst met een doorverbinding naar de dynamo om tijdens het rijden opgeladen te kunnen worden. Een van binnenuit bedienbare schijnwerper voor onderzoek in donkere plekjes en een kluisruimte, welke een bepaalde tijd braak- en brandwerend moet zijn. Communicatie. Landelijk mobilofoon aansluiting, een directe radioverbinding (actieradius van ongeveer 40km) en een zeer sterke luidspreker installatie. Op een later tijdstip hebben de gebroeders de Bruijn een kogelwerende voorruit in de transporter geplaatst.
Clienten
Toen de gebroeders de Bruijn op papier helemaal klaar waren, moesten er cliënten komen. Na onwaarschijnlijk veel positieve publicaties van de media zou dit appeltje eitje moeten zijn. Niets was minder waar. De banken hielden de boot af. De veiligheidsmanagers van de banken wilden alles in eigen hand houden en er geen derden bij betrekken. De meest rare uitvluchten werden gebruikt om maar vooral geen beveiligd transport hoeven te gebruiken. Wel werden er met de Amrobank en de ABN (toen nog 2 verschillende banken) afspraken gemaakt om winkelopbrengsten buiten kantooruren af te storten. Toen het erop aan kwam werden deze afspraken allemaal weer ingetrokken om veiligheidsredenen. Ja, het mocht eens te veilig gaan. Het zag er naar uit, dat uit de financiële hoek voorlopig niets te verwachten was. Ook bij groot winkelbedrijven was men absoluut niet van plan om voor geldtransport één cent uit te geven. Er kon na sluitingstijd best iemand van het personeel met een geldcassette langs de bank lopen en als het erg veel was moest er maar een winkelmeisje meelopen. Nee, gevaarlijk was dat toch niet. Er gebeurde toch nooit iets, was het standaard excuus. Bij de zelfstandige winkelier waren de meeste reacties: wat kost zo iets ??? Nou dat verdien ik dan zelf wel even. Dit hield in, dat iedereen het een geweldig idee vond, maar er geen gebruik van wilde maken.
C & A Een gesprek met het management van C & A was niet afwijzend, maar men wilde daar best nog wel een poosje over na denken. Op 22 januari 1968 werd een geldloper van C& A op het Damrak overvallen. Het was de chef interne dienst vergezeld door drie dames van het kantoor met fl.300.000, verpakt in 2 tassen. De chef, die al 40 jaar bij C&A werkte werd in de buik geschoten en een van de dames aan de hand geraakt. Als C & A adequaat op het gesprek met de gebroeders de Bruijn had gereageerd, dan zou deze overval niet plaats hebben gevonden en zouden er geen medewerkers gewond geraakt zijn. Een dag later werd de afspraak gemaakt, dat de gebroeders de Bruijn bij C & A aan de slag konden gaan. Helaas was dat nog niet mogelijk, omdat de transporter nog niet klaar was. C & A zou hun eerste klant worden. Dat was voor de gebroeders de Bruijn het startsein. Toen ze enkele weken later contact opnamen met C & A, dat de geldtransporter operationeel was en dat zij een afspraak wilden maken om de te volgen procedure te bespreken, werd hun laconiek meegedeeld, dat de Amro bank het geld nu wel kwam halen en dat van hun dienst GEEN gebruik zou worden gemaakt. Met dank voor de genomen moeite. C & A is toch voordeliger, alleen niet voor de gebroeders de Bruijn. Zij zaten met een zwaar beveiligde geldtransporter, maar geen cliënten. Wat konden de gebroeders de Bruijn anders doen dan met een lege geldtransportauto wekenlang door de stad rijden. Gelukkig bleef dat niet zo. De Makro opende zijn eerste filiaal in Amsterdam. Om ervaring op te doen met de zelfbedieningsgroothandel nam de Makro de firma De Hoop in Diemen over. De Makro had een connectie met de Metro in Duitsland en daar was het ondenkbaar, dat geldtransport door het personeel uitgevoerd zou worden. De Makro had bovendien een uitstekend gevoel voor veiligheid. Via hun bankier moest de afstorting plaats vinden bij de in Amsterdam gevestigde toenmalige Kasassociatie. Ook buiten kantooruren en na de sluiting van de Makro was het transport welkom. De Kasassociatie ging zelfs zover, dat er een ingang gecreëerd werd, waar de geldtransporter helemaal naar binnen kon rijden. De transporter werd niet eerder geopend, voordat de toegang volledig was afgesloten. Dit was het type beveiliging wat de gebroeders de Bruijn voor ogen stond.
