Gebruiker:O/ Epafroditus

Paulus schrijft in de brief aan de Filippenzen over Epafroditus. Maar, wie is dit. En, wat deed hij?

Wie was Epafroditus?

Epafroditus was een arbeider in het werk van God, de verkondiging van het Evangelie. Hij woonde in Filippi en was namens de gemeente van Filippi op reis gegaan naar Paulus. Hij had geld bij zich dat door de gemeente was verzameld. Je zou hem een soort postbode kunnen noemen. Hij bracht Paulus geld, en ging weer terug naar de gemeente met een brief voor hen. Hij had een niet zo opvallende rol, maar in de ogen van God blijkbaar wel iemand met een belangrijke betekenis. Vooral om de wijze waarop hij zijn werk/taak uitvoerde. Maar ook om de liefde die hij in zijn hart had voor het werk van Christus.

Zijn naam

Epafroditus komt van het wordt Afrodite. Afrodite, of ook wel Venus genoemd, was de heidense godin van de liefde. De betekenis van Epafroditus is zoiets als: ‘toegewijd aan Afrodite’. Van deze naam zou je kunnen afleiden dat hij geen gelovige ouders had. Het kan nooit dat degene die hem deze naam gaf christen was. Als christen wijdt je je kind toch niet aan een afgod? Alleen heidense ouders doen dat. Maar in deze brief lezen we van Epafroditus dat hij, gelukkig, toegewijd is aan de enige echte God. Ergens in zijn leven moet hij dus een bekering hebben doorgemaakt. Misschien dat hij geluisterd heeft naar een van Paulus’ preken, toen hij in de stad Filippi was en daar voor de eerste keer het Evangelie predikte. Of misschien was het later, door bediening van gelovige broers. In ieder geval noemt Paulus hem, mijn broeder, medearbeider en medestrijder (vers 25). Van iemand die genoemd was naar de godin van de liefde is hij uitgegroeid tot een man die toegewijd was aan de God van de liefde.

Epafroditus in de Brief

In de brief aan de Filippenzen schrijft Paulus over Epafroditus. De eerste keer dat Paulus het over Epafroditus heeft is in Hoofdstuk 2 vanaf vers 25. Daar zegt hij dat hij het nodig vond om Epafroditus naar de gemeente in Filippi toe te sturen, als medearbeider en medestrijder. Hij doet dat omdat Epafroditus heel erg naar de gemeente verlangde en de gemeente in angst was, omdat zij gehoord hadden dat Epafroditus ziek geworden was.

Epafroditus’ ziekte

Epafroditus is ernstig ziek geweest, zelfs tot dicht bij de dood. Waarschijnlijk is hij ziek geworden doordat hij werd gemarteld. Paulus schrijft in de brief dat God Zich over Epafroditus ontfermd heeft, Hij heeft dus voor gezorgd en hem genezen. Paulus schrijft ook dat God Zich niet alleen maar over Epafroditus heeft ontfermd, maar Zich ook over Paulus heeft ontfermd, zodat hij niet verdriet op verdriet hoefde te hebben. Paulus daarom Epafroditus des te sneller naar de gemeente toe gestuurd. Hij gebruikt dit dus als argument om Epafroditus weg te laten gaan, hierdoor kan worden aangenomen dat Paulus wilde zeggen dat Epafroditus helemaal niet aan zichzelf heeft gedacht. Hij voelde zich zelfs schuldig en overbodig. Hij was radeloos, de gemeente wist ook dat hij zijn taak niet uit kon voeren. Hij wilde graag naar huis, dan kon hij Paulus ontlasten. (Naar: De brief van Paulus aan de Filippenzen).

Paulus over Epafroditus’ ziekte

Paulus bevestigt in zijn brief dus dat Epafroditus ziek is geweest. Hij zegt ook dat Epafroditus terug gaat omdat hij heeft gehoord dat het gerucht van zijn ziekte ook tot de gemeente in Filippi doorgedrongen is. Volgens Paulus moeten ze het als een wonder en genade zien dat Epafroditus genezen is. De gemeente hoeft zich daarom ook echt geen zorgen te maken om Epafroditus. Dat is ook voor Paulus zelf beter, want hij schrijft dat hij zich juist zorgen maakt over de zorgen van de gemeente over Epafroditus. Paulus zegt dit zo nadrukkelijk dat hij ervan uitgaat dat de gemeente zich ook echt geen zorgen meer maakt. Zo is deze zorg-in-het-kwadraat ook weer voorbij. (Naar: Filippenzen verklaring van een Bijbelgedeelte, DR.H.M, Matter). Paulus schrijft dat de gemeente in Filippi, mannen zoals Epafroditus dierbaar moeten (blijven) vinden, ze moeten dus dankbaar zijn met zulke mannen.

Broeders en zusters

Epafroditus werd de broer van Paulus genoemd, in Christus zijn wij één. Door genade, het offer dat Jezus Christus heeft gegeven aan het kruis zijn wij broers en zussen van elkaar. Wij hebben samen hoop. Als deze broers en zussen in Christus elkaar ontmoeten spreken zij over hun Heiland, hun Vader. Epafroditus was, zoals al gezegd, ook medearbeider van Paulus. Hij was beschikbaar om de gemeente op te bouwen. Zijn wij eigenlijk inzetbaar voor de gemeente? Ik hoop dat het antwoord ja is. Epafroditus was geen gewone medearbeider, hij was namelijk erg betrouwbaar. Vervolgens was hij ook een strijder. Hij bad voor de gemeente. Toen hij ziek was dacht hij niet aan zichzelf maar hij voelde zich overbodig, een echte strijder dus. Hij gaf zijn bediening niet op uit liefde voor zijn Heiland. Nee, hij was bereid om te lijden. Hij was niet alleen strijdbaar, hij was ook bewogen voor de gemeente. God en de Heere Jezus Christus zijn bewogen met ons. Hij ontfermt Zich over ons, onvoorstelbaar voor ons, zondige mensen. Als laatste was Epafroditus ook nog een zegen voor de gemeente. Zij wij een ook een zegen of zijn wij maar een zucht voor de gemeente? Dat is een vraag die je je moet afvragen. Omdat het werk in de gemeente van Christus Jezus alleen is.

Timotheüs

Voordat Paulus over Epafroditus gaat schrijven, schrijft hij eerst over Timotheüs. Timotheüs heeft een soortgelijke taak, hij wordt ook met een brief op pad gestuurd. Paulus schrijft dat hij hoopt dat hij Timotheüs snel kan sturen, zodat ook hij veel moed mag hebben als hij van de zaken van de gemeente weet. Paulus wil Timotheüs sturen omdat hij niemand anders met soortgelijke overtuiging heeft, die eerlijk voor de zaken van de gemeente zal zorgen. Want zij zoeken allemaal naar hun eigen belangen in plaats van de belangen van Christus Jezus. Paulus weet dat de gemeente de beproeving van Timotheüs kent, namelijk dat hij met Paulus in het Evangelie heeft gediend. Op eenzelfde manier als dat een kind met zijn vader doet. Daarom hoopt Paulus Timotheüs snel te sturen, hij hoopt hem te sturen zodra hij zijn zaken kan overzien.

https://www.wikidata.org/wiki/Q724476