Grens Wissel Kantoor Het G.W.K was één van de eerste bankcliënten van de 1e Nederlandse Geld- en Waardetransport onderneming. In de jaren ‘70 was het gebruikelijk om per post geldbedragen te verzenden. Maar die post moest wel ergens binnen komen, b.v. op het Oosterdok postkantoor, loket waardevolle zendingen. Best handig voor een ieder te zien. Het loket ging open en 2 of 3 zakken met waardepost werd aan een loper overhandigd. Die was meestal met de fiets. Gelukkig zag de directie bij de komst van het waardetransport de noodzaak in om zijn personeel te vrijwaren van letsel. Vanaf die tijd nam de GWK-loper de zakken in ontvangst en werd door de beveiliger begeleid naar de geldtransporter. De zakken gingen in de kluis en de loper ging mee op een extra zitplaats. De beveiliger had voor de komst van de geldloper al de directe omgeving geobserveerd of er geen verdachte situaties aanwezig waren. De opvallende transpoter kon wel een stukje van de C.S. hal in rijden zonder problemen. Regelmatig kwam de spoorwegpolitie in uniform de situatie observeren, zodat het voor overvallers niet aantrekkelijk was. Vanaf die tijd is het G.W.K. geen cent meer kwijt geraakt tijdens dergelijke transporten. De geldloper was de hemel te rijk, want die onbeschermde regelmaat was toch wel belastend voor de man. Uiteindelijk werd het aantal transporten voor het G.W.K. steeds verder uitgebreid, vooral toen men aan de voor het transport gestelde veiligheidseisen en systemen gewend geraakt was. Een paar keer per jaar kwamen er grote drommen toeristen bij de diverse Nederlandse grenzen binnen. De wisselkantoren waren dan snel uitverkocht met Nederlandse geld en had een enorme voorraad aan buitenlands valuta. In dat geval sprong het geldtransportbedrijf weer bij en bracht guldens naar de grens en nam buitenlands geld mee naar het hoofdkantoor.
De 100.000 Een aantal kooplieden van het Waterlooplein hadden de 100.000 van de Staatsloterij gewonnen en zaten nu met het probleem hoe dit geld naar Amsterdam te krijgen. Ze vertrouwden eigenlijk niemand die het geld alleen zou ophalen. Een van de kooplieden had gehoord van dat nieuwe geldtransportbedrijf en een kennis van hem kende de eigenaren daarvan wel. Na een gesprek met de groep werd besloten dat het geldtransportbedrijf de klus moest klaren. Zij gaven het winnende lot en een machtiging mee voor Den Haag. Om te beginnen moest men naar het kantoor van de Staatsloterij om het lot in te wisselen voor een cheque. Daarmee moesten zij mee naar de Amsterdam-Rotterdam Bank om het geld op te halen. Daar begon het probleem. Daar hadden ze nog nooit van geldtransportbedrijven gehoord. Dat zo iets bestond vonden ze maar vreemd. Meld u zich maar bij het loket en dan tellen wij wel 4000 briefjes van 25 gulden uit. In de rij werd met grote ogen gekeken naar zoveel geld. De transporteur liet deze actie te staken en verzocht contact op te nemen met de directeur veiligheidszaken van het hoofdkantoor. Toen ging er kennelijk een lichtje branden. De lokettist liep even naar achteren en 3 minuten later zat de transporteur in het kantoor van de directeur en was er alle tijd om het geld in anoniemiteit uit te tellen en in onze koffer te opbergen.
Grootwinkelbedrijf. Een groot winkelbedrijf had problemen met het verwerken en opslaan van de dagopbrengsten en vond het noodzakelijk om het geldtransport in te schakelen. Iedere dag na sluitingstijd werd de dagopbrengst opgehaald en afgeleverd bij het hoofdkantoor in een oud diamantgebouw, die was voorzien van een enorme kluis. Het geldtransportbedrijf stond er op dat de zending door het transportteam binnen opgehaald werd. Maar dat viel niet altijd mee om dat te bewerkstelligen. De zending was verpakt in een 2- tal houten eierkisten. Dat het personeel van het bedrijf wat moeite had met veiligheidsnormen, bleek uit de volgende situatie. Toen de geldtransporter op een keer aan kwam rijden en de situatie niet vertrouwde en een extra rondje maakte, stonden bij de hernieuwde aankomst de 2 eierkisten onbeheerd langs de stoeprand. Ja, ik zag jullie aankomen en heb ze maar vast klaar gezet.
FORD automobielfabriek. Bovenstaande overval op een geldloper van Groenpol was de aanleiding voor de Fordfabriek om van de diensten van het geldtransportbedrijf gebruik te maken. Ford had in de jaren 60/70 een grote automobielfabriek aan de Hemweg in Amsterdam. De lonen werden in het algemeen nog contant uitbetaald aan de werknemers met alle risico’s van dien. Ford nam het risico niet meer en liet de loontransporten beveiligd uitvoeren.
Amsterdamse Droogdok Maatschappij Ook de toenmalige Amsterdamse Droogdok Maatschappij vond het absoluut noodzakelijk, dat zijn medewerkers geen gevaar meer liepen met geldvervoer. De hoofdkassier van de A.D.M. regelde de zaken bij het bankkantoor in Amsterdam Noord en de geldtransporter haalde de zending en de kassier op. Die duidelijk met lege handen in de geldtransporter stapte en vervolgens werd hij met de waardezending op het kantoor afgeleverd. De hoofdkassier verklapte, dat hij tegenwoordig een stuk beter sliep op donderdagnacht. Want met een paar ton in zijn koffer stond hij doodsangsten uit, iedere keer weer.
Schiphol - Nederlandse bank Regelmatig kwam er een telefoontje binnen met het verzoek een geldtransporter te zenden naar de aankomsthal van Schiphol. Dan kwam er een man met een grote koffer en stapte snel in. Vervolgens werd er naar de Nederlandse Bank op het Frederiksplein gereden en voor de hoofdingang namen wij de koffer en bezoeker mee naar binnen, gewoon via de trap. De Nederlandse Bank werkte op geen enkele wijze mee in dit soort situaties. Waarom de aankomsthal van Schiphol? Dat was omdat de KLM security afdeling voor niemand aanspreekbaar was. Uit professionaliteit? Nee, omdat ze zelf praktisch gesproken niets aan echte beveiliging deden. Zij handelden alle waardtransporten op Schiphol af voor alle maatschappijen en haalden de zendingen met een gewone bestelwagen af van de vliegtuigen. Op een soort palletwagentje werd de waardezending door de vrachtloods geheel open en bloot vervoerd. Medewerkers van de andere vrachttransporteurs liepen grapjes te maken dat ze niets moesten verliezen. Het heeft heel vele jaren geduurd voor zij zich bewust werden, dat het wel eens mis kon gaan. Later werd er toestemming gegeven om met een geldtransporter naar de kluis te rijden, zodat er veilig ingeladen kon worden.
Aardgasnet in Nederland Bij de aanleg van het aardgasnet in Nederland, dat uitgevoerd werd als een militaire operatie, moesten de medewerkers contant uitbetaald worden. Dit waren soms enorme bedragen. Een lasser komende uit het buitenland was absoluut een toplasser die zich graag goed liet betalen. Omdat de bedragen dus nogal hoog waren en de medewerkers nogal ruig, die het niet altijd eens waren wat er in de enveloppe zat, was het noodzakelijk dat een geldtransporter over de tijdelijk aangelegde paden ploegde om het personeel uit te betalen.
De verzekering
Om het risico te verzekeren is er een beurspolis afgesloten van 1 miljoen gulden voor de te transporteren bedragen in de beveiligde geldtransporter. Door het werk uiterst serieus te nemen en secuur te werken heeft men nooit gebruik hoeven maken van deze verzekering. Tijdens het bestaan van de Eerste Nederlandse Geld- en Waardetransportonderneming is er nooit één cent verloren gegaan en dat kunnen er maar heel weinig in Nederland ook zeggen. Uiteraard zijn er diverse pogingen gedaan om de waardezendingen te bemachtigen. Maar door een streng veiligheidsbeleid heeft dit nimmer tot een succes geleid.
Instemmingen
Dat het Amsterdamse bureau ter voorkoming van misdrijven van de politie erg content was met de komst van het geldtransportbedrijf laat zich merken aan de diverse reacties op vragen van de landelijke pers. Jaren later is er een wettelijke regeling gekomen voor geldtransporten. Deze regeling is opgezet door de werkgroep Kroeskamp. Door zijn ervaring met de ontwikkeling van het geldtransport in Nederland heeft Lothar de Bruijn in diverse gesprekken met de heer Kroeskamp zijn ervaringen kunnen delen, zodat deze heden ten dage nog ten goede komen aan het geld- en waardetransport in Nederland.
Ontwerp gepantserde geldtransportauto
Omdat de 1e Nederlandse Geld- en Waardetransport Onderneming ook naar de toekomst keek, is men in eigen beheer begonnen aan het ontwerp en de bouw van een totaal gepantserde wagen. De overgang naar Securicor gooide voor wat dit project betreft roet in het eten. Securicor werkte niet met gepantserde wagens, maar uitsluitend met beveiligde. Dus dit project ging gelijk de prullenbak in.
De media
8 Media Natuurlijk werden er ook direct grapjes over gemaakt. Tientallen kranten, week- en maandbladen hebben grote aandacht besteed aan het nieuwe geldtransport van de gebroeders de Bruijn.
Televisie De NOS had het plan om op de ruiten van de nieuwe geldtransporter te schieten voor het journaal. De gebroeders de Bruijn voelden daar niets voor. Want zoals bekend was de geldtransporter een extreem beveiligde transportwagen maar GEEN gepantserde. Op een later tijdstip is er wel een kogelwerende voorruit aangebracht. Dus schieten was uit den boze. Afgezien van de technische uitvoering was dit een belachelijk idee. Dat begrepen ze niet helemaal bij de NOS en lieten het toen maar helemaal afweten.
Overname van de Eerste Nederlandse Geld- en Waardetransportonderneming
Toen bekend werd dat de Fa. Van Gend en Loos van plan was om een netwerk van 60 geldtransportauto’s op de markt te brengen in samenwerking met een aantal banken, werd het voor de gebroeders de Bruijn wel wat benauwd. Geen medewerking van de banken, maar wel een grote concurrent. Dat gaf niet veel toekomst perspectief. Op dat moment werden zij benaderd door SECURICOR, één van 's werelds grotere veiligheidsbedrijven met veel internationale vestigingen. Zij waren van plan om in no time 12 veiligheidsvestigingen op te zetten. De beveiliging van Schiphol zou overgenomen worden en ze hadden nog een aantal andere grote plannen. Er werd een bod uitgebracht op de Eerste Nederlandse Geld- en Waardetranportonderneming. De gebroeders de Bruijn zouden het geldtranport gaan organiseren en voor de bewakingsafdeling werd een beveiligsbedrijf gekocht. Bob en Lothar de Bruijn moesten een arbeidscontract van 2 jaar accepteren als onderdeel van de overname. De veiligheidsvestigingen en de overname van Schipholbeveiliging werd een groot fiasco. Méér dan 20 Engelse bezoekers kwamen er in 2 maanden over om de organisatie in de war te sturen. Ze spraken elkaar voortdurend tegen en gaven nooit, maar dan ook nooit antwoord op een vraag. Als wij iets wilden weten of toestemming nodig hadden moest Securicor International in Londen maar gebeld worden. Zelfs voor de vervanging van een nieuwe T.L.balk. Securicor International gaf vervolgens ook nooit antwoord. Zij hanteerden het don’t be involved system. Dan kunnen er ook geen fouten gemaakt worden. Dit werkte niet en de gebroeders de Bruijn werden dan ook binnen een jaar op staande voet ontslagen zonder opgaaf van reden. De rechter heeft uitgemaakt dat Securicor volledig in de fout was gegaan met dit ontslag, maar ondertussen zaten de gebroeders de Bruijn zonder geldtransportwerk. Wel waren zij eigenaar van de duikwinkel HOLLAND DIVING. Korte tijd later werden zij benaderd door de Fa. Gerlach met het verzoek of zij de geldtransportfirma BRINK’S GERLACH wilden opzetten met als basis Schiphol. Dat wij onterecht ontslagen waren bij Securicor werkte alleen maar in hun voordeel. Bob de Bruijn werd algemeen manager en Lothar de Bruijn security manager. Zij gingen zo snel mogelijk met een groep nieuwe medewerkers naar BRINK´S in Londen voor een opleiding. Vanuit Duitsland kwamen er 2 echte gepantserde transporters en de werkzaamheden konden beginnen. Deze bestonden voornamelijk uit waardezendingen van buitenlandse banken, die vanaf Schiphol naar de Nederlandse banken getransporteerd werden. In verband met de groei van hun eigen bedrijf Holland Diving/Holdive International hebben de gebroeders de Bruijn enkele jaren later de geldtransportwereld verlaten. Op een later tijdstip heeft het Amerikaanse BRINK’S de bedrijven van v/h Van Gend en Loos en Brinks’s Gerlach samen gevoegd tot één groot geldtransportbedrijf. Een korte tijd is er ook nog een geldtransportbedrijf onder de naam Perulator Armoured Car Services actief geweest. De geldlopers werden met handboeien aan de cassettes vastgeketend en door de chauffeur in de transporter weer los gekoppeld. De firma maakte reclame met: “WIJ BOEIEN ONZE MEDEWERKERS”. Of de medewerkers daar blij mee waren, vermeldt de historie niet. Met stunttarieven trachtten zij in korte tijd zoveel mogelijk cliënten bij elkaar te schrapen, zodat ze de concurrentie hoofdzakelijk Van Gend en Loos behoorlijk dwars konden zitten. De opzet was de firma te verkopen en daar hun winst uit halen en niet aan het transporteren van geld. Dat is 2 x binnen een paar jaar gebeurd in Nederland . De 2e keer is van Gend en Loos daar ingetrapt en heeft die firma overgenomen. Daardoor werd de concurrentie verkleind en stonden de tarieven niet meer zo onder druk.